Mijnheer Dijkgraaf is niet alleen maar natuurkundige en sterrenkijker…

Mijnheer Dijkgraaf is niet alleen maar natuurkundige en sterrenkijker…
Mijnheer Dijkgraaf is niet alleen maar natuurkundige en sterrenkijker…
21 maart 2019
Opinie | | Governance & Finance

Recentelijk verscheen in het NRC een pleidooi van de heer Dijkgraaf over Foute Filantropie en Goede Doelen.  Eén van de conclusies van het artikel (geen spoiler alert hoor..) was dat de overheid veel te veel het veilige midden opzoekt en dat burgers aangespoord moeten worden om de flanken van de filantropie op te zoeken. Een interessant pleidooi, niet in de laatste plaats omdat ik zelf ook vind dat de overheid een behoorlijk matige rol speelt in het landschap van goed doen. 

Het wetsvoorstel voor het met naam en toenaam publiceren van donateurs boven €15.000 was dermate doorzichtig dat daar inmiddels genoeg gezamenlijke standpunten over zijn ingenomen. Politiek om z’n “armoeiigst..” wat mij betreft en inderdaad zoals sommigen al stelden: “schieten met een kanon op een mug”. Filantropie zit, zo lijkt het, in een soortement van politiek/maatschappelijk verdomhoekje; minister Sander Dekker “doet het er ook maar bij in zijn portefeuille”, maar recentelijke ontwikkelingen anders dan bovengenoemd wetsvoorstel, slaan eenvoudigweg de plank écht volledig mis… 

Aftrekbeperking op giften bijvoorbeeld; wie wint daar in vredesnaam iets mee anders dan de staat?! 
Niet de goede doelen toch zeker? Welk argument in het Kabinet en de Tweede Kamer heeft tot een meerderheid van stemmen geleid om giftenaftrek niet langer in aanmerking te laten komen voor verrekening met het hoogste tarief in de inkomstenbelasting? Eerlijkheid over aftrekbaarheid? Maar mensen die tegen 52% aftrekken hebben daar toch helemaal geen voordeel mee? Ze geven dat geld toch WEG?! Het is wat mij betreft het klassieke voorbeeld van een overheid die vooral meent dat zij beter dan wie dan ook, in staat is om goed te doen. 

Het particulier initiatief dat de heer Dijkgraaf aanmoedigt, heeft het zwaar. Stichtingen moeten aan steeds meer regels voldoen, de “gemeenschapsfondsen”/lokale fondsen komen om begrijpelijke redenen niet van de grond, allerhande maatregelen zoals validatiestelsels zijn krankzinnige administratieve draken gebleken en brancheorganisaties vertegenwoordigen louter de grote clubs die het eigenlijk juist al prima voor elkaar hebben want zij rekenen contributie naar draagkracht. De kleintjes hebben het hard nodig maar willen of kunnen er niet voor betalen; de grote clubs betalen, maar voelen zich niet vertegenwoordigd in de content. 

Net als dat het leeuwendeel van de Nederlandse economie op de kleine ondernemer draait, zo is het merendeel van de filantropische initiatieven in Nederland klein tot piepklein. Ineke Koele stelde het mij enkele jaren terug al heel treffend; “de overheid heeft niet het monopolie op goed doen”. Maar in deze tijd van comply or die begint het er wél op te lijken dat de overheid het de concurrentie (de burger zelf) ontzettend lastig probeert te maken om zelf nog te beschikken. 

Mijn pleidooi: 
  • Maak het duidelijk voor alle mensen wat de eisen zijn aan het opzetten van een particulier initiatief wanneer je daar fiscaal optimaal gebruik van wilt maken – of het nu een stichting betreft, een crowd funding platform of welke andere variant dan ook). Leg dit vast en geef net als in Engeland, toegelaten entiteiten een fiscaal nummer dat burgers op hun beurt, ook in hun aangifte moeten hanteren voor aftrek tegen inkomstenbelasting (RSIN bijvoorbeeld). Want ja, daar waar mensen fiscaliteit betrekken bij hun liefdadigheid, daar mag de overheid er echt wel wat van vinden namens de rest van de maatschappij. 
  • Behoud aftrek gewoon tegen het hoogste tarief dat je betaalt. Als je 52% betaalt heb je ook al de lagere schijven betaald over de eerste delen van het inkomen en – anders dan de hypotheekaftrek discussies – het verdubbelt iemand z’n slagkracht om goed te doen, in plaats van dat het oneerlijk voordeel voor jezelf oplevert.. je geeft het nogmaals, immers weg toch….?  
  • Ja, dat de overheid dit dus “financiert” is ok; ze heeft immers niet het recht om je eerst te belasten alvorens jij als individu met het resterende inkomen/vermogen pas goed mag doen! 
  • Laat fondsenwervers zelf de burger uitleggen wat ze doen en hoeveel kosten ze maken etc. Net als dat bierbrouwers en banken op de beurs niet vergelijkbaar zijn (zie ook eerdere columns van me), zo zijn lokale fondsen efficiënter dan initiatieven in bijvoorbeeld Afrika. De transparantie is vooral in hun eigen belang, dus maak je als overheid wat minder zorgen alsjeblieft. De burger weet zelf heel goed welk doel zijn of haar onderbuik kietelt en als iets er schimmig uitziet, dan haakt die burger zelf echt wel af. 
  • Geef vermogenden ook de kans om wél in stilte te schenken. Wij zijn nu eenmaal geen Angelsaksen die graag met naam en toenaam op gevels van bibliotheken en ziekenhuizen prijken. Controle op hun geldstromen (o.a. het suboptimale 90% beginsel, ook al eens over geschreven) zou ik gewoon fiscaal afdwingen met jaarlijkse aangifte/deponering en een accountantscontrole
  • Als je bang bent voor “Salafisten” die via slinkse financieringsvormen Nederlandse stichtingen met kwade bedoelingen sponsoren, maak dan in het bankverkeer (waar de angst er inmiddels goed in zit na alle recente witwasproblemen) ruimte om grotere geldstromen te rapporteren aan de daartoe geëquipeerde overheidsinstantie? Het publiceren van donateurs is de verkeerde transparantie die vooral op nieuwsgierigheid gestoeld is..
 
Maar bovenal, laat alsjeblieft het kind niet met het badwater weggesmeten worden; verreweg de meeste filantropische initiatieven komen toch echt voort uit φιλανθρωπία, liefde voor de medemens. 
Zorg voor een ouderwetse “startpagina filantropie”, alwaar eenieder met het idee om iets goeds te doen, terecht kan voor informatie, hulp, toegang tot gelijkgestemden. Het glas is halfvol, niet halfleeg, aan de overheid om dat te omarmen… 
Wilt u meer bijdragen lezen van DDB-Expert Governance & Finance Roderik Bolle? klik hier