Brede welvaart centraal in overheidsbeleid Laatste voorpublicatie essaybundel De Nieuwe Polder

Wat betekent brede welvaart concreet? 
Wat betekent brede welvaart concreet? 
30 november 2023

Hoe je een econoom in de gordijnen krijgt? Door te zeggen dat ze alleen maar kijken naar het bruto binnenlands product (bbp) of naar economische groei. De wereld van economen staat bol van de vraagstukken over afruilen, externe effecten en publieke goederen. Economen zien zichzelf als de uitvinders van het begrip brede welvaart. In theorie klopt dit, maar dat biedt geen garantie voor de toepassing. Dat is het onderwerp van het artikel dat Laura van Geest en Johannes Hers schreven voor de essaybundel ‘De Nieuwe Polder.’ Wat betekent het concept brede welvaart in de praktijk? Gebruikt de overheid dit concept in beleidsvorming? En in hoeverre wordt in de private sector een breed welvaartsbegrip gebruikt?



Laura van der Geest
Laura van der Geest
Johannes Hers
Johannes Hers


Roepen dat er meer is dan bbp is makkelijk, dit gegeven verder afbakenen is lastiger. In de beleidspraktijk worstelen veel landen ermee. Want hoe wijds wil je gaan? Het begrip kent immers veel dimensies. Kijk je vooral naar het economische domein in brede zin of naar de samenleving als geheel en neem je zaken als geluk, gezondheid en rechtsstaat hierin mee? Kijk je vooral naar het hier en nu of kies je het rentmeesterperspectief, inclusief toekomstige generaties? Is het eigen land de primaire invalshoek of neem je het perspectief van een wereldburger?

Hoewel het debat anders doet vermoeden, hanteren beleidsmakers in Nederland al een behoorlijk breed welvaartsbegrip. Zeggen dat het alleen maar om bbp draait, is een karikatuur van de werkelijkheid. In de verkiezingsstrijd laten veel politieke partijen hun programma doorrekenen door het Centraal Planbureau (CPB) en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Dit dwingt partijen expliciet te zijn over wat ze eigenlijk van plan zijn. Vage pietptraat laat zich nu eenmaal niet doorrekenen.

Doorrekenen

De doorrekeningen van de voorgenomen plannen geven vooruitkijkend een evaluatie van het beleid. Die is breder dan bbp, maar ook niet allesomvattend. Allereerst is duidelijk waar het geld naartoe gaat: defensie, ontwikkelingssamenwerking, onderwijs, zorg en belastingverlaging. Deze posten scoren verschillend op de dimensies van welvaart: scope (smal of breed), tijd (het hier en nu of de toekomst) en locatie (nationaal of internationaal). Het CPB rapporteert ook over werkgelegenheid, werkloosheid, koopkracht, het overheidssaldo en de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op lange termijn. Het PBL geeft resultaten voor CO2- en stikstofuitstoot, biodiversiteit en mobiliteit.

Op hun beurt bieden die doorrekeningen ammunitie in verkiezingsdebatten over koopkracht, werkloosheid, onderwijs, de VN-norm voor ontwikkelingssamenwerking en rekeningrijden. Politici winnen geen verkiezingen door te praten over abstracte zaken als economische groei. De doorrekeningen worden gebruikt tijdens de formatie om afspraken te maken voor de komende kabinetsperiode. Er wordt veel gefoeterd over de dikke akkoorden en de financiële bijlage. Maar het is niet verwonderlijk dat een junior partner enig vertrouwen wil hebben dat ook hij iets van zijn partijprogramma kan realiseren. Ook het coalitieakkoord wordt traditioneel doorgerekend. Als de coalitie geen doorrekening vraagt, doet de oppositie dat in de Tweede Kamer. De Nederlandse politiek is daarmee veel concreter en beter afrekenbaar dan in veel andere landen.

Wat al gebeurt

Brede welvaart wordt ook achteraf gemeten en gepubliceerd. Want papier is leuk, maar betekent het ook wat voor de realiteit van alledag? Het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) publiceert jaarlijks de Monitor Brede Welvaart tijdens Verantwoordingsdag: de dag waarop het kabinet de jaarrekening en het jaarverslag aan de Tweede Kamer aanbiedt. De Monitor volgt indicatoren op brede thema’s als materiële welvaart, arbeid en vrije tijd, veiligheid, samenleving, wonen, gezondheid, milieu en subjectief welzijn. Het verslag schetst de ontwikkelingen van het afgelopen jaar en vergelijkt deze met die van andere landen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen het hier en nu, de toekomst en ‘elders.’

Het verslag is een monitor van ‘de huidige staat’: een foto, geen meting van de mate waarin beleidsdoelen zijn behaald. De indicatoren zijn niet gekoppeld aan de beleidsdoelen en er wordt dus geen verband gelegd tussen beleid en resultaat. In die zin vormt de monitor  geen direct sturingsinstrument voor overheidsbeleid. Nederland structureert zijn beleid ook niet langs een heldere set breed gedefinieerde doelen. Ondanks het feit dat meerdere dimensies en indicatoren worden meegewogen in de voorbereiding, zeker voor de economie en de leefomgeving, is het beleid lang niet integraal. Factoren als geluk, gezondheidsuitkomsten of de gevolgen van beleid voor de rechtstaat ontbreken. Daarmee houdt brede welvaart in het beleidsdomein een zeker ‘hapsnap-karakter.’

Hoe verder?

Brede welvaart is dus geen onbekende in de Nederlandse beleidspraktijk, maar Nederland is geen walhalla op het gebied van brede welvaart. Hoe bereiken we een meer integrale aanpak, en komen we tot meer lange termijn focus? Welke rol kunnen de Nederlandse kennisinstellingen en instituties daarbij spelen? Dat leest u in de essaybundel.

Laura van Geest is econoom en bestuurskundige en bestuursvoorzitter van Autoriteit Financiële Markten.

Johannes Hers is Hoofd Expertisecentrum bij Autoriteit Financiële Markten.

Bestelinformatie: https://walburgpers.nl/nl/book/9789464562187/de-nieuwe-polder