Mis niet de bloedige slag die taalframing heet! Ook Groene Amsterdammer zet meningsturend jargon in

Mis niet de bloedige slag die taalframing heet! Ook Groene Amsterdammer zet meningsturend jargon in
Mis niet de bloedige slag die taalframing heet! Ook Groene Amsterdammer zet meningsturend jargon in
17 september 2020
Opinie | | Filantropie

Opinieblad De Groene (!) Amsterdammer had recent Staatsbosbeheer op de korrel. De journalist van dienst Marcel ten Hooven nam uitgebreid de tijd rond te lopen met groen-activiste Annelies Henstra, voorheen werkzaam bij natuurorganisatie IUCN-NL. Henstra is bepaald niet blij met het regeringsbeleid dat Staatsbosbeheer sinds tien jaar naast natuurbeheer ook percelen kan vrijmaken voor bosbouw. Het doel: ecologie mede financieren met inkomsten uit duurzaam FSC-hout en ook uit recreatie.
Twee partijen die het niet eens zijn. Kan. 
 
In het licht van opdoemende verkiezingen is het echter boeiend te zien welke taal en begrippen worden ingezet om de andere partij genadeloos te framen. 
 
Kijkt u even mee in onderstaand lijstje?
Staatsbosbeheer versus Henstra:
‘exploitatie’ vs. ‘uitverkoop van het bos’
‘natuureilanden’ vs. ‘oogstblokken’
‘bosbouw’ vs. ‘toegetakelde grond’
‘bos blijft bos’ vs. ‘homogene houtfabrieken’
 
Wetenschapper Arjen Buys van de Wageningse universiteit – duidelijk in het kamp-Henstra - verwijt Staatsbosbeheer het regeringsbeleid te communiceren in ‘simpele oneliners’ en ‘populistische frames’. Groene-journalist Marcel ten Hooven weet ook goed waar Abraham de mosterd haalt als het om de ‘geur van woorden’ gaat. Er is volgens hem ‘neo-liberale dominantie’ en er zijn ‘neo-liberale impulsen’ rond bosbeleid. Hij had ook ‘nieuw-liberaal’ kunnen zeggen, maar aan dat kleine ‘neo’ kleeft net genoeg associatie aan heel foute dingen uit het verleden om effectief te zijn.*
 
Een mooi voorbeeld van taalframing uit de actualiteit is de huidige campagne voor een ‘eerlijke beloning’ in de zorg. Wie daar een ander standpunt over inneemt, zit direct in de hoek van mensen die klaarblijkelijk voor een ‘oneerlijke beloning’ zijn. Daar zit je dan als spindokter van het kabinet. 
Ruim twintig jaar geleden probeerde de VVD-liberaal Ton Elias tevergeefs het jargon te wijzigen rond mediadorp Hilversum. ‘Publieke omroepen’ noemde hij in politieke campagne-cafés  ‘staatszenders’ en de term ‘commerciële omroepen’ wisselde hij in voor ‘onafhankelijke zenders’. Die poging had maar zo kunnen lukken.
 
Met de komende verkiezingen in aantocht is het wijs dat goede doelen en vermogensfondsen - pardon: maatschappelijke organisaties! - zich niet alleen inhoudelijk voorbereiden om politieke programma’s en politici zo veel mogelijk naar hun hand te zetten, maar ook hun taal zorgvuldig te kiezen. En te claimen. Doet de tegenpartij dat eerder, dan ben je op het schaakbord van de verkiezingen meteen al je loper en kasteel kwijt. Eenmaal geworteld jargon is met geen kettingzaag om te krijgen.

*Saillant en veelzeggend: premier Rutte, gevraagd naar een toelichting op de Troonrede van afgelopen dinsdag, over het begrip "neo-liberalisme": 'ik zou niet eens weten wat dat woord betekent...." (vrijwel niemand weet dat, maar het gros van de Nederlandse bevolking heeft beslist geen al te positieve gedachten over dat "neo-nogwat".....)
 
►Wilt u meer commentaren lezen van hoofdredacteur a.i. Don Akkermans? klik hier
♦Wilt u regeren op dit artikel? klik hier