Nieuwe DDB-serie: de wetenschap komt naar u toe…

Nieuwe DDB-serie: de wetenschap komt naar u toe…
Nieuwe DDB-serie: de wetenschap komt naar u toe…
29 maart 2018
Nieuws | | Wetenschap & Onderzoek

De Dikke Blauwe besteedt dit voorjaar aandacht aan de samenwerking tussen wetenschappers en filantropiesector. Of samenwerking? Nou, daar valt nog wel een wereld te winnen. Tweewegverkeer tussen onderzoekers en beleidsmakers, filantropieprofessionals en journalisten is cruciaal om de juiste (onderzoeks)vragen te stellen. Voeding vanuit de praktijk voorkomt dat de academie een ivoren toren wordt. Tegelkijkertijd kunnen impulsen vanuit de wetenschap de filantropie ook verrassende inzichten geven en innovatie stimuleren. In onze nieuwe serie ‘De wetenschap komt naar u toe’ vandaag een gezamenlijke aftrap van de initiatiefnemers Pamala Wiepking, Lonneke Roza, Karen Maas, Theo Schuyt en René Bekkers. Volgende week de eerste bijdrage van Pamala Wiepking.
 

Science for more generous societies


Wetenschappers op het gebied van filantropie in Nederland zetten zich in om het beste wetenschappelijke onderzoek te doen wat mogelijk is, met de beste mensen wereldwijd, om zo te helpen samenlevingen te creëren waar mensen willen bijdragen aan het publieke goed en aan het welzijn van anderen. Om dit te realiseren is het voor wetenschappers van groot belang om samen te werken met mensen van buiten de wetenschap, waaronder beleidsmakers, filantropie professionals en journalisten. Want samenwerking tussen praktijk en wetenschap is noodzakelijk om juist díe vragen te stellen die het meest relevant zijn. Daarnaast biedt de praktijk nieuwe inzichten die wetenschappers niet kennen. In de praktijk zijn er prachtige ideeën en oplossingen ontwikkeld, die geen wetenschappelijke basis hebben, maar wel heel goed kunnen werken.
 
Tegelijkertijd komen we in de wetenschap soms tot hele (onverwachte) nieuwe inzichten, kunnen we testen of oplossingen wel zo werken als we denken dat ze doen en bieden we kaders die de dagelijkse praktijk ook (deels) kunnen verklaren. Daarnaast zijn wetenschappers vaak goed op de hoogte van buitenlands onderzoek dat ook heel bruikbaar is voor de Nederlandse context, maar waar we hier geen specifiek onderzoek naar doen. Dat we die kennis nog niet voldoende delen is ook evident.
 
De maatschappelijke meerwaarde van de wetenschap komt namelijk ten volste tot haar recht als de kennis toepasbaar wordt gemaakt en daarmee een positieve bijdrage levert aan onze samenleving. En dát kunnen wetenschappers niet alleen. Wetenschappers zijn zeer ervaren in het doen van gedegen onderzoek. Ook hiervoor is het nodig (en heel bevredigend) om samen te werken met gepassioneerde professionals, beleidsmakers en journalisten. Samen kunnen we het verschil maken, omdat we ieder vanuit onze expertise een specifieke bijdrage leveren aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken.
 
De ervaring leert echter dat het niet eenvoudig is om deze samenwerkingsverbanden op te zetten. Wetenschappers spreken vaak een andere taal en zijn vaak geïnteresseerd in andere type (bredere) problemen en oplossingen (algemeen toepasbaar en dus minder concreet) dan bijvoorbeeld beleidsmakers, filantropie professionals en journalisten. Voor een groot deel hebben deze verschillen te maken met de verschillende korte termijn doelstellingen die leidend zijn voor alle partijen. Wetenschappers worden voornamelijk afgerekend op het aantal publicaties in toptijdschriften. Toppublicaties realiseer je vooral wanneer je een heel bijzonder probleem bestudeert of hele bijzondere resultaten vindt. Dit type onderzoek helpt vaak niet om de korte termijn doelstellingen van beleidsmakers of filantropieprofessionals te realiseren. Die willen graag handvatten voor beter beleid, of gewoon weten hoe ze meer donateurs kunnen werven (fondsenwervers) of hoe middelen het best besteed kunnen worden (project managers).
 
Om succesvolle samenwerking tussen wetenschap en praktijk te realiseren, is het daarom noodzakelijk dat wetenschappers begrijpen wat de korte termijn doelstellingen vanuit de praktijk zijn en dat professionals begrijpen dat wetenschappers vragen willen stellen die leiden tot meer algemeen toepasbare antwoorden en dat dit iets meer tijd kost, maar uiteindelijk ook tot breder bruikbare inzichten zal leiden. De kennis die dan ontwikkeld wordt is dan niet alleen toepasbaar voor een specifieke organisatie, maar breder voor meer organisaties of het hele veld.
 
Naast samenwerking is het van groot belang dat wetenschappers, beleidsmakers, filantropie professionals en journalisten feedback geven op elkaars werk[1]. Dit kan ervoor zorgen dat wetenschap relevanter wordt voor de praktijk, bijvoorbeeld wanneer wetenschappers in samenspraak met relevante professionals en beleidsmakers hun onderzoeksvragen opstellen.
 
De komende weken zullen verschillende wetenschappers in De Dikke Blauwe laten zien waarom zij samenwerking tussen wetenschap en praktijk zo belangrijk vinden en concrete voorbeelden geven van projecten waarbij samenwerking tot maatschappelijke meerwaarde heeft geleid. Heb je ideeën voor samenwerking tussen wetenschap en praktijk? Vragen waarvan je vindt dat daar nu écht eens naar gekeken moet worden? Of heb je opmerkingen naar aanleiding van dit stuk? Wij horen dat graag van je. Zoals altijd in de wetenschap zijn vragen, feedback of commentaar méér dan welkom. Want alleen dan kunnen we samen die samenleving creëren waar mensen willen bijdragen aan het publieke goed en aan het welzijn van anderen.

 
Pamala Wiepking, Lonneke Roza, Karen Maas, Theo Schuyt en René Bekkers
  
 
[1] *) Een belangrijke aanzet daartoe zal ook worden gegeven tijdens het eerste Civil Power-event op 22 november a.s., georganiseerd door DDB-uitgever Lenthe. Voor meer informatie: klik hier.