Bestuurders moeten bij het bepalen van de strategie en bij besluitvorming de houdbaarheid en duurzaamheid op de lange termijn centraal stellen.
Dit blijkt uit de onlangs geactualiseerde Corporate Governance Code (CGC). Ook moeten zij de belangen van stakeholders meewegen en voorts beleid voor diversiteit en inclusie opstellen voor de hele onderneming. De nieuwe Code is een update van die uit 2016. In een uitgebreide consultatie heeft de Monitoring Commissie aan grote bedrijven, vakbonden en andere geïnteresseerden, de zogeheten schragende partijen, om hun inbreng gevraagd.
De Code heeft een bredere werking. Zij geldt ook als richtsnoer voor niet-beursgenoteerde ondernemingen. Daarmee is de Code ook relevant voor bestuurders en toezichthouders van NGO’s (denk aan Amnesty International of Natuurmonumenten), corporate foundations en vermogensfondsen. De CGC is gericht op het stimuleren van innovatie en structurele vernieuwing en legt de nadruk op lange termijn waarde creatie.
Effecten op mens en milieu
De geactualiseerde CGC verlangt dat vennootschappen jaarlijks verslag doen over de effecten van hun handelen op mens en milieu, de betrokkenheid van stakeholders, zoals leveranciers, en de mate waarin zij de geformuleerde doelstellingen hebben gehaald. Ook wordt meer aandacht geschonken aan technologische ontwikkelingen zoals de impact van nieuwe technologieën en veranderende businessmodellen.
De Monitoringcommissie stelt in een slotdocument bij de Code dat door de vraag vanuit de politiek en samenleving steeds meer maatschappelijke thema’s een plaats krijgen in de Code. Daardoor is er meer overlap tussen de CGC en nieuwe wet- en regelgeving. De Commissie signaleert ook dat de maatschappij steeds verder juridiseert waardoor er minder ruimte is voor maatschappelijk overleg.
Gemopper
Commissievoorzitter Pauline van der Meer Mohr zei onlangs in Het Financieele Dagblad dat ‘een lastig krachtenveld’ de aanpassing van de code niet gemakkelijk heeft gemaakt. ‘Het gemopper was dit keer oorverdovend. Er werd grote druk op ons uitgeoefend om terughoudend te zijn en niet te ver vooruit te lopen op Europese regelgeving.’ De commissievoorzitter kreeg in aanloop naar de herziene versie diverse telefoontjes van ceo’s.
De Commissie stelt dat de Code niet slechts een juridisch document is, maar ook bestuurders en commissarissen dient ‘te inspireren en te stimuleren’. Zij acht het van belang om de Code ‘flexibel te houden’ om in te kunnen spelen op nieuwe, maatschappelijke ontwikkelingen. En om vast te houden aan het zelfregulerende karakter van de in wetgeving verankerde Code.
nl
