NGO's onder het vergrootglas Scherp zicht op veelvormige groeisector lijkt illusie

In aanloop naar 2030 nog veel werk te verrichten.
In aanloop naar 2030 nog veel werk te verrichten.
6 april 2023
Achtergrond | | (Social) Impact

Niet Gouvernementele Organisaties kwamen in de afgelopen maand negatief in het nieuws. Premier Rutte haalde zich de woede op de hals van NGO’s die migranten in nood oppikken uit de Middellandse Zee. Deze organisaties zouden onderdeel zijn van ‘een heel cynisch businessmodel van mensensmokkelaars’. Dat was flink tegen het zere een van Save The Children Nederland. Later moest het ministerie van Algemene Zaken toegeven dat de uitspraken ‘iets te kort door de bocht’ waren.



Ook was er de pijnlijke kwestie rond de mensenrechtenorganisatie No Peace Without Justice. Deze organisatie wordt onderzocht wegens corruptie in het Europees Parlement. Diverse Europarlementariërs worden ervan verdacht steekpenningen te hebben aangenomen, onder meer van Qatar. No Peace Without Justice, die mede werd gefinancierd door Nederland, zou zijn ingezet om economische en politieke besluiten van het parlement te beïnvloeden.

Ten slotte waren er de majeure hulpacties van Giro555, eerst tijdens de Russische invasie van Oekraïne, in februari 2022, en een jaar later tijdens de aardbevingen in Turkije en Syrië. Daarbij werd de schijnwerper gericht op samenwerkende hulporganisaties waaronder Care, Cordaid, Oxfam Novib, Stichting Vluchtelingenwerk en Unicef. Voor de hand liggende vragen bij het publiek: kwam het geld goed terecht? Deden deze organisaties wat ze konden?

Autonomie

In hoeverre opereren NGO’s autonoom en onafhankelijk? Ze richten zich op een verondersteld maatschappelijk belang. In grote lijnen gaat het om organisaties die werken aan het bevorderen van zaken als milieubescherming, gezondheid, ontwikkelingswerk of mensenrechten. Ze beschikken doorgaans over aanzienlijke politieke macht. Tegelijkertijd zijn ze voor hun middelen en invloed afhankelijk van overheden, filantropen, huishoudens, bedrijven en anderen.  

In de afgelopen periode zijn NGO's en bedrijven meer naar elkaar toegegroeid om niet te zeggen dat ze meer op elkaar zijn gaan lijken. Veel bedrijven zien dat winstmaximalisatie niet de heilige graal is en richten zich ook op maatschappelijk verantwoord ondernemen. Omgekeerd zijn NGO’s zich commerciëler gaan gedragen. Met name multinationals kunnen leren van de flexibiliteit van NGO’s. Deze organisaties hebben immers voortdurend te maken met onzekere situaties. 

Fluïde

Tussen NGO’s en sociale ondernemingen zijn grenzen elastisch en definities fluïde. Het CBF, dat toetst of goede doelen voldoen aan strenge kwaliteitseisen, liet een paar jaar geleden onderzoek doen naar de Nederlandse NGO-sector. Dat leidde tot vragen als: in welk ontwikkelingsland zijn de meeste Nederlandse ontwikkelingsorganisaties actief? Ook werd gekeken naar de budgetten van de top 25 van Nederlandse NGO’s. Veel bleef nog onduidelijk.

Reden genoeg om in de komende periode meer systematisch te kijken naar de Nederlandse NGO-sector. Met in het achterhoofd enkele prangende vragen. In welke richting ontwikkelt zich de groei van deze sector? Wat zien we als we kijken naar de enorme diversiteit van de NGO’s? Zijn ze effectief? En hoe zit het met hun mix van inkomstenbronnen en de fluctuaties daarin. Kortom wat dragen ze werkelijk bij in de wereld van goed doen?