Big philanthropy was allang een thema: what’s next?

De Nederlandse historicus Rutger Bregman baarde opzien tijdens 'Davos' door de vele ingevlogen miljardairs uit te dagen over hun belastingontwijking.
De Nederlandse historicus Rutger Bregman baarde opzien tijdens 'Davos' door de vele ingevlogen miljardairs uit te dagen over hun belastingontwijking.
2 februari 2019
Opinie | | Filantropen

Onder de schone schijn van filantropie gaat een elite schuil die zonder enige vorm van controle politieke agenda’s bepaalt, schrijven Menno Bosma en Roeland Muskens vandaag in NRC Handelsblad. DDB-columnist Edwin Venema vindt hun analyse diepgang ontberen: ‘Big philanthropy is not the big problem.’
 
Onder de schone schijn van filantropie gaat een elite schuil die zonder enige vorm van controle politieke agenda’s bepaalt, schrijven Menno Bosma en Roeland Muskens vandaag in NRC Handelsblad. De heren doen dat op een wijze die suggereert dat hier een groot, nieuw onrecht wordt blootgelegd. Maar het is oude wijn, in nieuwe zakken. Al veel langer staat ‘big philanthropy’ ter discussie. In De Dikke Blauwe heb ik er de afgelopen jaren ruimschoots aandacht aan besteed: aan de ondemocratische, vaak lelijke kant van maatschappelijke vrijgevigheid. In de VS is het al meer dan een decennium een groot thema. En ook aan de door Bosma en Muskens aangehaalde publicaties ‘Winners Take All, The Elite Charade of Changing the World’ van de Amerikaanse journalist Anand Giridharadas en ‘Just Giving, Why Philanthropy Is Failing Democracy and How It Can Do Better’ van Stanford-professor Rob Reich is door diverse media al ruimschoots aandacht geschonken. Beide auteurs kaarten aan dat de elite die geld beschikbaar stelt om problemen als armoede en ziekte de wereld uit te helpen, op haar best de status quo handhaaft en op haar slechtst de eigen fouten witwast.

‘Big philantropy’ is vooral een Amerikaans probleem. Hoe rijk moet je zijn om een politieke en democratische agenda te beïnvloeden, naast de financieringsstromen van overheid en bedrijfsleven? Hoe zit dat in Nederland? 
Beide auteurs hebben zichtbare moeite om het probleem van big philanthropy ook voor Nederland tot nationaal probleem te verklaren. De voorbeelden zijn beschamend pover. De auteurs noemen er – in de marge – twee en doen geen enkele poging om ze te onderleggen, dan te verwijzen naar twee eerdere kritische artikelen in NRC. ‘Circumstantional evidence’ zouden de Amerikanen zeggen. Dat is jammer: zware beschuldigingen vragen om zwaar bewijs.
 
Bosma en Muskens: ‘De Nederlandse familie Fentener van Vlissingen, die in de meest naargeestige dagen van de Apartheid kalmpjes dóór investeerde in Zuid-Afrika, bestiert tegenwoordig verschillende goede doelenfondsen’. 
Tja, de Telegraaf was in de oorlog een foute krant, maar wat doe je nu? Waar ben je nu verantwoordelijk voor?
 
Bosma en Muskens: ‘Ook de miljoenen van de Postcodeloterij, van de Nederlandse goede doelenondernemer Boudewijn Poelmann, worden volgens volstrekt onduidelijke criteria uitgedeeld.’ 
Dat moge zo zijn, maar wordt met het geld van de goede doelenloterijen de democratie ondermijnd of geld witgewassen? En zijn dit geldstromen die daadwerkelijk groot genoeg zijn om significante invloed op het systeem te hebben?
 
Het meest onbegrijpelijke van het artikel van Bosma en Muskens is echter dat de auteurs niet de gelegenheid hebben aangegrepen om dieper in te gaan op hun observatie dat er klaarblijkelijk iets in de publieke opinie aan het veranderen is: something’s cooking inderdaad. In plaats van oude koeien over big philanthropy uit de sloot te halen, zou een grondige analyse van de Zeitgeist in mijn ogen zinvoller zijn geweest. Merkwaardig bijvoorbeeld dat het optreden van de Nederlandse historicus Rutger Bregman tijdens het World Economic Forum in Davos (zie filmpje hieronder) niet wordt genoemd. De uitspraken van Bregman gingen viral. Zijn betoog: als we de problemen van deze tijd echt willen aanpakken, moeten de miljardairs ophouden met hun filantropie en beginnen om echt weer belasting te betalen. Uitgerekend het land waar nu de superrijken onder Trump lachend hun belastingformulier invullen, was er in de jaren vijftig een toptarief tussen 70 en 91% voor de ‘filthy rich’. Zij leverden daardoor een aanzienlijke bijdrage aan de wederopbouw en de sterkste economie van de wereld. 
 
Bregman zei nog iets belangrijkers: er staat een nieuwe generatie op die niet langer accepteert dat een kleine elite de toekomst van deze planeet bepaalt. Kijk, die Sturm und Drang is – of je het nu eens bent met Bregman of niet - een stuk interessanter, en gaat een spade dieper dan de analyse van Bosma en Muskens. 
 
Big philanthropy zou geen schaamlap mogen zijn voor immoreel ondernemerschap. Afgevinkt. Filantropie was, is en zal vooralsnog geen democratische activiteit in zichzelf zijn. Afgevinkt. Maar filantropie is niet ‘the big problem’. Millennials als Bregman willen het er eigenlijk niet eens over hebben (’Ja, vlieg Bono maar weer in’). Zij willen praten over systeemverandering die de planeet voor zijn generatie en die daarna leefbaar moet houden. Daarmee wordt de jij-bak over filantropie van Bosma en Muskens opgetild naar een discussie voor álle verantwoordelijke actoren in de samenleving voor de ‘Big Change’: ondernemers, overheid, wetenschap én civil society.

Lees het artikel van Bosma en Muskens in NRC Handelsblad: klik hier
►Edwin Venema is sinds september 2018 aan De Dikke Blauwe verbonden als columnist: klik hier