'Goeddoen is meestal meer dan goed genoeg' Interview met filantropiecolumnist ir. Han A. Schuringa

... nederigheid vaak een flinterdun laagje vernis ...
... nederigheid vaak een flinterdun laagje vernis ...
5 oktober 2023
Interview | | Filantropie

Eind oktober verschijnt bij uitgeverij Walburg Pers Schuringa Totaal Los': een bloemlezing van de 165 beste cursiefjes van ir. Han A. Schuringa jr. Hij schreef in de periode 2006-2020 bijna wekelijks een filantropiecolumn voor De Dikke Blauwe (en haar voorgangers). Ze konden rekenen op grote aandacht door hun opmerkelijke stijl ('baldadig barok'), maar ook door hun inhoud, want de ingenieur sprak nooit met meel in de mond. De Dikke Blauwe gelukte het om Schuringa enkele vragen te stellen over zijn nieuwe boek, dat eind oktober bij Walburg Pers verschijnt.



Geachte heer Schuringa, waarom stopte u in 2020 met columns voor De Dikke Blauwe?

'Ik wilde meer tijd voor mijn modelspoorbaan. En na vijftien jaar droogde het aantal kort gedingen op: dan weet je, als je niet tenminste één keer per jaar voor het hekje staat, wordt de voorspelbaarheid je grootste vijand. Vergelijk het met Greenpeace: de vervuilende bedrijven stonden op een gegeven moment klaar met trappetjes om de actievoerders in hun benarde positie te helpen. Ben je geen onderdeel meer van de tegenmacht, maar van een koddige folklore.'
 
Uw stijl van schrijven wordt door verschillende critici getypeerd als 'barok', 'baldadig', 'studentikoos'. 'Ook gebruikt u vaak moeilijke woorden. Is dat nooit een barrière geweest voor een doorbraak naar een groter publiek?

'Wie zou in Godsnaam zo’n doorbraak willen? De Verefteling van Nederland is al bijna voltooid, waardoor alles ‘behapbaar’ moet zijn en voorgekauwd voor mensen die de aandachtsspanne van een fruitvlieg hebben. Dan zoek je het maar even op. Of ga de Donald Duck lezen. Ik heb me nooit geschaamd voor mijn opleiding. Wel voor mijn familie, maar dat is een ander verhaal.'
 
Door uw bloemlezing heen ontstaat een mooi tijdsbeeld van de Nederlandse filantropiesector tussen 2006 en 2020. Daar komen bijvoorbeeld personen in voor die destijds in het brandpunt van het nieuws stonden, maar die nu bijna weer vergeten zijn.

'Ja, zo snel gaat roem en zo druk maken we ons om filantropische schoolpleinruzies. Kruimels zijn we, op de rok van het universum, zoals Lucebert al dichtte. Gutgut, wat vinden we ons zelf toch belangrijk. Maar we zijn allemaal passanten, die in ons DNA maar 1% verschillen met dat van de chimpansees. Als dat je niet nederig maakt… Maar nee, nederigheid in de filantropie is vaak een flinterdun laagje vernis. Het is niet verkeerd om voor je goeddoen iets terug te krijgen, bijvoorbeeld een steengoed gevoel. Die egomassage mag, maar val mij er niet mee lastig. Doe je ding in stilte, ook al is de verleiding groot om uit profileringsdrang toch de wethouder Hekking uit te hangen. Ik heb heel wat types met veel lawaai de sector in zien zeilen en er als een stille komeet weer uit zien verdwijnen. Frisbee-filantropen noem ik ze. Hoor je nooit meer wat van.'
 
Een ander belangrijk thema in uw werk is uw scepsis ten aanzien van het impactdenken.

'Je kunt niet genoeg impact hebben wat mij betreft. Bijvoorbeeld als je een ziek kind medicijnen en voedsel geeft en daardoor een leven redt. Maar de ellende begint als goede doelen over ‘systeemverandering’ beginnen of, erger nog, komen aanzeulen met een ‘Theory Of Change’ vol met rekensommen. Ik houd van ambitie, maar ook van een reëel zelfbeeld. Enige ootmoed ten aanzien van je slagkracht en kunde kan je helpen om niet in het doolhof van illusies helemaal van het padje te geraken en je donateurs gouden bergen te beloven.
Sowieso moeten burgerinitiatieven hun eigenheid bewaken. Bijvoorbeeld door niet in de sneue taalwagonnetjes van bedrijven en overheden te gaan zitten: het jargon dat for profits en beleidsmakers opkokken zou ik lekker laten liggen.' 
 
U bedoelt bijvoorbeeld marketing-jargon?

'Ja, mensen die denken dat je ongestraft de markutding los kunt laten op filantropie, bevestigen alleen maar dat ze geen haar beter zijn dan de colporteurs van energiecontracten. Dat donateurs feitelijk consumenten zijn die een goede doelenproduct afnemen. Voormalig staatssecretaris Mona Keijzer - van nature al een dwaallicht en waarschijnlijk de missing link in de evolutietheorie - had het over de ‘klantrelatie’ tussen donateurs en goede doelen. Mag ik even je lavet volkotsen Mona?'
 
Opvallend is uw relatie met filantropiehoogleraar Theo Schuyt: die loopt als een rode draad door uw columns, en niet altijd even positief. Heeft u iets tegen die man?

'Ik zal u een primeur geven. Theo en ik zijn dikke vrienden, al vanaf het begin. Mijn columns over hem zijn onderdeel van de campagne om hem snel meer naamsbekendheid te geven. Nou, dat is gelukt. Denk je aan filantropie, dan denk je aan die academische stuiterbal van de VU met zijn Geven In Nederland-onderzoek, Geven in Europa en - Theo kennende - binnenkort Onderzoek Interstellaire Filantropie.' 
 
Ronduit fanatiek wordt u altijd als het gaat over het zelfbeeld van de sector en de verhouding met de overheid.

'Pathetisch, zoals de sector op al die platformpjes onderdanig in het gevlei probeert te komen van Den Haag. Dat hengelen naar erkenning. O papa, hou van mij! Wat een kansloze missie en wat een ergerlijk Calimero-gedrag. Geen wonder dat de overheid die brave burgers met hun collectebusjes automatisch parkeert als dreumesgespartel in de IKEA-ballenbak. Ach kijk ze toch ’s even lief spelen! Papa komt jullie zo weer ophalen.
Visies op civil power zijn met het neo-liberalisme allang het raam uitgekieperd. En ik zie ze ook in nieuwe sociale contracten of bij de burgerboerenlobby voor de agro-industrie voorlopig niet terugkomen. Houd de rug recht en dop derhalve uw eigen boontjes, zou ik zeggen. Dan maar geen ANBI.'
 
Tot slot: hoe groot is de kans dat u terugkeert als filantropie-columnist?

'Nul. Met mijn prachtboek Schuringa Totaal Los voor slechts €17,50 (gaat-ie direct al in de ramsj, vroeg ik mijn uitgever?) heb ik zo ongeveer alle filantropische schepen achter mij verbrand. Als ik weer ga schrijven is het in een andere sector: de modelspoorbaanwereld. Met de columns in mijn zelf gestencilde blad Heftige remsporen heb ik intussen ook al weinig vrienden gemaakt. Dus dat gaat de goede kant op.'
 
Wilt u de nieuwe bloemlezing “Schuringa Totaal Los” bestellen? Klik hier.

Wilt u meer weten over Han Schuringa, zijn leven, familie en strafblad? Ga naar zijn website: klik hier.
 
 
051023InterviewSchuringa_6___-__Read-Only.png