Identiteitscrisis? Van filantropie naar impact investing

Identiteitscrisis? Van filantropie naar impact investing
Identiteitscrisis? Van filantropie naar impact investing
25 februari 2020
Opinie | | Venture philanthropy

Verleden jaar hebben zowel the Global Impact Investing Network (GIIN) als the European Venture Philanthropy Network (EVPA) principes aan de markt gepresenteerd die ‘impact investeren’ definiëren.Waarom deden deze netwerken dat? Is er sprake van een identiteitscrisis onder impact investeerders? Het antwoord is zowel ja als nee.

Van novelty naar mainstream

Impact investeren is van een novelty een main stream-activiteit geworden maar daarmee is de duidelijkheid niet groter geworden. De term impact investeren wordt tegenwoordig zo breed ingezet dat het van toepassing lijkt op een heel scala van investeringen. Sommige investeerders noemen hun fonds al een impactfonds, louter omdat ze ‘ESG-compliant’ zijn (Ecologische, Sociale en Governance-waarden). Dat dit niet echt impact investeren is, daar bestaat weinig discussie over. Maar wat is het dan wel, en waarom maakt het wat uit? 

Missie en visie

Zowel EVPA als GIIN stellen dat bij impact investeren de intentie van het realiseren van impact (sociaal of groen) centraal staat. Het primaire doel is met het beschikbare kapitaal de wereld mooier, socialer, groener of koeler te maken. De facto betekent dit dat een fonds dat investeert in een windmolenpark niet per se onder impact investeren hoeft te vallen, omdat de intentie van dat fonds misschien vooral is een mooi financieel rendement te behalen (wat heel goed mogelijk is met clean energy-projecten tegenwoordig). Of dit fonds een impact investeerder is, hangt dan dus af van de intentie (missie en visie) van het fonds en kan worden afgeleid uit het gehele portfolio aan projecten. Een fonds dat investeert in diezelfde windmolens met de intentie om bijvoorbeeld vervuilende energiewinning terug te dringen, zal deze groene impact ook willen meten. En bereid zijn een wat lager financieel rendement te accepteren; en dus ook op impact rapporteren aan de aandeelhouders. 

Impact management

Het tweede kenmerk is dan ook dat impact investeerders hun impact meten en inzichtelijk maken. Ze steken er tijd en energie in om data te verzamelen over de beoogde en gerealiseerde impact. Het derde kenmerk van impact investeren is dat de investeerder de gemaakte impact volgt, begrijpt, beheert en probeert te vergroten: kortom impact management wordt toegepast. Dit betekent feedback loops met de (eind)beneficianten; sturen op uitsluiten van negatieve impact en projecten ook actief ondersteunen op het behalen van hun impactdoel, niet alleen op hun financieel rendement. Ten slotte wordt samenwerken zowel door EVPA als GIIN genoemd als een vierde kernmerk van impact investeren. Het delen van successen, mislukkingen, pijplijn en data hoort bij impact investeren.

Falend impact investeren

Toch zijn deze kenmerken niet genoeg om de identiteit van een fonds te bepalen. Zo word ik met enige regelmaat door mijn vrienden uit de filantropie gewezen op voorbeelden van falend impact investeren. Nagenoeg identieke verhalen van projecten die in plaats van donaties ineens een lening krijgen, daar niet klaar voor zijn, niet aan de eisen van de impactinvesteerder kunnen voldoen, gestressed raken en door de druk van de lening foute keuzes maken.  Gevolg: het project gaat ter ziele en er wordt helemaal geen impact meer gemaakt. Er zijn de laatste jaren veel van dit soort voorbeelden bijgekomen, omdat het nu trending is om investeren gelijk te schakelen aan duurzaamheid en doneren af te doen als een bodemloze put. Maar investeren is zelden een adequate vervanger voor filantropie.

Intentie is de sleutel

EVPA is daarom recent nog een stapje verder gegaan in het definiëren van verschillende vormen van impact investeren om zodoende duidelijkheid te scheppen voor zowel de investeerders in fondsen als voor de projecten waarin wordt geïnvesteerd. De bovengenoemde factor intentie krijgt daarin een sleutelrol. EVPA stelt dat je ofwel investeert vóór impact waarbij je impact geheel centraal stelt (en je daarmee dus ook bereid bent negatief of onder marktstandaard rendementen te leveren), intensieve managementsteun aan de projecten geeft en de duurzame impact op de beneficianten centraal stelt .

Grants plus

Investeren vóór impact staat dichter bij filantropie (wordt daar ook vaak mee gecombineerd) en is ook bedoeld om succesvolle projecten met substantiële impact op te schalen en te verduurzamen, zodat ze niet louter van giften afhankelijk blijven. Investeerders vóór impact zijn daarnaast ook vaker betrokken in de start up fase en net voor de opschalingsfase. In het Verenigd Koninkrijk wordt deze vorm van impact investeren vaak grants plus genoemd, omdat het nog erg dicht bij filantropie staat. 

Niet zwartwit

Investeren mét impact staat daar verder vanaf: dit zijn de investeringen die wel een financieel rendement willen of moeten leveren, maar die ook de sociale impact meten en sturen. Het is geen zwartwit-situatie, omdat veel fondsen beide strategieën toepassen. Als projecteigenaar (of als sociaal ondernemer) is het echter belangrijk te weten met wie je te maken hebt. Hoeveel financieel rendement wil het fonds? Hoeveel steun kun je verwachten? Heeft de investeerder een netwerk en wie neemt de impactmeting op zich (de investeerder of het project)? 
EVPA en GIIN hebben de sector een dienst bewezen door met het identiteitsvraagstuk aan de slag te gaan.  Ze helpen ons tegen de inflatie van het mainstream geworden fenomeen impact investing en wie weet, behoeden ze de investeerders voor een heuse identiteitscrisis.

►Meer lezen:
GIIN: klik hier
EVPA: klik hier
* Wilt u meer lezen van DDB-Expert Venture Philanthropy Jamy Goewie? Klik hier.