Iedereen financieel gezond Zo houden we kleine schulden klein

Maatschappelijke weeffouten
Maatschappelijke weeffouten
13 juli 2023

De manier waarop we naar problematische schulden kijken slaat radicaal om. Vaak ontstaan ze niet door verkeerde individuele keuzes, maar door maatschappelijke weeffouten. In het essay ‘Iedereen financieel gezond’ doen Marco Florijn en Geert van Dijk verschillende voorstellen om problematische schulden te voorkomen en aan te pakken. Welke rol spelen overheden, bedrijven en schuldhulpverleners hierin?



Maar liefst 7,5 procent van de Nederlandse huishoudens kampt met problematische schulden; schulden die zó hoog zijn dat ze zonder hulp van buitenaf niet binnen drie jaar zijn weggewerkt. Dit is een groot probleem: ze leiden tot grote financiële stress en uiteindelijk tot enorme maatschappelijke schade, onder andere doordat er te weinig geld is om te kunnen meedoen in de samenleving. Kinderen die in armoede opgroeien maken een valse start en hebben daar hun leven lang last van.
 
Waar komen ze vandaan?
Waar de meeste problematische schulden in het verleden het gevolg waren van overbesteding in consumptieve uitgaven, hebben huishoudens nu vooral schulden bij overheidsdiensten, energiemaatschappijen, zorgverzekeraars en woningcorporaties. Dat komt omdat veel inkomens te laag zijn om van te leven: een structureel probleem. Om het inkomen op te krikken tot een acceptabel niveau moet men een beroep doen op allerlei regelingen. Dit maakt huishoudens ook kwetsbaar: omdat mensen het overzicht van inkomsten en uitgaven verliezen, maar vooral omdat ze na een verandering in de levenssituatie soms plotseling een fors bedrag moeten terugbetalen. Door boetes en incassokosten kan zo’n betalingsachterstand snel uitgroeien tot een problematische schuld.
 
Voorkomen is beter dan genezen
De beste manier om problematische schulden terug te dringen is voorkomen dat ze überhaupt ontstaan. Dat begint met bestaanszekerheid: zorgen voor voldoende inkomsten om te kunnen participeren in de samenleving. Ook meer financiële weerbaarheid speelt een belangrijke rol. Dit kunnen we bereiken met een module ‘huishouden’ op school, en door mensen een ‘financiële apk’ te bieden bij ingrijpende gebeurtenissen als baanverlies of een scheiding.

Ook sociale leningen kunnen helpen bij het opvangen van onverwachte kosten of financieren van grote uitgaven. Dit zijn leningen tegen zeer lage, of zelfs geen rente voor mensen die niet terechtkunnen bij een commerciële kredietverlener. Maar let wel: sociale leningen zijn een aanvulling op goede bestaanszekerheid en financiële dienstverlening, geen vervanging. Bestaanszekerheid is altijd de eerste stap.

FotoLinks.jpg
Geert van Dijk 
FotoRechts.jpg
Marco Florijn
 Fotografie: Dirk Kome

Weg met ‘wie schuld heeft moet boeten’
Ook effectievere dienstverlening is essentieel. De officiële financiële hulpverlening bereikt nu slechts een deel van de huishoudens met schulden. Dit is problematisch, want zonder hulp lopen de achterstanden door boetes en incassokosten vaak hoog op. Daarom moet schuldhulpverlening zo snel mogelijk worden ingezet. Voorkomen dat achterstanden escaleren lukt steeds beter, onder meer door anders naar schulden te kijken.

Steeds meer partijen zien dat er structureel iets fout zit. Onze omgang met mensen die schulden hebben verandert hierdoor ook. Voorheen werd dit vooral henzelf aangerekend; het adagium ‘wie schuld heeft moet boeten’ gold, en alles was erop gericht zoveel mogelijk geld terug te halen. In zekere mate is dit nog steeds zo. Tekenend hiervoor is dat er aan incasso veel meer geld wordt uitgegeven dan er kan worden geïnd.  
 
Het is belangrijk dat financiële begeleiding niet stopt zodra de schulden zijn afbetaald. Bied het aan zo lang als het moet, zo kort als het kan. Zo zorgen we dat mensen niet alleen schuldenvrij worden, maar dit ook blijven. Zo kunnen zij een kansrijke toekomst tegemoet gaan.
 
De nieuwe polder
Bovenstaande voorbeelden tonen maatregelen die problematische schulden kunnen terugdringen. Willen we deze succesvol inzetten, dan zijn nieuwe, intensievere manieren van samenwerken tussen (lokale) overheden, bedrijven en schuldhulpverleners nodig. Vooral voor overheidsdiensten valt nog een hoop te winnen: zij houden vaak nog vast aan hun preferentie bij het innen van vorderingen en hun recht op een groter deel van het beschikbare geld. Hiermee staan zij regelmatig pragmatische oplossingen in de weg. In de essaybundel laten Marco Florijn en Geert van Dijk zien hoe zo’n publiek-private samenwerking schuldenproblematiek kan voorkomen. Hoe dat er in deze ‘nieuwe polder’ er precies uit komt te zien? Dat leest u in de essaybundel.
 
Marco Florijn en Geert van Dijk zijn voorzitter en directeur van NVVK, branchevereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren.
 

bestel informatie: https://www.walburgpers.nl/nl/book/9789464562187/de-nieuwe-polder


 
2/2