Erasmus Trustfonds: ‘Als je ze niet vraagt, geven ze ook niet’

Voorzitter Michiel Muller ging er niet vanuit dat het werven makkelijk ging. ‘Niemand wil vijf euro geven aan iets wat zinloos is.'
Voorzitter Michiel Muller ging er niet vanuit dat het werven makkelijk ging. ‘Niemand wil vijf euro geven aan iets wat zinloos is.'
18 november 2017
Nieuws | | Vermogensfondsen

Hét filantropisch nieuws van de afgelopen week: de komst van een nieuw vermogensfonds dat het Erasmus Trustfonds samen met de universiteit heeft opgezet. Die nieuwe private pot moet binnen enkele jaren gevuld worden met 100 miljoen euro en de eerste schapen zijn over de dam. Het nieuwe fonds, dat het grootste universiteitsfonds van ons land moet worden, heeft inmiddels 26 miljoen euro opgehaald. Bijzonder in Nederland, maar in de VS doen ze het al jaren: alumni vragen om donaties om de kwaliteit van de universiteit en onderzoek te behouden. Makkelijker gezegd dan gedaan, maar hoe deed het Erasmus het eigenlijk?
 
Twee jaar geleden, tijdens de opening van het academisch jaar, werd voor het eerst gesproken over het nieuwe vermogensfonds. Het initiatief kwam van Michiel Muller, ondernemer van onder meer Tango, Route Mobiel en Picnic. ‘In Nederland werd lang gedacht: mensen geven niet aan een universiteit. Tot een vertegenwoordiger van het endowment fund van Oxford University tegen me zei: mensen geven niet, want het wordt ze nooit gevraagd. Dat was voor mij een eyeopener. Daarmee zijn we aan de slag gegaan’, zegt Erasmus-alumnus Muller, inmiddels voorzitter van het fonds.

Eerst leden van het Trustfonds

Vragen, dat deed de Erasmus Universiteit daarna wél. Anderhalf jaar lang werden bemiddelde alumni en Rotterdamse notabelen en families benaderd met de vraag of ze ervoor voelden een deel van hun vermogen in een vermogensfonds van de universiteit te stoppen. Muller ging er niet vanuit dat het werven makkelijk zou gaan. ‘Niemand wil vijf euro geven aan iets wat zinloos is. We hebben allereerst leden van het Trustfonds benaderd, want daarvan wisten we al dat ze betrokken zijn bij de universiteit. En met de komst van de drie Erasmus initiatives hadden we een bijzonder goede case for support’, aldus Muller.

Eerste schaap over de dam

Het eerste ‘schaap over de dam’ was oud-minister van Financiën en oud-bankier Onno Ruding (foto), die begin jaren zestig aan de Nederlandse Economische Hogeschool studeerde. Hoeveel hij heeft gedoneerd wil hij niet zeggen, waarom wel. ‘Mijn hele leven heb ik veel gehad aan wat ik hier heb geleerd tijdens mijn studie en mijn promotie daarna, dat vormt mijn motivatie om iets terug te geven. Het geld komt in een fonds op naam, en de opbrengsten wil ik besteed zien aan onderzoek en onderwijs aan de Economische Faculteit. Bijvoorbeeld het halen van een gasthoogleraar naar Rotterdam. En een deel van het geld wordt besteed aan medisch onderzoek. Ik ga me niet precies bemoeien waaraan, maar ik vind het wel leuk om op de hoogte te worden gehouden.’

Onderzoek en donateur matchen

Om potentiële donateurs een beeld te geven waaraan ze hun geld konden schenken, organiseerde de universiteit ‘oploopjes’ met betrokken hoogleraren en het bestuur. De hoogleraren presenteerden hun onderzoek, op zoek naar een match tussen onderzoeker en donor. ‘Een donateur wilde onderzoek financieren naar obesitas. Na een presentatie door hoogleraar Liesbeth van Rossum over haar onderzoek hiernaar, was er meteen een match. Ze had bij wijze van spreken nog dezelfde dag kunnen beginnen’, aldus Muller.

'Geen onderzoek op commando'

De donateurs hebben overigens alleen zeggenschap over het thema waar ze geld aan willen besteden, niet over de inhoud van het onderzoek zelf. ‘Het gaat niet om onderzoek op commando, dan heb je het over opdrachtonderzoek en daar hebben we de holding voor’, zegt collegevoorzitter Kristel Baele. ‘Het gaat er om dat de gever echt wil bijdragen aan kwalitatief hoogstaand onderzoek voor de lange termijn.’
Eric Stubbé (foto), oud-student Bedrijfskunde en oprichter van ALLSafe doet dat. Zijn thema: Afrika. ‘We hebben met ALLSafe ook een maatschappelijke opdracht’, zegt Stubbé in de Volkskrant. ‘We hebben een stichting waarin we geld bijeenbrengen voor onderwijs in Afrika. Wij geloven in onderwijs en kennis, zeker in Afrika, waar een opleiding een wereld van verschil maakt. Kennis is vooruitgang, democratie heeft genuanceerd denken nodig. Maar dat geldt ook in Nederland en ik denk dat het gezond is als particuliere partijen en universiteiten elkaar proberen te vinden, om iets positiefs te doen. We geven het Erasmus Trust Fund daarom tien jaar lang een, laat ik zeggen, flink bedrag. En we zien graag dat anderen ons volgen.' 

Bijdrage van medeoprichters Van Beuningen

Dat gebeurt ook. Bevestigde donateurs reiken namen aan van andere mogelijke geldschieters. Enkele namen zijn inmiddels bekend gemaakt: Raymond Cloosterman en Colette Cloosterman-van Eerd (topman en topvrouw van respectievelijk Rituals en supermarktketen Jumbo), Rob van Gansewinkel (Van Kaathoven Groep) en de familie Van Beuningen. ‘Die laatsten zijn wel een bijzonder verhaal’, zegt Muller. ‘De voorvaderen van de familie Van Beuningen behoorden tot de veertig Rotterdamse ondernemers die de oprichting van de voorloper van de Erasmus Universiteit in 1913 mogelijk hebben gemaakt. Met hun bijdrage herhaalt de geschiedenis zich ruim honderd jaar later.’

Breed aanbod van onderzoek

Baele: ‘Wat hen allemaal bindt, is het gevoel iets terug te willen doen voor de instelling die hen een goede opleiding en daarmee goede kansen voor de toekomst heeft geboden. Er komt een moment in je leven dat je genoeg hebt voor jezelf en je wilt delen.’ Ze is verheugd over het resultaat, maar niet verbaasd over het potentieel van deze universiteit: ‘De EUR is eigenlijk een relatief makkelijke universiteit om geld voor te werven. We hebben een breed aanbod van onderzoek wat vaak al een sterk maatschappelijke component heeft.’
 
Bronnen: Erasmus Universiteit, Volkskrant