'Evaluatie giftenaftrek is een gotspe'

21 september 2016
Nieuws | | Politiek en overheid

Begin deze maand is het Utrechtse onderzoeksbureau Dialogic in opdracht van het ministerie van Financiën gestart met een evaluatie van de giftenaftrek. Opzet en uitgangspunten daarvoor worden door DDB-hoofdredacteur 'Tax & Legal' mr. dr. Ineke Koele als een 'gotspe' en 'niet valide' gekarakteriseerd. Advocaat en belastingadviseur Koele: 'Dit is een gotspe, nu de giftenaftrek een essentieel kenmerk is van onze westerse democratie. Het gaat dan ook niet aan om de giftenaftrek te beschouwen als ‘uitgaven’ door de overheid, dat is een populistische ‘wij/zij’ wijze van redeneren.'
 
Kamerbrief Wiebes
In een kamerbrief van 9 september reageert staatssecretaris Wiebes van Financien op vragen van de Vaste commissie voor Financiën over de evaluatie van ANBI’s en SBBI’s. Grote kritiek is er vanuit de commissie omdat het dossier zich al jaren voortsleept. In de Miljoenennota van vorig jaar is gemeld dat de evaluatie van de giftenaftrek die oorspronkelijk gepland stond voor 2014, dit jaar (2016) uitgevoerd zou worden. Er is echter meer onderzoek nodig, meent Wiebes. Het gaat hierbij om een algemene evaluatie van de giftenaftrek, die is aanbesteed aan het Utrechtse bureau Dialogic, dat op 1 september startte met het onderzoek dat tot december zal duren. Daarnaast is er een uitgebreide interne evaluatie van de Belastingdienst naar de uitvoeringsaspecten van de giftenaftrek.
 
Centrale onderzoeksvraag
De centrale onderzoeksvraag is volgens Wiebes nu als volgt omschreven: 'Is de ANBI/SBBI-regeling doeltreffend en doelmatig? 'Doeltreffend betekent hier dat het doel bereikt wordt dat instellingen die het algemeen nut beogen dan wel een sociaal belang behartigen daadwerkelijk als zodanig erkend worden en, omgekeerd, dat instellingen die dat niet doen niet voor een dergelijke status in aanmerking komen. Doelmatig houdt in dat dit doel bereikt wordt tegen aanvaardbare kosten', aldus Wiebes' kamerbiref.
De centrale onderzoeksvraag valt uiteen in verschillende deelvragen. Het betreft vragen over de ontwikkeling van het aantal ANBI’s gedurende de afgelopen jaren, juridische aspecten (de ontwikkelingen in de jurisprudentie, de vraag of er sprake is van overregulering), de praktijk van het beoordelen (inrichting werkprocessen, uitvoeringsproblematiek), uitvoeringskosten en administratieve lasten (bij Belastingdienst, maar ook bij de instellingen) en specifieke vragen naar knelpunten en bijzonderheden.
 
Samenhangende evaluaties
Wiebes: 'Mijn voornemen is –gelet op de inhoudelijke verwevenheid– het evaluatierapport over de praktijk rondom ANBI’s en SBBI’s gelijktijdig met het evaluatierapport over de giftenaftrek, inclusief uitvoeringsaspecten, naar de Tweede Kamer sturen zodat de uitkomsten van deze evaluaties in samenhang besproken kunnen worden. Ik verwacht de Tweede Kamer daarom niet eerder dan begin 2017 te kunnen informeren over de uitkomsten van de evaluatie van ANBI’s en SBBI’s. Een versnelling van dit evaluatieonderzoek waar de commissie om heeft gevraagd is, mede ook gelet op de complexiteit van het onderwerp, niet realistisch en kan ik de Kamer daarom niet toezeggen.'
 
Populistisch
DDB-hoofdredacteur 'Tax & Legal' mr. dr. Ineke Koele is verbijsterd over deze aanpak van Wiebes. Koele: 'Een handjevol onderzoekers van een extern onderzoeksbureau moet in drie maanden onderzoek naar voren brengen in welke mate ‘het beleid ten aanzien van de giftenaftrek in het algemeen en de uitgaven voor de giftenaftrek in het bijzonder doeltreffend en doelmatig zijn geweest’. Dit is een gotspe, nu de giftenaftrek een essentieel kenmerk is van onze westerse democratie. Het gaat dan ook niet aan om de giftenaftrek te beschouwen als ‘uitgaven’ door de overheid, dat is een populistische ‘wij/zij’ wijze van redeneren die we vooral tegenkomen in de oppervlakkige dagbladjournalistiek. Er komt geen uitgaaf aan te pas, het zijn juist de schenkers die uitgeven. Deze uitgaven behoren gedefiscaliseerd te zijn indien ze tenminste werkelijk het algemeen nut dienen binnen de door de wetgever gestelde normatieve kaders. Dat kan echter niet door Dialogic worden beoordeeld, maar is juist het exclusieve domein van de controlerende taak van de Belastingdienst.
De onderzoeksvraag lijkt mij derhalve niet valide vanuit een evenwichtig democratisch krachtenveld.'

Normatieve kaders
Dat Wiebes de evaluatie breder wil maken samen met de evaluatie van ANBI’s en SBBI’s, vindt Koele wél een goede zaak. Koele: 'De rol van de overheid is vooral om de kaders scherp te stellen en van ANBI’s bewijs te verlangen dat ze inderdaad het algemeen nut werkelijk dienen. Veel geklaag over de giftenaftrek gaat m.i. niet zozeer over die giftenaftrek als wel dat men de normatieve kaders van de ANBI in feite  te ruim vindt. Dáár zou het debat over moeten gaan. Wiebes geeft echter aan dat de evaluatie gaat over de toename van het aantal ANBI’s, de praktijk van het beoordelen, uitvoeringskosten en administratieve lasten. Waar het gaat om juridische aspecten noemt hij de ontwikkelingen in de jurisprudentie en de vraag of sprake is van overregulering.'
 
Wetgeving niet doordacht
Koele vindt de wetgeving ten aanzien van ANBI's niet gedetailleerd genoeg, als gevolg waarvan rechtsonzekerheid bestaat over de randvoorwaarden van het ANBI-begrip. Koele: 'Voor alles moet men dus in dialoog met het ANBI-team. Om de toestroom te beperken wordt jurisprudentie uitgelokt, die echter altijd casuïstisch is. De wetgeving is evenmin doordacht en niet solide genoeg. In ontwikkelde democratische rechtssystemen wordt elk jaar opnieuw bewijs verlangd van een ANBI dat men uitsluitend het algemeen nut beoogt, mogelijk met boetes als gevolg. In een globaliserende wereld met toenemende agressie is dit de taak die de overheid zich dient te stellen. Juist via het ANBI-label kan men de nodige controle uitoefenen die een private stichting of vereniging in Nederland ontbeert.'
 
Reine Chefsache
Binnen de sector is al langere tijd onrust over de voortdurende gisting rond de giftenaftrek, een zaak die door de hoofdredactie van De Dikke Blauwe eerder al tot 'reine Chefsache' werd bestempeld. 'Zolang er wordt gesoebat met beleidsmakers op vakministerieel niveau of met Kamerleden die 'Financiën' in hun portefeuille hebben, komt de discussie over de giftenaftrek niet voorbij de Excelletjes. Wat we nodig hebben: een discussie over maatschappelijke vrijgevigheid binnen het kader van een pluralistische democratie. Die heeft een prijs die niet met een zakjapanner te bepalen is:it's a different ballgame', aldus het hoofdredactionele commentaar van 31 augustus.
 
'Participatiemaatschappij ten voeten uit'
Ook koepelbestuurders maken zich zorgen.
'Hoe dan ook, de giftenaftrek moet worden behouden. Het is een wezenlijk bestanddeel van het goed functioneren van het maatschappelijk middenveld, waarvan ook de FIN-leden en hun begunstigden deel uitmaken'. Dit stelt Joost van Lanschot, voorzitter van vermogensfondsenkoepel FIN en tevens voorzitter van de Samenwerkende Brancheorganisaties Filantropie op de website van FIN.
Van Lanschot: 'Met de giftenaftrek drukt de wetgever (dus: de samenleving) uit dat we particuliere giften niet zien als consumptieve bestedingen. Nee, we vinden het van groot belang dat burgers hun financiële betrokkenheid tonen bij het reilen en zeilen van de samenleving. Actief en op grote schaal. De participatiemaatschappij ten voeten uit.'
 
Van Lanschot hekelt gisting
Het blijft echter onrustig rondom de giftenaftrek. Van Lanschot: 'Vlak voor de zomer verscheen een rapport van de ambtelijke ‘werkgroep Fiscaliteit’. Hierin wordt voorgesteld om de giftenaftrek te schrappen. Voor de duidelijkheid: het rapport behelst een brede inventarisatie van mogelijke beleidskeuzes. Het is een bijlage bij het rapport van de Stuurgroep Duurzame Groei, die advies geeft aan de minister van Economische Zaken. Dit advies geeft dus niet het standpunt weer van de bewindsman. De werkgroep Fiscaliteit baseert zich op een oude evaluatie van de giftenaftrek en het advies van de Commissie Van Dijkhuizen van enkele jaren geleden. SBF, en daarmee de FIN, heeft eerder forse kritiek geuit op die evaluatie en het advies-Van Dijkhuizen. In een tijd waarin wordt verwacht dat burgers en maatschappelijke organisaties meer verantwoordelijkheid nemen voor de kwaliteit van de samenleving, is beperking of afschaffing van de giftenaftrek onbegrijpelijk en misplaatst.' 

Verkiezingsprogramma’s en ministeries
De eerste aandacht van de Samenwerkende Brancheorganisaties Filantropie gaat nu echter uit naar de politieke partijen die druk doende zijn met hun verkiezingsprogramma’s voor maart 2017, aldus Van Lanschot: 'SBF richt zich dan ook daarop, als ook op de betrokken ministeries. Hoe dan ook, de giftenaftrek moet worden behouden. Het is een wezenlijk bestanddeel van het goed functioneren van het maatschappelijk middenveld, waarvan ook de FIN-leden en hun begunstigden deel uitmaken.'
►Lees het artikel 'Fiscale aspecten van maatschappelijke vrijgevigheid' van mr. dr. Ineke Koele in de nieuwe gedrukte jaargids De Dikke Blauwe3, die vanaf 27 september verkrijgbaar is: klik hier
 
2/2