Investeer in kansengelijkheid voor kinderen Kleine investeringen, een groot verschil

Investeren in kinderarmoede.
Investeren in kinderarmoede.
27 juli 2023

Een moeder slaapt met haar drie kinderen in een basisschool in Hilversum. Ze werkt in de thuiszorg, maar de huur werd zomaar opgezegd. Twee gezinnen slapen in een garagebox in Amsterdam-Zuidoost, één gezin in een auto en een andere familie is in huis genomen door een onderwijsassistent. Helaas zijn dit geen uitzonderingen, maar slechts een paar voorbeelden van wat Hans Spekman en Rob Peelen binnen een week tegenkwamen bij het Jeugdeducatiefonds. In hun bijdrage voor de essaybundel ‘De nieuwe polder’ richten ze zich op de toekomstkansen van basisschoolkinderen die vanuit een achterstand opgroeien.



Rob Peelen
Rob Peelen
Hans Spekman
Hans Spekman
Fotografie: Frank Ruiter. 

In ons land leven honderdduizenden kinderen, vaak met werkende ouders, in armoede. Zij krijgen minder kansen om hun talenten te ontdekken, laat staan ze optimaal te ontwikkelen. Deze kinderen kampen met een tekort aan hulpbronnen (basale zaken als bed en brood, maar ook minder toegang tot zorg en culturele activiteiten) en stress. Onderzoek heeft aangetoond dat juist deze factoren negatieve impact hebben op de prestaties van kinderen op school. Kleine, gerichte investeringen in hulpbronnen, leefbaarheid in de wijk en stress wegnemen kunnen daarom grote impact hebben. Op het kind, en uiteindelijk ook op het verdienvermogen van onze maatschappij.
 
Toch gebeurt dit bijna niet: het aantal kinderen in armoede blijft schrikbarend hoog en investeringen blijven ernstig achter. Bovendien blijven deze kinderen vaak verstrikt in de netten van armoede; armoede is ‘erfelijk.’ Om dit tegen te gaan, doen Spekman en Peelen aan de hand van drie samenhangende voorstellen een voorzet voor de aanpak van kinderarmoede.

1 De basisschool als vindplaats

Allereerst moeten we weten waar we moeten investeren. Neem de basisschool als vindplaats; daar kan het cruciale verschil worden gemaakt. In het basisonderwijs ontstaat namelijk al jong het verschil, dat veel kinderen niet meer kunnen inhalen. Bovendien is de basisschool ook een natuurlijke plek zonder  drempels; ieder kind en elke ouder komt er langere tijd en doorgaans is er een positieve relatie tussen ouder, kind en leerkracht. Om al deze redenen is de basisschool dé plek om te werken aan een duurzame, schaalbare aanpak van kinderarmoede. Met de basisschool als startpunt stellen we het kind en zijn ontwikkeling centraal.

2 Investeer in de school

Dat de school de vindplaats is, wil niet zeggen dat het tegengaan van kinderarmoede volledig de verantwoordelijkheid van onderwijs is. De ontwikkeling van het kind centraal stellen vraagt om een integrale aanpak. De leerkracht weet wat nodig is, maar vaak staan bureaucratie en het gebrek aan middelen slagkracht in de weg. We moeten deze bureaucratie wegnemen, vertrouwen op de experts in het veld en hen de tools geven die ze nodig hebben. De beste manier om dit te doen is door scholen te faciliteren met een functie binnen het schoolteam om kinderarmoede aan te pakken. De inzet van zo’n zogenaamde ‘brugfunctionaris’ is een bewezen effectieve interventie. Hij of zij slaat een brug tussen de wereld van school en die van thuis om de ontwikkeling van kinderen te versterken.
 

3 Investeer ongelijk

Tot slot moeten we ongelijk durven te investeren als we echt effectief willen handelen. Vooral voor de overheid kan dat onwennig aanvoelen. Maar wil je de meeste impact realiseren én het verdienvermogen van Nederland optimaal dienen, is ongelijk investeren cruciaal. Vaak wordt namelijk het beeld geschetst dat in iedere klas twee kinderen opgroeien in armoede. Dat is onjuist. Er zijn klassen waar 25 kinderen opgroeien in armoede en veel klassen met nul kinderen die te maken hebben met stress door te weinig geld thuis. Er is dus sprake van samengebalde armoede. Op alle scholen waar dat het geval is, heerst een cumulatie van spanningen en stress. Scholen met een meerderheid aan kinderen die opgroeien in armoede hebben meer financiering nodig dan andere scholen. Door te investeren daar waar de nood het hoogst is, realiseren we het meeste maatschappelijk én financiële rendement.

Iedereen profijt

Deze investeringen zijn niet zonder doel: niet alleen hebben zij een directe, positieve invloed op de schoolprestaties van het kind, door te investeren in de kansengelijkheid bij kinderen wordt er ook een grote maatschappelijke meerwaarde gecreëerd. Zo leiden betere schoolprestaties bijvoorbeeld tot beter betaald werk en dus hogere inkomens. En daarmee profiteren ook het bedrijfsleven en de maatschappij van een effectief investeringsbeleid in kinderarmoede.
 
Investeren in het tegengaan van kinderarmoede heeft dus topprioriteit. Daarvoor is inzet vanuit de gehele samenleving noodzakelijk. Er is hierin een belangrijke rol weggelegd voor de overheid, scholen, private financiers en bedrijven. Wat deze rol precies is? Dat leest u in de essaybundel.

Hans Spekman is directeur van het Jeugdeducatiefonds.
Rob Peelen is director bij Social Finance NL en penningmeester van het Jeugdeducatiefonds.

Bestelinformatie: https://walburgpers.nl/nl/book/9789464562187/de-nieuwe-polder