De polder in de picture

... uitgevonden traditie ...
... uitgevonden traditie ...
10 augustus 2023
Column | | Politiek en overheid

De Sociaal Economische Raad trekt de aandacht met een bijzonder oral-history project. Dat is het bewaren, ontsluiten en onderzoeken van recente geschiedenis via vraaggesprekken. Voormalig SER-voorzitters worden 'op wetenschappelijke wijze' geïnterviewd om de geschiedenis van 'de polder' vast te leggen. Om dit bronnenmateriaal vervolgens aan te bieden aan toekomstige onderzoekers. Klaas de Vries (1996-1998), Herman Wijffels (1998-2006), Alexander Rinnooy Kan (2006-2012), Wiebe Draijer (2012-2014) , Mariëtte Hamer (2014-2022): ze komen allen aan het woord. Maar waar komt het woord poldermodel eigenlijk vandaan? Is het een typisch Nederlandse aangelegenheid? En wie heeft de term gemunt? Ook in de filantropie wordt immers 'gepolderd'.



De Staten van Holland verleenden begin zeventiende eeuw een vergunning voor de droogmaking van de Beemster, destijds het grootste landaanwinningproject ooit. Het Beemster octrooi maakte een standaardclausule van de verplichting tot onderhandelen over compensatie, zoals economisch en sociaal historicus Piet van Cruyningen schrijft. ‘Het octrooi uit 1607 is daarmee volgens hem een mooie illustratie van het ‘‘poldermodel’’, de op ‘samenwerking, compromis en consensus gerichte overlegcultuur in de Nederlandse samenleving.’ 

Over ‘zelfbestuur in engen kring’ lezen we ook bij Huizinga in Nederland’s beschaving in de zeventiende eeuw. Hebben voor de opkomst van dit land de binnenwateren een nog gewichtigere functie gehad dan de zee? Waar elders vond met zo’n natuurlijk verkeerssysteem als in dit land, aldus Huizinga. Om uiteindelijk te constateren: ‘Deze hydrografische structuur van het land had tot zekere hoogte een democratische structuur der bevolking tot gevolg.’

Internationale belangstelling

We weten het: in 1997 viel Nederland internationale waardering ten deel voor het ‘poldermodel’. Tijdens de top van de acht belangrijkste industriële mogendheden in juni van dat jaar prees de toenmalige Amerikaanse president Bill Clinton het poldermodel als een successtory die navolging verdiende. Omdat Nederland destijds voorzitter was van de EU kon premier Wim Kok het ‘model’ toelichten. Ook in Duitsland was men enthousiast.  

Hoogleraar Nederlandse geschiedenis Henk te Velde heeft de herkomst van het begrip ontrafeld. In Van regentenmentaliteit tot populisme. Politieke tradities in Nederland schrijft hij dat Evert Rongen, destijds directeur van DSM Nederland en vicevoorzitter van de CDA-fractie in de Eerste Kamer, medio jaren negentig heeft gezegd dat hij een ‘polderlander’ was, hetgeen Rongen in 2006 nog eens bevestigde tijdens een gastcollege aan de Universiteit Leiden.

Rijnlands model

‘Model’ is later toegevoegd? Te Velde: ‘Toen Rongen zei dat hij een ‘‘polderlander’’ was, was dat een antwoord op Melkerts uitspraak dat hij een Rijnlander was.’ Dit speelde zich af tijdens een bijeenkomst ter gelegenheid van vijftig jaar Stichting van de Arbeid in 1995. Ad Melkert was destijds minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Te Velde: Het poldermodel zou als begrip niet zo snel zijn ontstaan als er niet eerder al een Rijnlands ‘‘model’’ was geweest.’
 
 Was polderen door de eeuwen heen een Hollandse mentaliteit? Nader onderzoek heeft weinig heel gelaten van deze romantisering, schrijft historicus Remieg Aerts in Denkend aan Nederland. Over geschiedenis, nationaliteit en politiek. ‘Het polderbeheer is nooit een model geweest en dit type samenwerking was niet typisch Nederlands.’ Volgens Aerts paste het veeleer in de bestuurlijke tradities van besloten overleg, belangenbehartiging en corporatisme.

Uitgevonden traditie

Een invented tradition dus? Volgens Te Velde een schoolvoorbeeld: ‘Het woord dateert uit de jaren negentig van de twintigste eeuw en de bijbehorende praktijk heeft niet veel met polders te maken. Tegelijk bestaat er zeker een traditie van besloten overleg in de overlegeconomie die in geformaliseerde vorm pas echt gestalte kreeg na 1945 met een aanloop in het interbellum, maar in andere contexten verder teruggaat en daarmee behoort tot de politieke tradities.’

Tot slot nog eens gekeken in de Van Dale. Een ‘overlegmodel gericht op consensus en harmonie zoals in Nederland gehanteerd in de jaren 90 van de twintigste eeuw. Het Groot woordenboek van de Nederlandse taal vervolgt: ‘Het woord wordt toegeschreven aan mr. E. Rongen, vicevoorzitter van de CDA-fractie in de Eerste Kamer, die het in december 1996 voor het eerst gebruikte.’ Dat wil zeggen: het woord ‘polderlander’, niet ‘poldermodel’.

Bert Koopman is hoofdredacteur van filantropieplatform DDB.