'Al die verhalen .... daar moest ik iets mee' M. Noyons legde mensen en processen rond NHM vast

Auteur Marc Noyons. 
Auteur Marc Noyons. 
4 maart 2024
Interview | | Holocaustmuseum

Op 11 maart opent het Nationaal Holocaustmuseum (NHM) in Amsterdam zijn deuren. Fondsenwerver Marc Noyons voerde gesprekken met een waaier aan mensen in binnen- en buitenland voor de ‘capital campaign’ van het museum. Hij rondde de opdracht af in 2020, toen met vereende krachten het campagnedoel van €31 miljoen was bereikt. Anders dan bij andere campagnes was hij dermate gehecht geraakt aan het project dat hij ook een boek schreef. Daarin legde hij zowel verhalen van donateurs vast als het ontstaan van draagvlak voor het museum.



ChaiCover.jpg‘Toen ik klaar was met de capital campaign dacht ik: jee, al die verhalen die mensen mij verteld hebben, daar moet ik iets mee', vertelt Noyons. 'Dit boek is mijn cadeau aan iedereen die aan het museum heeft bijgedragen.' 
Afscheid nemen van het project bleek niet makkelijk voor Noyons, die gepokt en gemazeld is als fondsenwerver voor de culturele sector. Schertsend: ‘Het is een beetje uit de hand gelopen.’ 
Chai – Leven – Life | Gesprekken met wegbereiders van het Nationaal Holocaustmuseum telt uiteindelijk ruim 200 pagina’s.
Naast persoonlijke verhalen, opgetekend tijdens veertig interviews met mensen die hij gedurende de zoektocht naar fondsen ontmoette en een deel over de wervingscampagne, bevat het boek meerdere hoofstukken waarin de voor- en ontstaansgeschiedenis van het museum aan bod komt. Noyons: ‘Heel belangrijk, omdat je dan kan begrijpen waarom het museum er pas in 2024 komt en waarom het onderwerp Holocaust in de jaren zeventig in het Joods Cultureel Kwartier echt een taboe, of in ieder geval een open wond was.’

Op 9 maart hoopt de campagnevoerder het eerste exemplaar te overhandigen aan Rosetta Musaph-Andriesse, met wie hij talrijke gesprekken voerde. Musaph belandde in 1943 in de Hollandsche Schouwburg en werd vervolgens naar de tegenovergelegen Crèche gebracht. Hoewel ze vanuit daar mogelijk had kunnen ontsnappen, vertrok de toen 15-jarige Rosetta op eigen initiatief naar Westerbork om haar familie te zoeken. Ze belandde uiteindelijk met hen in Bergen-Belsen. Musaph kwam vrij en was vanaf eind jaren zestig een spilfiguur bij het Joods Historisch Museum en het Joods Cultureel Kwartier (JCK). Noyons: ‘Ze speelde een belangrijke rol -  ook in de ontwikkeling van het museum in de jaren tachtig, negentig, tweeduizend en nog steeds! Met 96 jaar! Ik heb enorme bewondering voor haar wijsheid en levenskracht.’

Governors en ambassadeurs

Musaph is een van de eersten die in het hoofdstuk 'Wegbereiders' hun verhaal doen. Ze is een van de 38 ‘governors’ - mensen die doneren én in eigen kring op zoek gaan naar gelijkgestemden. Net als de in de Verenigde Staten woonachtige Ulrika Citron, wier grootouders in Amsterdam-Oost opgroeiden en in Sobibor werden vermoord. Ook meerdere van de twintig ‘ambassadeurs’ - onder meer politici, bestuurders, mensen uit het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties - komen aan het woord. Jaap de Hoop Scheffer schreef het Woord vooraf, Jeroen Krabbé vertelt onder meer over het nummer op de arm van zijn tante Mary waar hij maar niet naar vroeg en over het fotoalbum over zijn grootvader dat hij lang niet durfde in te kijken. Noyons: ‘De ambassadeurs hebben gezorgd dat de noodzaak van het museum ook in hun netwerk gedragen werd… en mij geholpen op het moment dat ik ergens een ingang zocht. Ik denk dat het om enkele tientallen keren gaat.’
Otto Fricke, Bundestaglid voor de FDP en kleinzoon van een SS-er die in de Tweede Wereldoorlog vocht en stierf, vertelt hoe en waarom hij zich inzette voor een bijdrage voor het museum. Met succes: op 15 november 2019 midden in de nacht kreeg Noyons een mail dat Duitsland €4 miljoen zou doneren.

Noyons is een bekende in het Nederlandse museumlandschap. Sinds hij in 2007 de filmindustrie voor de culturele sector verruilde, wierf hij tientallen miljoenen voor onder meer filmmuseum EYE, wetenschapsmuseum NEMO en Werelderfgoedcentrum Waddenzee.
Als fondsenwerver heeft hij altijd zijn voelsprieten uitstaan. In 2012 sprak hij voor het eerst met Joel Cahen, toenmalig algemeen directeur van het Joods Historisch Museum, naar aanleiding van diens haalbaarheidsonderzoek ‘NationaaI Sjoacentrum en Museum’. Noyons was meteen overtuigd van de noodzaak voor een nationaal holocaustmuseum, vertelt hij. ‘De wereld waarin we leven, met enorme polarisatie en de democratie en de rechtstaat die onder druk staan - hier, maar ook in  bijvoorbeeld Israël en Gaza, Rusland, Oekraïne en de VS,… Dat is voor mij zo’n enorme graadmeter van: “Jongens, pas op! Kijk uit dat de geschiedenis zich niet herhaalt!” Ik maak me heel erg zorgen over de wereld waarin we leven, en ik zie nog steeds geen kantelpunt. En los daarvan: de mensen en de verhalen van de vermoorde Joden. Dat is zó belangrijk om die te blijven herinneren.’

Tijdelijk Nationaal Holocaustmuseum als USP

Eind 2016 veranderden informele ad-hoc gesprekjes tijdens toevallige ontmoetingen in gericht overleg met Emile Schrijver en Liesbeth Bijvoet, inmiddels respectievelijk algemeen en zakelijk directeur van het JCK. Naast de benodigde klik, was er dankzij het voorwerk van Cahen en Bijvoet een concreet en voor de fondsenwerver bijzonder aantrekkelijk plan, inclusief een tijdelijk Nationaal Holocaustmuseum. ‘Dat was een waanzinnig unique selling point, een enorme kans. Ik kon mensen daar uitnodigen; niet vanaf papier maar echt vanuit een fysieke plek het verhaal vertellen.’
Het campagnedoel lag in eerste instantie op ruim €23 miljoen. Vertraging door corona, prijsstijgingen inclusief van de bouwkosten maakten dat het doel in 2019 tot €31 miljoen is opgeschroefd.

Noyons keek al rond in het Nationaal Holocaustmuseum en is vol lof. ‘De pay-off van het museum is die waakzaamheid voor de toekomst. Zorgen dat toekomstige generaties weten wat hier in Amsterdam is gebeurd en dat dat nooit meer mag gebeuren.... Het belang van democratie, rechtstaat, maar óók: het zijn 104.000 mensen die vermoord zijn. Het zijn 104.000 mensen die allemaal een verhaal hebben. Geen nummers, maar mensen!'

Is zijn boek niet een beetje dubbelop met het museum?
Noyons vindt van niet: ‘Het museum vertelt het verhaal van alle slachtoffers, en mensen die er niet meer zijn… De Holocaust in Nederland. Dit boek vertelt het verhaal van de mensen die hebben bijgedragen aan dit museum en die vertellen waarom ze hebben bijgedragen. Dat zie je niet in het museum.’

 

Plan, uitvoering en overdracht van een bijzondere missie

Noyons is kort over zijn werkwijze: ‘Één: ik maak een plan. Twee: ik voer het uit. Drie: ik zorg voor een goede overdracht. Dat is hier bijzonder goed gelukt.’

Vast onderdeel is een filmpje. Prospects kregen in honderd seconden op indringende wijze het verhaal van het museum voorgeschoteld, verteld door een aantal 'ongelofelijk belangrijke mensen', van oud naar jong – van het verleden naar nu. Eerste spreker is de inmiddels overleden Johan van Hulst, een van de redders van honderden Joodse kinderen tijdens de Tweede Wereldoorlog, laatste het zesjarige zoontje van een JCK-medewerker.

Waar Noyons bij het werven doorgaans veel aan het zenden is, was hij nu minder aan het woord merkte hij. Vergezeld door zijn ‘handlangers’ Emile Schrijver en Liesbeth Bijvoet ging hij bij particulieren, bedrijven, fondsen en overheden langs. Na vertoning van het filmpje was het vaak even stil. ‘En dan begon degene tegenover ons te praten. Heel bijzonder. Óf over het belang van het museum voor de toekomst, óf over de eigen geschiedenis… verhalen te delen die mij echt raakten.’ Die sfeer van openheid en vertrouwdheid tilde de gesprekken naar een ander niveau: ‘Het ging helemaal niet van: “We hebben een heleboel geld nodig”. Nee,… je haalde door die gesprekken echt het gemeenschappelijke draagvlak naar boven.’

Zoals bij al zijn wervingsprojecten, werd een database met potentiële donateurs gebouwd. Dat leverde circa 1.700 prospects op. Daarbovenop kwamen contacten van de governors en ambassadeurs. Noyons schat dat hij voor de ‘capital campaign’ ongeveer 250 mensen gesproken heeft. Hij benadrukt: dit is het werk van velen. ‘Ik heb gezorgd dat alle neuzen steeds dezelfde kant op stonden om het campagnedoel te bereiken.’

Hij was nog met meerdere prospects in gesprek toen het beoogde bedrag toegezegd was. Een goede overdracht en opvolging van warme contacten is volgens hem cruciaal. Vertrouwen is immers de basis - van de gever die vertrouwen geeft door te doneren, maar ook van de werver. Die geeft vertrouwen dat hij zorgvuldig met het gedoneerde geld zal omgaan. ‘Het is één grote kwestie van vertrouwen. Vertrouwen in het project en in de mensen... Misschien is dit ook wel het doel van het boek: aantonen dat deze mensen het vertrouwen hebben gegeven dat hun centjes op de goede plek komen in dit project, en dat ik ze dankbaar ben dat ze dat vertrouwen hebben gegeven.’

Noyons verwacht brede interesse in Chai – Leven – Life, onder meer vanuit musea en fondsenwervers. ‘Het gaat ook wel over: hoe doe je dat, zoiets?’

https://www.walburgpers.nl/nl/book/9789464563597/chai-leven-life

Abonneer u kosteloos op onze Nieuwsbrief via deze link: 

https://www.dedikkeblauwe.nl/news/abonnement-journaal