Wat brengt het jaar 2024 de filantropie? Hoogleraar René Bekkers over actuele thema's

2024 in acht trends.
2024 in acht trends.
8 februari 2024
Voordracht | | Dominante trends

Wat zullen we dit jaar beleven in de sector Filantropie? René Bekkers, als hoogleraar Filantropie verbonden aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, zet acht achtenswaardige trends op rij. 'Het wordt wel een beetje een achtbaanrit', zegt hij, want het is niet allemaal goed nieuws. We gaan een paar keer omhoog en omlaag en misschien gaan we nog over de kop ook. De veiligheidsbeugels gaan dus vast.' Deze tekst is een iets ingekorte en lichte bewerking van een recente voordracht uitgesproken in de Koninklijke Industrieele Groote Club in Amsterdam en gefaciliteerd door Bank Ten Cate & Cie.



 
  • Meer kennis
  • Meer transparantie
  • Minder giften, meer nalatenschappen
  • Discussie over giftenaftrek
  • Nieuwe voorbeelden vrijgevigheid
  • Nieuwe gevers, nieuwe geefwijzen
  • Maatschappelijke heroriëntatie
  • Meer discussie over impact

1 Het jaar 2024 brengt meer kennis over filantropie
Het Centrum voor Filantropische Studies presenteert op woensdag 19 juni een nieuwe editie van ons onderzoek ‘Geven in Nederland’. In de veertiende editie van dit onderzoek besteden we bijzondere aandacht aan vrijwilligerswerk vanuit bedrijven en de enorme diversiteit aan maatschappelijke initiatieven. Wist u dat we in Nederland voor elke vijftig  inwoners één stichting of vereniging hebben? Voor elke 750 inwoners telt ons land één fondsenwervende instelling, en daarnaast één vermogensfonds voor elke 2500 inwoners. We brengen de geldstromen naar goede doelen opnieuw in kaart met schattingen van hoeveel miljard er loopt via fondsenwervende instellingen en vermogensfondsen. Zet u de datum vast in uw agenda en volg het Centrum voor Filantropische Studies (www.filantropischestudies.nl) ook via LinkedIn. Binnenkort kunt u zich aanmelden.

2 Het jaar 2024 brengt meer transparantie
We hebben de geldstromen binnen de filantropie beter in beeld als gevolg van de toegenomen transparantie in de sector. We beschikken over steeds meer informatie inzake filantropie in Nederland omdat fondsen steeds beter publieke verantwoording afleggen over hun activiteiten. De standaardformulieren van de Belastingdienst hebben daarbij geholpen. Het komend jaar zal die trend doorzetten. Het is de bedoeling dat er een centraal informatiepunt komt waarin de gegevens die algemeen nut beogende instellingen elk jaar moeten publiceren beschikbaar komen. 

Een nieuw portaal klinkt misschien als meer werk dat niets oplevert. Maar niets is minder waar. De formulieren bieden nieuwe kansen om te laten zien wat u geeft en aan wie of wat. Ze bieden de kans aan de sector om meer zicht te geven op de bestedingen. Meer zichtbaarheid voor de goede werken. Als u nog geen standaardformulier gebruikt voor uw eigen orgnisatie, doe dat dan voortaan. Dan komt de waarde van uw werk beter in beeld en daarmee dient u het collectieve belang van de sector. Ik kom hier zo dadelijk bij punt 4 nog op terug.

Intussen gaan we tijdens onze achtbaanrit iets steiler omhoog.

3 Minder giften bij leven, meer via nalatenschappen
Een trend die we al sinds het begin van ons onderzoek Geven in Nederland zien is dat de waarde van bijdragen aan goede doelen via nalatenschappen toeneemt. Collega Theo Schuyt sprak van de Gouden Eeuw van de Filantropie. Daarin verhuist ongeveer €100 mrd van particuliere handen naar goede doelen. De trend van meer euro’s in nalatenschappen zal het komende jaar doorzetten en versnellen. Er is namelijk een structurele verandering op komst waar goede-doelenorganisaties van kunnen profiteren als ze er op voorbereid zijn. Erfenissen voor deze organisaties komen vrijwel uitsluitend van kinderloze burgers. Het percentage kinderloze erflaters zal de komende jaren toenemen.

Door de toename van inkomsten uit nalatenschappen van de babyboomgeneratie, die meer kinderloze leden telt, zullen de inkomsten uit nalatenschappen de komende jaren nog toenemen. Het gevaar is wel dat goede-doelenorganisaties daardoor lui worden en te weinig investeren in binding met jongere generaties. En die binding is juist de voedingsbodem voor een duurzame toekomst voor filantropie in Nederland.

Belangrijk: de toename van giften na het leven maskeert een afname van levend geld. We zien in Geven in Nederland dat de laatste jaren de giften van huishoudens afnemen. Dit komt omdat oudere generaties vrijgeviger zijn dan jongere en omdat die oudere generaties langzaam verdwijnen uit de bevolking. De uitzonderlijke vrijgevigheid van de vooroorlogse ‘stille’ generatie komt tot een einde in erfenissen voor goede doelen. Maar wat komt daarna?

De jongere generaties zijn zeker niet minder maatschappelijk betrokken dan de oudere. Maar de jongere generaties zijn wel minder gewend om te geven. En dan wordt het moeilijker om ze in de toekomst tot geven te bewegen. Dat moeten we zien te veranderen. Dus als u actief fondsen werft, richt u zich dan niet alleen op de loyale gevers waar u altijd wel een beroep op kunt doen, maar lanceer eens een campagne die nieuwe gevers aantrekt.

We zijn nu halverwege en toe aan de eerste afdaling in onze achtbaanrit.

4 Het jaar 2024 brengt opnieuw discussie over de giftenaftrek
In het komend jaar gaan we opnieuw een nut & noodzaak discussie tegemoet over de giftenaftrek. Mijn verwachting is dat de conclusies minder positief zullen zijn dan de vorige keer. We hebben gezien dat het gebruik van de giftenaftrek de afgelopen jaren is afgenomen. Ook is het gebruik steeds sterker geconcentreerd geraakt onder vermogende Nederlanders. Het populistische sentiment tegen belastingvrijstellingen voor de rijken zagen we vorig jaar al op een strategische manier terug in het interdepartementale beleidsonderzoek ‘Licht uit, spot aan: over de vermogensdeling’. Ik heb zo’n idee dat dit sentiment sinds de verkiezingen niet verdwenen is.

De belastingdienst wil alle vrijstellingen uit de ‘kerstboom’ van de inkomstenbelasting halen. De sector filantropie kan de discussie over de giftenaftrek winnen, maar dan moet de sector wel komen met een verbetervoorstel dat het fiscale voordeel voor giften eerlijker verdeelt over alle Nederlanders. Nu profiteert maar 7% van de huishoudens van de giftenaftrek, terwijl meer dan drie kwart van de huishoudens geeft aan goede doelen. De vraag is dus niet alleen welke vorm van fiscale faciliteiten voor giften het beste werken, maar ook hoe we die eerlijker kunnen verdelen.

Deze vraag kan later nog terugkomen bij andere fiscale vrijstellingen. Nalatenschappen aan algemeen nut beogende instellingen zijn vrijgesteld van erfbelasting. We weten het niet zeker, maar ik denk dat tussen de € 600 mln en € 800 mln per jaar terechtkomt bij algemeen nut beogende instellingen. Bij CBF is daarvan maximaal de helft in beeld. Waar gaat de rest heen? Ook vrijstelling van vermogensbelasting voor vermogensfondsen kan een discussiepunt worden. Als vermogensfondsen maar een klein deel van hun vermogen per jaar aan goede werken besteden dan komt op een dag de vraag of die goede werken wel de misgelopen erfbelasting waard zijn.

De vraag waar giften nuttig voor zijn moeten we opnieuw gaan beantwoorden. De transparantie waar ik het eerder over had helpt daarbij, maar kan niet het volledige antwoord zijn. We kunnen nu al een begin maken met het zoeken naar argumenten. Hoe komen we uit het dal? Misschien helpt de actualiteit ons daarbij:

5 2024 brengt nieuwe voorbeelden van vrijgevigheid
De Amerikaanse ondernemer en activist Yvon Chouinard verkocht afgelopen jaar zijn bedrijf Patagonia en bracht het onder in een stichting. Het was een mooi moment van positieve aandacht voor vrijgevigheid. Deze verkoop leverde een belastingvoordeel op, maar dat is ook terecht als de wereld er beter van wordt. Ik zie steeds meer ondernemers openlijk praten over het teruggeven aan de samenleving met een stewardship filosofie - zorgvuldig beheer waarbij ook wordt gedacht aan maatschappelijk rendement en de lange termijn. Inspirerend. Ik verwacht het komend jaar meer van dit soort voorbeelden die naar ik hoop navolging krijgen. De wereld is niet gebaat bij zoveel mogelijk winst voor aandeelhouders. De wereld is gebaat bij duurzame bedrijven die de planeet minder belasten.

Ik had dit nog maar net opgeschreven of het nieuws kwam dat de 31 jarige Marlene Engelhorn, een nazaat van de oprichter van chemieconcern BASF, een erfenis van € 25 miljoen wil verdelen via een commissie bestaande uit toevallig uitgenodigde groep mensen. Nog zo’n inspirerend voorbeeld van nieuwe vormen van geven. Ze zet de € 25 mln in een fonds waar een willekeurig gekozen groep van vijftig burgers een plan voor mag maken. Directe democratie in een vermogensfonds. Wat een innovatie!

We vinden de weg weer omhoog tijdens de achtbaanrit.

6 Aandacht voor nieuwe gevers en nieuwe manieren van geven
Chouinard, de voormalige eigenaar van Patagonia, het bedrijf in kleding en uitrusting voor buitenactiviteiten, is oud. Hij is nog van de stille generatie. De ondernemers die hun bedrijf in een stichting zetten of daarover nadenken zijn aanmerkelijk jonger. Dat geldt ook voor BASF-erfgenaam Engelhorn. Nog een voorbeeld van een nieuwe gever die op een nieuwe manier geeft: MacKenzie Scott. Deze Amerikaanse schrijfster, eerder gehuwd met Amazon-oprichter Jeff Bezos, geeft dit jaar $ 250 mln weg aan 250 organisaties die daarmee mogen doen wat ze zelf willen. Het Postcodeloterij model.

Engelhorn en Scott laten zien dat het niet alleen de oudste ouderen zijn die een bijdrage leveren aan een duurzame toekomst. Aandacht voor nieuwe gevers kan ook voor de jongere generaties inspirerend zijn. Geven om niet, zonder garantie of tegenprestatie, is niet de enige vorm van vrijgevigheid. Mocht u een gift uit vertrouwen niet aandurven: u hoeft niet een onvoorwaardelijke gift te geven om maatschappelijke meerwaarde te genereren. U kunt ook op andere manieren bijdragen. Met impact investeringen kunt u ook actief uw vermogen laten bijdragen aan maatschappelijk nuttige veranderingen. Impact investeringen zijn niet alleen een manier om jongere generaties te betrekken, maar zullen ook aantrekkelijk zijn voor ouderen die op een meer zakelijke manier denken. U kunt het vermogen van uw fonds ook actief laten bijdragen aan een betere wereld.

7 Maatschappelijke heroriëntatie
Welke maatschappelijke veranderingen willen we bereiken? Wat vinden we belangrijk? We komen uit een tijd waarin de samenleving niet maakbaar heette te zijn. In de neoliberale kerk was het evangelie van de markt het enige antwoord op het onvermogen van de overheid. Nu blijkt dat de samenleving wel maakbaar is, en dat de politiek actief heeft meegewerkt aan het afbreken van de samenleving. Denk aan de uitstoot van CO2, stikstof, PFAS, lood en kwik bij Tata, de schade door de gaswinning in Groningen, de institutionele discriminatie bij de Belastingdienst.

Door een onbetrouwbare partner te zijn is het vertrouwen in de overheid gedaald. En terecht. Een belangrijk onderdeel van het antwoord is het vertrouwen in de kracht van burgers. We moeten niet alles aan de politiek of de markt overlaten. Die zijn allebei teveel gericht op de korte termijn. Maatschappelijke initiatieven kunnen tegenwicht bieden waar we allemaal beter van worden. Het is belangrijk dat we luisteren naar burgers, anders gaan ze op de snelweg zitten of die met tractoren blokkeren, of nog erger.

We komen aan het eind van onze achtbaanrit.

8 2024 brengt meer discussie over impact
De afgelopen jaren hebben duidelijk gemaakt dat juridische actie veel impact kan hebben. Zonder Urgenda waren we nu nog hopelozer achterop geweest. Wie had dat vijftien jaar geleden kunnen voorspellen? Het is maar één voorbeeld van hoe moeilijk het is om de impact van maatschappelijke initiatieven te voorspellen. En de lastigheid van impact is niet alleen het meten ervan. Meestal heb je met wat je doet gewoon weinig impact. Wat mij betreft is 2024 daarom het jaar van de impact bescheidenheid.

Als u morgen uw theory of change nog eens tegen het licht houdt en eerlijk bent, vraagt u zich dan af: wat zou er gebeuren als wij ons geld voortaan aan iets totaal anders gaan besteden? Er ontstaat een waterbedeffect: waar u zich uit terugtrekt komt een andere financier voor in de plaats. En u gaat zich op een terrein begeven waar nu al andere financiers voor zijn. Dat is geen impact, dat is mede mogelijk maken. Maar dat is al heel wat. U mag er trots op zijn dat u erbij mag zijn als maatschappelijke initiatieven met uw financiering het verschil maken.

Een te grote nadruk op impact heeft allerlei schaduwkanten, waarvan ik er twee zal noemen. Ten eerste: als we alleen nog maar financieren wat zeker weten impact gaat hebben, dan neemt niemand nog risico. Met alleen geld voor impact verliezen we al het moois in de wereld dat niet direct levens redt of ander tastbare resultaten op levert.

Ten tweede: de impact van geen impact als je daar wel op had gerekend, is erger dan toch impact als je daar niet op had gerekend. Er is impactinflatie. Iedereen maakt maar impact tegenwoordig terwijl dat lang niet altijd zo is. Was het zonder jou echt niet gebeurd? Die impact-inflatie leidt ook tot valse verwachtingen. Er is een nieuw elan in Nederland: we willen graag werken bij organisaties die impact maken. Bij een sociale onderneming of een bedrijf dat aan de goede kant van de geschiedenis staat. Maar dan werk je daar en dan kom je er na verloop van tijd achter dat de problemen die je zo graag wilt oplossen toch heel taai zijn.

Impactdepressie

Ik ken dat van nabij. Ik doe al vijfentwintig jaar onderzoek naar filantropie in Nederland, maar de laatste jaren neemt de vrijgevigheid in Nederland alleen maar af. De ontkerkelijking is sterker dan het verschil dat wij kunnen maken. Dan ligt de impactdepressie op de loer. Wat draag ik eigenlijk bij? Misschien niet zoveel. En je kunt het succes van teamwerk nooit helemaal aan jezelf toeschrijven.

Daar zit ook een positief inzicht in. Dat je anderen nodig hebt om iets te veranderen betekent dat je moet samenwerken om iets te bereiken, zoals het VSB-fonds en andere fondsen nu met gemeenten doen in het project ‘Samen’. Dat is niet eenvoudig. Module 3 van de Postacademische opleiding Maatschappelijke Filantropie ‘Overheid en samenleving’ gaat daarover.

Als u elke dag mee wilt maken dat wat u doet verschil maakt, dan kunt u beter docent op een basisschool worden en kinderen leren lezen of rekenen of leren omgaan met hun emoties. Dat is mooi werk, intensief, maatschappelijk heel nuttig, maar geen filantropie. Als u morgen met uw impact aan de slag gaat, dan zou ik zeker proberen om te investeren in mensen en projecten die een verschil maken, maar daar ook weer niet te veel van verwachten.