Twintig procent meer donateurs? Zo doe je dat…

Twintig procent meer donateurs? Zo doe je dat…
Twintig procent meer donateurs? Zo doe je dat…
1 februari 2018
Opinie | | Wetenschap & Onderzoek

We hebben in De Dikke Blauwe al uitgebreid aandacht besteed aan de dissertatie waarop Arjen de Wit dinsdag promoveerde. De hoofdconclusie van zijn proefschrift kunnen we het beste samenvatten met: goede doelen kunnen overheidsbezuinigingen niet zomaar opvangen. Het onderzoek van De Wit bevat flink wat (in)directe aanbevelingen voor zowel overheid als fondsenwervers.
 
Eerst de overheid. Die komt met allerlei bezuinigingen op subsidies niet meer weg met de zogenoemde ‘verdrijvingshypothese’: bij toenemende overheidsuitgaven zouden private donaties verminderen, en omgekeerd, afnemende overheidsuitgaven zouden leiden tot méér donaties. Van die ‘verdrijvingshypothese’ laat De Wit weinig heel. Natuurbescherming is het terrein waar substitutie tussen overheidsbestedingen en donaties aan natuurdoelen en hulpclubs nog enigszins waarschijnlijk is, maar bij gezondheid en sociale doelen gaat die vlieger al helemaal niet op.
 
Interessant is dat De Wit wel een ander verband heeft ontdekt: er is een wisselwerking tussen donaties in verschillende sectoren. Zo lijkt het er op dat overheidsgeld voor gezondheid en sociale voorzieningen donateurs naar, wat De Wit noemt ‘expressieve’ doelen drijven, zoals internationale hulp of kunst en cultuur. Met andere woorden: waar de overheid met subsidies aan de ene kant van het waterbed duwt, komen de private donateurs op een ander deel omhoog.
 
De Wits advies voor beleidsmakers is klip en klaar: wees voorzichtig met bezuinigingen als je de particuliere financiering van een gezonde filantropiesector wilt bevorderen. Daarbij is de ontnuchterende macro-economische werkelijkheid deze: zelfs een forse toename van particuliere giften kunnen afnemende overheidsbijdragen nooit compenseren. Overleg met de sector is dan wel het minste, voordat beleidsmakers de rekening doorschuiven naar de participerende burger.
 
Het proefschrift van De Wit bevat ook voor fondsenwervers belangrijke inzichten. Veranderingen in overheidsbestedingen worden vaak niet genoemd in de media, waardoor het onwaarschijnlijk is dat ze een direct effect hebben op het geefgedrag. Het sleutelwerkwoord is hier: informeren! Als je je achterban op de hoogte brengt van specifieke overheidsbezuinigingen bij jouw organisatie, kan dat leiden tot een toename van het aantal donateurs met…zo’n twintig procent!
Natuurlijk spreken bij die noodzakelijke informatieslag donorprofielen een belangrijke rol, want ‘de’ donor bestaat alleen in LaLaLand. De Wit vond bijvoorbeeld dat hoger opgeleiden met sterkere prosociale waarden en met meer vertrouwen in goede doelen – vaker gevraagd om te geven – geneigd zijn om bezuinigingen te compenseren.
 
De wetenschappelijke moraal van De Wits verhaal: over het algemeen zijn filantropie en overheidsbestedingen geen substituten. En dat is een belangrijk inzicht voor zowel de Haagse beleidsmakers en politiek, als voor de fondsenwervers in de filantropiesector. De verdrijvingshypothese is daarmee verdreven.