Over het karakter bedervende effect van applaus

Over het karakter bedervende effect van applaus
Over het karakter bedervende effect van applaus
26 november 2020

Een (gezonde) dosis zelfvertrouwen is voor iedere professional van belang. Zonder dat val je ten prooi aan lethargie of twijfel en komt er niets of weinig uit je handen. Feit is dat zelfvertrouwen toeneemt du moment je ook erkenning van de buitenwereld krijgt. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat het statement ‘success breeds success’, ook écht waar is. Mensen willen graag horen bij anderen die niet alleen succesvol zijn, maar die ook (publieke) erkenning daarvoor krijgen – en dat ook uitstralen – waardoor diegenen weer substantieel meer succesvol worden. Een multiplier-effect dus. En een perpetuum mobile.
 
Applaus en aandacht hebben echter een verslavend effect. En vooral een karakter bedervend effect. Je wilt er steeds meer van, tenminste als je niet sterk in je schoenen staat. Het ego moet gevoed (blijven) worden. Althans als de aandachtsverslaving tè groot wordt: als er sprake dreigt te worden van narcistisch gedrag (dat wil niet zeggen dat iemand dan ook gelijk hoeft te lijden aan een narcistische persoonlijkheidsstoornis, de pathologische vorm van narcisme).
 
In Nederland kennen we het fenomeen van de ‘celebrity CEO’ eigenlijk niet (meer). Een jaar of vijftien geleden was dat nog (iets) anders, maar de meeste van deze corporate-bekendheden en bedrijven is dat slecht bekomen. Anno nu zijn onze CEO’s relatief onzichtbaar, wel eens tè onzichtbaar. Niet voor niets riep Rutte hen al eens op om zichtbaarder te zijn en zich meer te ‘bemoeien’ met het maatschappelijk debat. Dat zou goed zijn.
 
Maar ‘welke vent (m/v) representeert tegenwoordig dan wel de tent’? Dat zijn òf deskundigen (en ja, soms is dat de CEO) die – afhankelijk van onderwerp en timing - in positie gebracht worden door vakbekwame persvoorlichters. Òf het zijn meer generieke woordvoerders die het gezicht van de organisatie zijn. En ja, er zijn hele goede (generieke) woordvoerders. Wat hen (ook) goed maakt is dat ze hun optredens doseren en uitsluitend het woord voeren over waar hun organisatie voor staat en gaat. Verder weten we niets of weinig van ze.
 
Maar: er zijn ook woordvoerders van een andere categorie. Woordvoerders die na een flitsende start, omdat ze mediageniek zijn, langzaam maar zeker in een verkeerd speelveld terecht komen. De verslaving aan applaus, exposure en populariteit gaan hun tol eisen. Langzaam maar zeker verwordt het van ‘Jan Y van organisatie X’ tot ‘organisatie X van Jan Y. ‘ Voelt u het verschil? De organisatie wordt instrumenteel voor de persoonlijke exposure. 
 
De symptomen van het gedrag: naast woordvoering namens hun club worden deze personen semi-bekende Nederlanders. We zien ze ineens in reis- en spelletjesprogramma’s op tv opduiken, de kleding wordt gesponsord (ja, dat gebeurt), men is te gast op fancy feesten en partijen, op Twitter stort men een tsunami over ons uit met instant meninkjes, interviews gaan niet meer alleen over ‘de zaak’ maar steeds vaker over henzelf. 
 
In dat stadium wordt het link (kwetsbaar). Organisatie en persoon zijn immers versmolten geraakt. Uiteindelijk leidt dit vaak tot ongelukken en ultimo ook tot een scheiding tussen organisatie en woordvoerder.
 
Dit kan voorkomen worden. Allereerst door ‘tembare ego’s’ aan te nemen: mensen die beseffen dat we allen passanten zijn. Mensen die zelfrelativering tot deugd hebben verklaard en focussen op waarom ze aan boord zijn gekomen. Mensen wiens pad niet bestrooid wordt met rozenblaadjes door een niet-kritisch umfeld, maar die in de thuissituatie en de professionele omgeving countervailing power hebben. Mensen die in de spiegel kijken – en niet zoals Narcissus uit de Griekse mythologie die verliefd was op zijn eigen spiegelbeeld – maar die dat doen om zichzelf eens kritisch te inspecteren. Om het karakter bedervende aspect van applaus de baas te kunnen blijven. Dàt dient de zaak waar ze (we) voor aangenomen zijn.
 
Meer bijdragen van Marc van den Tweel lezen? Klik dan hier