Vertrouwen? Wat goede doelen kunnen leren van de verkiezingen

Vertrouwen? Wat goede doelen kunnen leren van de verkiezingen
Vertrouwen? Wat goede doelen kunnen leren van de verkiezingen
4 maart 2021
Opinie | | Validatie & Toezicht

Met de verkiezingen voor de deur zie ik parallellen met de filantropiesector. Deze periode maakt de impact van vertrouwen, of het gebrek hieraan, in het hele krachtenveld genadeloos zichtbaar. Dit is een aanknopingspunt om met deze bril naar het krachtenveld van je eigen organisatie te kijken. Voor medewerkers, bestuurders én toezichthouders, hierbij een ‘kijkwijzer’: handvatten om anders naar ‘vertrouwen’ te kijken. 
 
Uit de peilingen blijkt dat ongeveer de helft van de kiezers nog twijfelt aan wie ze hun stem gaan geven. Er valt de komende weken dus nog veel te winnen voor partijen. Het draait er uiteindelijk om dat kiezers vertrouwen dat hun keuze hun belangen de komende regeerperiode het best behartigt. Partijen proberen zich zo aantrekkelijk mogelijk te presenteren, zodat straks in het stemhokje het vakje rood kleurt bij hun partij. Net als goededoelenorganisaties hebben zij er rekening mee te houden dat ‘vertrouwen’ beweegt op verschillende niveaus: sociaal vertrouwen, institutioneel vertrouwen en individueel vertrouwen.
 
Sociaal vertrouwen
Een van de graadmeters is het vertrouwen dat het publiek stelt in instituties: de overheid, bedrijven, NGO’s en media. In de jaarlijkse trust barometer 2020’ rapporteert Edelman een laagterecord. Uit de trust-index blijkt dat het vertrouwen bij het brede publiek met 7 punten is gezakt naar 62. Dit uit zich onder meer in een toegenomen beeld dat journalisten bewust misleiden in hun berichtgeving. Partijen hebben dit te wegen aangezien er een directe correlatie bestaat tussen maatschappelijk onbehagen en het stemgedrag. 
 
Effect op donateursvertrouwen
Het Nederlands Donateurspanel is de graadmeter voor het vertrouwen in goededoelenorganisaties. De afgelopen jaren groeide dit vertrouwen gestaag. Na een korte opleving in maart en september, eindigde 2020 alsnog met een daling op index -20, hand in hand met het consumentenvertrouwen. De filantropiesector profiteerde slechts kort van zijn  maatschappelijke belang ten tijde van de Covid-19-crisis. Het is raadzaam te realiseren dat dit lage sociale vertrouwen het belang van andere instrumenten om het vertrouwen van stakeholders te stimuleren, vergroot. Welk effect zie je voor jouw organisatie? 
 
Institutioneel vertrouwen 
Politieke partijen zetten in op de filosofie van de partij als instituut en op het verkiezingsprogramma. Na het eerste verkiezingsdebat schreef het Friesch Dagblad: ‘Hierbij is het de kunst om duidelijk te zijn dat het plannen zijn, ideeën, houtskoolschetsen, noem het zoals je wilt. Maar laat het niet klinken als beloften (…) overpromise and underdeliver is fnuikend, want dan denken burgers al snel: ‘Ja, ja, het zal wel.’ 
 
Zichtbaarheid en transparantie 
Hoewel de beloning van directeuren en het percentage van de inkomsten dat daadwerkelijk aan de doelstelling wordt besteed door media nauwlettend worden gevolgd, ligt hier een kans. De reputatie en zichtbaarheid van de organisatie en de mate van transparantie zijn belangrijke indicatoren; essentieel voor het aantrekken van donateurs, samenwerkingspartners, onderzoekers en vrijwilligers. Doet jouw organisatie wat het belooft? En hoe weten stakeholders dat? 

Overpromise and underdeliver is fnuikend, want dan denken burgers al snel: ‘Ja, ja, het zal wel.’ 


Individueel vertrouwen
De recente dynamiek rondom het lijsttrekkerschap van het CDA is een toonbeeld van de impact van schuivend vertrouwen in een individuele politicus. Vorig jaar juni presenteerde het CDA-bestuur vier potentiële lijsstrekkers. Zowel Pieter Omtzigt als Hugo de Jonge mochten beiden rekenen op een grote waardering van de leden. De Jonge wint nipt het lijsttrekkerschap, maar zijn overwinning wordt de start van een discussie. Een deel van de invloedrijke achterban uit openlijk kritiek op het Corona-beleid van De Jonge en is ervan overtuigd dat Wopke Hoekstra meer kiezers weet te trekken. Het gebrek aan vertrouwen ondermijnt de positie van De Jonge en deze rekt zich uiteindelijk terug. Wat het doet voor onderling vertrouwen in de partij laat zich raden. 
 
Onderlinge verhoudingen
De ‘toon aan de top’ wordt vaak aangehaald als indicator van de governance en cultuur van organisaties. De onderlinge verhoudingen aan de top zijn daarbij een bepalende factor. De dynamiek op het niveau van bestuur en toezicht heeft dus een direct effect op de mate van vertrouwen onder alle stakeholders binnen en buiten de organisatie. Dit vraagt om goed bestuur. In het behouden en vergroten van het vertrouwen speelt de raad van toezicht niet zozeer een zichtbare als wel een merkbare rol. Hoe is de onderlinge dynamiek met het bestuur en in binnen de raad van toezicht? Is dit krachtenveld onderwerp van gesprek? Hoewel vaak van een intrinsieke motivatie wordt uitgegaan van toezichthouders en bestuurders, is dit niet zonder meer van toepassing op het stimuleren van het lerend vermogen en de open dialoog. In een sector waar vertrouwen het belangrijkste kapitaal is, is het zinvol om aandacht te besteden aan de toon aan de top. 
 

De ‘toon aan de top’ wordt vaak aangehaald als indicator van de governance en cultuur van organisaties.


Projecteer vooral
De verkiezingen zullen ongetwijfeld de komende weken de media domineren. Mocht je je verbazen over het verloop, projecteer je verbazing vooral op de eigen organisatie en het leiderschap. Hoogleraar Janka Stoker, stelt eerder in Het FD: ‘Gegeven de druk van de politieke dagkoersen (wie staat op zetelwinst in het 1Vandaag-panel?) is het voor een leider verleidelijk om op korte termijn te scoren. Een langetermijnperspectief dat burgers weet te overtuigen, vereist bovendien dat zij hun leiders vertrouwen.’ 
 
Met deze kijkwijzer, kijk je wellicht ook met een andere blik naar de verkiezingen. Zet in op geïnformeerd vertrouwen, niet op blind vertrouwen. Benieuwd wat de verkiezingen jullie opleveren. Ik wens je mooie gesprekken.

* Auteur Marlies de Ruyter de Wildt is in de filantropiesector o.a. bekend als voorzitter van de raad van toezicht van de Hersenstichting (tot feb 2020) en voorzitter van het bestuur van de Stichting Intern Toezicht Goede Doelen (ITGD). Marlies zal als DDB-Expert ‘Toezicht’ regelmatig op persoonlijke titel publiceren over allerlei onderwerpen die een raakvlak hebben met goed bestuur, reputatie, positionering, leiderschap en verandering. Bovenstaande column is haar eerste bijdrage.

►Lees het introductie-artikel over Marlies:
klik hier

►Wilt u meer artikelen van en over Marlies lezen? Ga dan naar haar Select Page op deze website: klik hier.