Hirsch Ballin rapporteert over ontwikkelingen filantropie

6 december 2007
Nieuws | | Politiek en overheid

AMSTELVEEN (6 december) - Minister van Justitie Hirsch Ballin heeft eind vorige week de Tweede Kamer bijgepraat over een aantal relevante ontwikkelingen op de filantropische marktplaats. De minister geeft aan dat hij blijft inzetten op een in beginsel terughoudend beleid voor de sector.


In de kamerbrief bespreekt Hirsch Ballin vier deelterreinen: de bevordering van transparantie en betrouwbaarheid, overheidstoezicht op fiscale faciliteiten, tegengaan van misbruik van goede doelen voor terrorismefinanciering en kansspelbegunstiging.

 


Wat de bevordering van transparantie en betrouwbaarheid betreft, ziet het ministerie een sleutelrol weggelegd voor het CBF. De ontwikkeling van een landelijke databank filantropie door VFI en CBF wordt gememoreerd, een project waaraan het ministerie een bijdrage levert. De minister zegt voorts dat de overheid actief heeft bijgedragen aan de vervlechting van de Code Wijffels en het CBF-keurreglement. Bovendien is met de Samenwerkende Brancheorganisaties Filantropie (SBF) overeengekomen dat een structureel publiek-privaat overleg wordt opgezet.

 


Over de nieuwe ANBI-regeling die over enkele weken van kracht is, zegt de minister dat deze op verzoek van de sector al in februari is bekendgemaakt. Daardoor zou er voldoende tijd zijn voor goede doelenorganisaties om de noodzakelijke voorbereidingen te treffen. Er wordt in de brief niets gezegd over de gebrekkige communicatie van de Belastingdienst of de actuele status van de verwerking van de ANBI-aanvragen.

 


De nodige aandacht wordt daarnaast besteedt aan terrorismebestrijding. Er wordt aangekondigd dat binnenkort een onderzoek is afgerond naar de publicatieplicht van de jaarstukken van stichtingen. De minister spreekt de overtuiging uit dat met het invoeren van deze publicatieplicht de kwetsbaarheden van het Nederlandse systeem wel zijn opgevangen.

 


Hirsch Ballin geeft in de brief ook aan dat hij het kansspelbeleid van zijn voorganger wil voortzetten. Alleen goede doelenorganisaties die voldoen aan strenge criteria omtrent beleid, bestuur, besteding en verslaggeving mogen wat de minister betreft in aanmerking komen voor kansspelbegunstiging. Ook dienen deze goede doelen, conform het advies van een onafhankelijke commissie die hierover, een vijfjarig beleidsplan te kunnen overleggen.

 


Aan het slot van de brief komt de minister nog even terug op rapportage van de Taskforce Geven voor Weten in mei van dit jaar. De minister van OCW zal nog dit jaar een kabinetsstandpunt over het rapport naar de kamer zenden.