‘De Dag van de Filantropie’ vooral ‘De Middag van René Bekkers’

‘De Dag van de Filantropie’ vooral ‘De Middag van René Bekkers’
‘De Dag van de Filantropie’ vooral ‘De Middag van René Bekkers’
8 juni 2019
Nieuws | | Wetenschap & Onderzoek

De bekendmaking van de uitkomsten van ‘Geven in Nederland’ verleent aan de jaarlijkse ‘De Dag van de Filantropie’ een natuurlijke urgentie. Eigenlijk zou het belangrijkste onderzoek naar onze geefbronnen en -motieven dit jaar weer verschijnen, maar GIN 2019 heeft een jaar vertraging opgelopen door financieringsproblemen en wordt nu GIN 2020. Het alternatieve programma dat het Centrum voor Filantropische Studies van de VU samenstelde bevatte met de ‘World Cafés’ een interessante nieuwe vorm van deelnemerparticipatie, maar het hoogtepunt was toch de oratie van René Bekkers over ‘De Waarde van filantropie’, die ’s middags (eindelijk) een vaste leerstoel als VU-filantropieprof kreeg.

Langs de afgrond

Het is enige tijd nog spannend geweest of het tweejaarlijkse onderzoek ‘Geven in Nederland’ (GIN) dit jaar van start kon gaan. Het Ministerie van J&V wilde de komende drie edities graag opnieuw financieren, maar wel op voorwaarde dat de sector zelf de helft bijdroeg. Door de ondersteuning van Goede Doelen Nederland en enkele van haar leden, maar ook door vijf grote vermogensfondsen is het belangrijkste filantropieonderzoek van Nederland met piepende banden langs de afgrond toch nog op de weg gebleven en is GIN intussen weer opgestart. Dat is mooi, maar ook wel tekenend voor de moeite die de wetenschap moet doen om haar toegevoegde waarde te bewijzen voor een sector die au fond hopeloos versplinterd is. En de ironie: de academische hoogmis van onderzoek naar de kracht van burgerinitiatief wordt het trouwst ondersteund door… de overheid. Er is veel lippendienst aan het belang van onderzoek, maar het onderwerp kan in de praktijk dus maar met grote moeite de centripetale krachten in het maatschappelijk middenveld activeren. Een domein waar licht gemor over een bescheiden bijdrage van slechts €49 voor een Dag van de Filantropie laat zien dat naast de filantropische dominee de kruidenierende koopman helaas nooit ver weg is. 

World Cafés

Geen GIN dus afgelopen donderdag, maar wat dan wel? Het Centrum voor Filantropische Studies van de VU had een programma samengesteld met veel verschillende ingrediënten: de zogenoemde World Cafés waarin de deelnemers zelf mochten discussiëren over prangende thema’s; een plenair gedeelte met bevindingen daaruit; een stukje promotie voor de eigen opleidingen en, als kers op de taart, de oratie van René Bekkers.
Op dat programma waren uiteindelijk een kleine honderd deelnemers afgekomen: ruim de helft minder dan op de Dag van de Filantropie in 2017 toen GIN werd gepresenteerd. Het creëerde daardoor een huiselijke sfeer - dat dan weer wel – waarbij misschien nog meer dan anders opviel dat er traditiegetrouw bij dit soort filantropie-bijeenkomsten relatief veel netwerkende adviseurs rondlopen.

Algemeenheden

Het principe van de World Cafés is simpel: zet 6 tot 8 deelnemers onder leiding van een inhoudsdeskundige sessieleider aan een tafel en discussieer met elkaar over actuele thema’s en stellingen rondom vrijwilligerswerk en nieuwe vormen van filantropie. Verzamel de bevindingen en rapporteer vervolgens plenair terug. 
Door de bonte verscheidenheid van het deelnemersveld kan dat mooie gesprekken opleveren en het biedt ook gelegenheid om onvermoede contacten te leggen. In de praktijk bleek de tijd van 15 minuten per tafelsessie voor een echt diepgaande uitwisseling van gedachten en meningen domweg te kort, waardoor veel bevindingen bleven steken in algemeenheden, zoals uit de rapportages van de sessieleiders bleek. 
In het plenaire deel noemde Joost van Alkemade (NOV) over het deel gewijd aan ontwikkelingen in het vrijwilligerswerk een aantal aanbevelingen waar niemand bezwaar tegen zou kunnen hebben: vrijwilligersbeleid is een kwestie van lange adem; diversiteit in besturen (doorgaans vrijwilligers) is vitaal, vooral omdat jongere bestuurders ‘het echt anders doen’. Rode draad in de vrijwilligers-sessies: samenwerken is een must… Maar hoe je dat in een extreem heterogeen speelveld moet doen? Dat mochten de deelnemers er zelf bij bedenken.
Ook Paul Smeets (Universiteit Maastricht) moest zich in zijn samenvatting van de bevindingen uit de sessies over ‘nieuwe vormen van filantropie’ vooral beperken tot het stellen van vragen. Ja, we zien verschuivingen in de filantropie van geven naar investeren. Maar hoe wezenlijk zijn die verschuivingen? Maar gaan nieuwe, hybride vormen zoals ‘venture philanthropy’ ook werken voor kwetsbare doelgroepen en andere non donor/investment darlings

Alumni

Hoe belangrijk filantropie-onderwijs in de praktijk is, kwam tot uitdrukking in de diploma-uitreiking van de Post Academische Leergangen en de uitreiking van de KSBW Award voor de beste thesis. Beste cursist Luella van Turnhout en beste thesis-schrijver Anita Wissink werden in het zonnetje gezet. Oud-cursist en thans promovendus Jos Rath vertelde dat alle diplomahouders automatisch lid worden van de alumni-vereniging Circle, een netwerk dat inmiddels zo’n 150 oud-studenten telt.

Echte erkenning

De finale van De Dag van de Filantropie bestond uit de oratie van René Bekkers. ‘De Waarde van filantropie’: dat was de titel van de rede die Bekkers uitsprak bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar Filantropie aan de faculteit der Sociale Wetenschappen van de Vrije Universiteit Amsterdam. Dat verbaasde veel mensen: Bekkers was toch al filantropieprof? Dat was hij inderdaad al, maar wel door een tijdelijke, door de KNAW gefinancierde, leerstoel de afgelopen jaren. De toekenning van een vaste leerstoel vanuit de VU was daarom niet alleen een feestelijke, maar ook symbolische aangelegenheid: binnen de academie lijkt ‘filantropie’ nu  toch wel echte erkenning te krijgen als onderzoeksgebied. En René Bekkers legde in zijn oratie ook uit waarom dat volledig terecht is. Wat is ‘de waarde van filantropie’?

Hilarische vergelijking

Voor een antwoord op die kernvraag liet Bekkers een matrix zien met negen verschillende verschijningsvormen van de maatschappelijke betekenis van filantropie. 
 
Op macro-niveau maakte Bekkers - niet voor het eerst trouwens - een aantal ontnuchterende en bijna hilarische vergelijkingen. De totale giften van huishoudens in ons land - 1,6 miljard, ruim 200 euro per huishouden - komen overeen met onze uitgaven aan suiker, snoep en ijs (202 euro per huishouden) of voor diervoeding. Deze economische waarde betekent volgens Bekkers niet dat er een hoogleraar suiker, snoep en ijs is, maar wel zijn er in ons land een aantal hoogleraren filantropie. Waarom? Wat maakt dat de waarde van filantropie klaarblijkelijk hoger is dan alleen de economische-monetaire waarde?

De waarde achter de getallen

In een uitgebreid interview met De Dikke Blauwe vertelde Bekkers vorig jaar al dat die getallen niet zo interessant zijn voor het bepalen van de waarde van filantropie. Het gaat er volgens hem om wat er achter de getallen zit. Dan gaat het om bewust geven, afzien van eigenbelang, verbeelding en empathie. De centrale stelling van Bekkers verraadt behalve de socioloog ook de filosoof en psycholoog in hem: filantropie zegt ons vooral iets over de menselijke natuur. De praktijk van filantropie zegt ons iets over onze waarden en onze motivatie is belangrijker dan ons filantropisch gedrag. Wat zijn de waarden van filantropie voor de samenleving en op individueel niveau? Welke deugden worden uitgedrukt in filantropie?

Unieke eigenschappen

Voor een antwoord op die vragen voert Bekkers ons vooral terug naar de filantropische gedragingen op individueel (micro)niveau. Op dat niveau zijn ook de meeste data binnen het onderzoek Geven in Nederland beschikbaar. Mensen onderscheiden zich door unieke eigenschappen als hun hogere cognitieve functies, waardoor we vooruit kunnen denken en onder andere de consequenties van onze acties voor ons zelf en voor anderen kunnen voorzien. Die uniciteit wordt bevestigd door experimenten met (mens)apen. In het genoemde interview zei Bekkers daarover: ‘Het je in het perspectief van de ander kunnen verplaatsen is daarbij niet de primaire driver van filantropie. Het gaat om de emotionele betrokkenheid bij het leed van anderen. Zo maakt meer onderwijs op zichzelf niet iemand ‘filantropischer’. Dat zien we bijvoorbeeld in de VS waar het onderwijsniveau de afgelopen decennia duidelijk is gestegen, terwijl het geefpercentage consequent op die 2% blijft zitten. En we zien het ook in verschillen tussen eeneiige tweelingen. De hoger opgeleide tweeling uit een paar geeft niet meer dan zijn of haar lager opgeleide broer of zus. Het is echter wel duidelijk dat er een correlatie is tussen religie en geefgedrag. Degene die religieuzer is geeft meer. In Nederland hebben we door secularisering het geefgedrag zien afnemen.’

Transdisciplinair 

Uit de oratie van Bekkers blijkt duidelijk dat filantropiewetenschap per definitie geen zuiver ‘sociologisch’ vraagstuk is. Dat strookt met Bekkers’ opvatting dat de aard van wetenschap niet monodisciplinair, en niet eens multidisciplinair maar zelfs noodzakelijkerwijs transdisciplinair is: het gaat om samenwerking tussen alle maatschappelijke stakeholders. De richting waarin dit moet gaan is volgens Bekkers een onderzoekstak die gebruikmaakt van de kracht van big data. Bekkers: ‘Die zullen onze samenleving, en zeker het werk van non profits, revolutionair gaan veranderen.’

Een wereld zonder filantropie

Hoe leeg en geestloos een wereld zonder filantropie is, liet Bekkers zijn gehoor op prikkelende wijze zien: niet alleen zou het Museumplein het zonder musea moeten stellen, maar ook de Vrije Universiteit zelf zou er niet hebben gestaan. En dus ook Bekkers niet, die door zijn voorbeelden en visie op toekomstige transdisciplinaire onderzoekslijnen demonstreerde allesbehalve een 'kamergeleerde' te zijn. Die gemakzuchtige en oppervlakkig kwalificatie van Bekkers van de decaan van de Faculteit Sociale Wetenschappen, prof. Van Oudenhoven-Van der Zee, in haar openingswoord was een faux pas die de pret gelukkig niet kon drukken. Voor de niet-academische toeschouwers was het trouwens een geruststellend bewijs voor het feit dat een toga geen voorbehoedmiddel tegen wartaal is. 
Noteert u vast de derde donderdag in 2020: Dag van de Filantropie. Dit keer mét Geven in Nederland.
 
►Download de volledige tekst van de oratie van René Bekkers onderaan dit artikel
►Lees het uitgebreide mijn uitgebreide interview met Bekkers:klik hier
 
Over de auteur:
Edwin Venema is publicist, schrijfcoach en eigenaar van redactiebureau 
De Kopijmeester. Hij was meer dan tien jaar hoofdredacteur van De Dikke Blauwe, waarvoor hij tegenwoordig als onafhankelijk commentator nog regelmatig bijdragen levert.
2/2