Rouba Mhaissen: ‘Bureaucratie zuigt de passie uit hulpverleners’

dr. Rouba Mhaissen: Ik ga me niet meer richten op de beleidsmakers, maar op de mensen
dr. Rouba Mhaissen: Ik ga me niet meer richten op de beleidsmakers, maar op de mensen
14 februari 2017
Nieuws | | Ontwikkelings samenwerking

Ze is nog geen dertig maar kan wat De Dikke Blauwe betreft al op de shortlist voor de Nobelprijs voor de Vrede. Rouba Mhaissen zet zich in voor Syriërs sinds de eerste vluchtelingen in 2011 de grens met Libanon overstaken. Veel Syriërs zien haar als een woordvoerder die met hen praat in plaats van over hen. In 2016 wast de ze oren van toenmalig VN secretaris Ban Ki-moon en andere wereldleiders in een vlammende toespraak. De speech gaat ‘viral’.
 
Mhaissen heeft een Syrische vader en een Libanese moeder en groeide op in Beiroet. Ze woont in Groot-Brittannië voor haar studie ontwikkelingseconomie aan de London School of Economics als in maart 2011 de Arabische Lente ook Syrië bereikt. De volksopstand wordt hard neergeslagen. Als ze in december van dat jaar voor een bezoek terugkeert naar Libanon, ziet ze beelden van de eerste veertig families die in Libanon aankomen om het toenemende geweld in Syrië te ontvluchten.
 
Geschokt door die beelden, stapt ze in de auto om de families te bezoeken. Ze spreekt met hen en vertelt vervolgens op sociale media wat de families nodig hebben. Die berichten worden in Libanon duizenden malen gedeeld. Geld en goederen stromen binnen, vrijwilligers melden zich aan. Kort daarna zet ze de stichting SAWA for Development and Aid op met afdelingen in Libanon en Groot-Brittannië.
 
Op 6 februari was Mhaissen in Den Haag om te spreken op de How to do good tour. Dit evenement, gelieerd aan het boek met dezelfde naam, wil mensen laten zien dat iedereen bij kan dragen aan een betere wereld. Tijdens haar bezoek gaf ze een exclusief interview aan De Dikke Blauwe.
 
DDB: SAWA is een grassroots organisatie. Waarom is dat belangrijk?
RM: ‘Toen ik die berichten stuurde over sociale media had ik geen idee dat ik een organisatie zou beginnen. Terwijl de jaren verstreken en de oorlog voortduurde, waren er zoveel mensen om mij heen die iets wilden betekenen: studenten, kunstenaars, academici, zakenlieden. Op die manier is SAWA gegroeid. Ik zie het meer als een beweging dan als een organisatie. Het zijn mensen die zich betrokken voelen bij deze humanitaire crisis. Ook als ze niet meer direct met SAWA werken, blijven ze toegewijd aan de Syrische zaak.’
 
‘Tijdens ons werk in de vluchtelingenkampen ontdekten we al snel dat vluchtelingen iets voor hun gemeenschap willen doen. Het is veel fijner om te geven dan te ontvangen. Dat geldt net zo goed voor mensen die in een moeilijke situatie zitten. Zelfs de vluchtelingen die maar heel weinig hebben, willen elkaar helpen. Ze delen hun vaardigheden of hun tijd.’
 
‘Daarnaast is het belangrijk dat mensen zeggenschap houden over hun leven. Daarom is het werk van SAWA georganiseerd rond de gemeenschap zelf. De mensen bepalen wat ze willen doen, wij faciliteren slechts. Wat mensen bijvoorbeeld het allerbelangrijkst vinden is onderwijs. Nog voordat ze om voedsel vragen, willen ouders weten of hun kinderen naar school kunnen. SAWA doet de saaie taken zoals voorstellen schrijven en subsidies aanvragen, maar de vluchtelingen bestieren de scholen. De onderwijzers en buschauffeurs zijn mensen uit de gemeenschap.’
 
DDB: Zouden internationale humanitaire hulporganisaties ook meer bottom-up moeten werken?
RM: ‘De bottom-up benadering maakt dat mensen zeggenschap over hun eigen leven houden. Dat is bij het internationale humanitaire hulpsysteem helaas niet het geval. Dat maakt mensen tot begunstigden. Ze worden afhankelijk gemaakt van het systeem en hebben niets meer over hun eigen leven te zeggen. Denk aan de tienduizenden vluchtelingen die ergens in Europa maanden, soms jaren op een papiertje moeten wachten. Ze mogen niet werken, niet naar school. Er wordt voor hen bepaald of en wanneer ze zich met hun familie mogen herenigen.’
 
‘Ik heb veel mensen ontmoet die voor internationale hulporganisaties werken. Het zijn de meest buitengewone mensen die met de juiste intenties hun werk doen. En elke keer vraag ik mij dan af: hoe komt het dat het systeem desondanks zo slecht werkt? De belangrijkste reden is de bureaucratie. Het zuigt de passie uit hulpverleners die alleen nog e-mails beantwoorden en ellenlange voorstellen schrijven. Gekluisterd aan hun bureau zien ze niet wat hun werk voor een impact heeft in het veld. Het systeem is er vooral om zichzelf te dienen. Het creëert projecten en banen om de organisatie in stand te houden. Het is de mensen om wie het ooit allemaal is begonnen uit het oog verloren.’
 
‘Het Syrische maatschappelijk middenveld heeft geprobeerd de Verenigde Naties en de internationale hulporganisaties te overtuigen dat de Syrische vluchtelingencrisis anders benaderd moet worden. Dit is de grootste humanitaire crisis van onze tijd. De internationale gemeenschap weet niet hoe ze er mee om moet gaan. Het probleem is dat ze de fouten herhaalt die in Afrika en Zuid-Amerika zijn gemaakt. Ze luistert niet naar de lokale bevolking en ze voert projecten uit die in deze specifieke context niet werken. Ze plakt een pleister op de wond in plaats van de oorzaak van het probleem aan te pakken.’
 

DDB: Welke veranderingen zou je willen bewerkstelligen bij de internationale humanitaire organisaties?
RM: ‘In de afgelopen zeven jaar heb ik mij veel bezig gehouden met lobbyen en pleitbezorging. Ik heb gesproken met de Ban Ki-moon en de Verenigde Naties, ben op het Witte Huis geweest en heb met minister-presidenten gepraat. Ik heb geprobeerd de EU te bewegen tot een meer humanitair vluchtelingenbeleid. Ik begin mij steeds meer te realiseren dat al die moeite nauwelijks zin heeft. Misschien kan het maatschappelijk middenveld de koers van beleidsmakers twee of drie procent veranderen. Ik ben tot de conclusie gekomen dat ik mijn inspanningen op de verkeerde plek heb ingezet. We moeten ons richten op de mensen, niet de beleidsmakers.’
 
‘We hebben de overwinning van Donald Trump gezien en Brexit. Overal in Europa zie je rechts-extremisme opkomen. Dit gebeurt omdat mensen daarvoor stemmen. Mensen kijken naar de vluchteling vanuit angst. Ze zien hem als een vreemde, ze zien hem als een terrorist. Daarom moet je met mensen gaan praten in plaats van met beleidsmakers. Ik ga me daarom meer op scholen richten. Om kinderen uit te leggen wat de essentie van een mens is en dat we in de kern allemaal hetzelfde zijn. Dat grenzen, huidskleur en religie ons niet wezenlijk van elkaar scheiden. Dat het geen redenen zijn om bang van elkaar te worden.’
 
DDB: Hoe zou de internationale gemeenschap vluchtelingen beter kunnen dienen?
RM: ‘Op de allereerste plaats moet hun recht om te bestaan worden erkend. Vluchtelingen hebben het recht in waardigheid te bestaan in hun eigen land. Daarom is mijn belangrijkste boodschap altijd: stop de oorlog. Syriërs willen naar huis. Ze willen hun leven niet wagen op een boot. Het is niet hun droom om in Nederland wonen, of Duitsland of Zweden. Zelfs niet in Libanon waar dezelfde taal wordt gesproken en de cultuur bijna hetzelfde is. Ze willen veilig kunnen leven in hun eigen land.’
 
‘Burgers moeten beschermd worden. In Syrië maar ook daarbuiten. Hun bestaan in de omringende landen moet gelegaliseerd worden zodat ze kunnen werken. Ook moeten er juridische mechanismen komen die het mogelijk maken dat vluchtelingen in Europa asiel aanvragen. Zonder dat ze daarvoor hun leven en dat van hun kinderen in de waagschaal hoeven leggen. Wij zijn getuige van de duizenden doden die vallen in de Middellandse zee. Dat zullen we lang in onze geschiedenis moeten meedragen.’
‘De oorlog in Syrië heeft aan een half miljoen mensen het leven gekost, nog eens twaalf miljoen zijn ontheemd. Dit gebeurt voor de ogen van de internationale gemeenschap. De mensen sterven in een poging veiligheid te zoeken in Europa. Ze worden geweigerd aan de grenzen van Europese landen die claimen voorvechter te zijn van democratie en mensenrechten. Het is een emotionele gebeurtenis voor mij om te spreken in Den Haag. De internationale stad van vrede en rechtvaardigheid. Die rechtvaardigheid zie ik nu niet voor de Syriërs.’ 
 

►Lees ook ons verslag van de How to good-tour die vorige week Den haag aandeed: klik hier
2/2