Bestuurders: we zijn allen passanten...

Ook bestuurders zijn passanten en nooit belangrijker dan de organisatie.
Ook bestuurders zijn passanten en nooit belangrijker dan de organisatie.
19 oktober 2017
Opinie | | Governance & Finance

Dames en heren bestuurders, het is voor sommigen onder u teleurstellend: maar leiderschap is aan tijd en plaats gebonden. We zijn allen passanten[1]; een tijd(je) van betekenis voor de prachtige organisatie waar we voor werken, we doen wat nodig is, dienen de missie, zijn er met onze specifieke vaardigheden op het juiste moment in de ontwikkeling van een organisatie en op een gegeven moment is de chemie uitgewerkt en wordt het tijd om te gaan. Daar is niets mis mee.
 
Het besef dat de vent niet de tent is, blijkt in de praktijk van alle dag toch lastig. Erg lastig.
Zo ken ik van nabij het voorbeeld van een bestuurder, die zich na zijn vertrek geregeld kwam beklagen bij zijn oude club, dat hij niet meer uitgenodigd werd voor allerlei belangwekkende bijeenkomsten (van zijn externe netwerk). Waarom kwamen die in hemelsnaam bij een ander terecht? Na twintig jaar op de bok te hebben gezeten, was hij zijn relativeringsvermogen kwijtgeraakt. Het zicht kwijt op het feit dat hij niet werd uitgenodigd om wie hij was, maar om wat (de organisatie) hij representeerde. Weg is weg, dat besef drong slechts moeizaam door.
 
‘Je grootste vijanden, zijn je voorganger en je opvolger.’ Ik weet niet meer van wie ik dit ooit hoorde, maar de portee van dit statement is dat je eerst bezig bent met puinruimen van je voorganger, en nadat je weg bent maakt je opvolger er weer een zooitje van… Dit horen we vaak. Toch?
 
Jezelf té serieus nemen: het is het karakterbedervende aspect van leiderschap. Aan de eerdere voorbeelden moest ik de laatste tijd herhaaldelijk denken. Vooral als ik ingezonden brieven in kranten lees. Regelmatig kom ik dan epistels van personen tegen, die ondertekenen met ‘oud-directeur van ….’. Ja, óók uit de goede doelensector.
 
Tamelijk ergerlijk (overdreven, want ik erger me niet zo snel) dat deze oud-bestuurders krampachtig pogingen doen om in de picture te blijven, op oude roem proberen te blijven teren. Feitelijk ten koste van hun voormalige organisatie, van hun opvolger, want daar zijn de pijlen in de brieven veelal op gericht. Ook niet erg chique overigens (Maak ruimte voor je opvolger! Maak ruimte voor andere opvattingen!).
 
Maar misschien is het ook wel - en vooral - het gebrek aan loyaliteit, het spuwen in de bron waar je uit gedronken hebt, waar ik moeite mee heb. Dat bekroop me in ieder geval ook bij het lezen van de politieke memoires van VVD-politica Ybeltje Berckmoes (Voorlichting loopt met u mee tot het ravijn) en die van SP-politica Sharon Gesthuizen (Schoonheid macht liefde: In het leven en de politiek). Intrigerend proza, platte nieuwsgierigheid bevredigend, maar naar mijn smaak niet getuigend van ware clubliefde. Laat staan van het besef dat we allen passanten zijn.
 
[1] Speciaal voor de juridisch geschoolden, met passanten bedoel ik hier dus gewoon voorbijgangers… Voor de niet-juridisch geschoolden: een passant is in het Wetboek van Strafrecht een persoon die vast zit in een Huis van Bewaring en veroordeeld is tot een gevangenisstraf en/of TBS en in afwachting is van plaatsing in een gevangenis of een TBS-inrichting ;-) Zo erg is het nu ook weer niet met onze bestuurders…
 
⇒Volgende week (26 oktober) verschijnt er i.v.m. een kort herfstreces geen DDB Journaal. Wel zijn er DDB Daily's: nieuwsoverzichten die dagelijks rond 12.00 uur verschijnen. Wilt u voortaan ook DDB Daily in uw mailbox ontvangen? Meld u aan voor een kosteloos abonnement: klik hier.