Komt filantropie haar belofte na? Experts over het grootste risico voor de sector

18 mei 2023
Sneak preview | | Corporate Power

rockefeller.pngWaar eindigt filantropie en begint marketing? Melissa Berman en Álejandro von Gustedt van Rockefeller Philanthropy Advisors over de kracht en zwaktes van corporate foundations, hun eigen werk en de verschillen tussen de VS en Europa.  


De ondernemer John D. Rockefeller wilde filantropie bedrijven op dezelfde manier als hij zijn zaken bestierde: doordacht en effectief. In 1913 zag zijn Rockefeller Foundation het licht, een kleine eeuw later kwam daar de adviespoot bij; de Rockefeller Philanthropy Advisors (RPA). De Rockefellers hoopten zo andere filantropen en filantropische organisaties te helpen om hun werk zo goed, professioneel en effectief mogelijk te organiseren.

Ceo en voorzitter Melissa Berman, die dit jaar afscheid neemt, was in 2002 betrokken bij de oprichting van RPA. Onder haar leiding groeide de non-profit uit tot een van werelds grootste dienstverleners op het gebied van filantropie, die jaarlijks meer dan 500 miljoen dollar aan geefgeld beheert en faciliteert in meer dan 70 landen. Met de onlangs benoemde vicepresident Europa, Alejandro (‘Alex’) Álvarez von Gustedt, gaat RPA haar activiteiten in Europa uitbreiden.

Welke bedreigingen zien jullie momenteel voor bedrijfsfondsen?

Berman: ‘Corporate foundations zullen eerder te lijden hebben onder een recessie, omdat ze voor hun inkomsten veelal grotendeels afhankelijk zijn van schenkingen door het bedrijf. En voor zover er een nieuwe recessie op ons afkomt, zou dat een soort cyclisch effect hebben op de bedrijfsstichtingen.’

Álvarez von Gustedt: 'En verder bestaat het risico dat er niet genoeg wordt gedaan door bedrijven en corporate foundations. Daar maak ik me grote zorgen over. Het klimaatprobleem wordt steeds nijpender, de maatschappelijke uitdagingen worden steeds actueler. We moeten meer ons best doen om deze uitdagingen aan te pakken. We moeten meer doen en meer risico's nemen om meer impact te creëren.'

Berman: ‘De grootste bedreiging is het toenemende gevoel dat filantropie haar belofte niet nakomt. En dat het niet effectief is. Dat is een bedreiging voor corporate foundations en alle andere fondsen. Het komt voort uit het gevoel dat de ongelijkheid in rijkdom zelf het probleem is en dat filantropie die ongelijkheid weerspiegelt. Dat filantropie in de kern onrechtvaardig is; dat het niet de oplossing voor ongelijkheid is, maar onderdeel van het probleem. Dit is eigenlijk een nog grotere bedreiging voor familiestichtingen, dan voor corporate foundations. Maar die kunnen ook weer met elkaar verbonden zijn.’

Wat kunnen fondsen tegen deze bedreiging doen?

Álvarez von Gustedt: ‘Ten eerste zouden fondsen, vooral grote vermogensfondsen, zeker twee keer zo transparant moeten zijn over hun agenda en doelen, de herkomst van het vermogen, hoe de middelen worden ingezet en welk soort impact ze nastreven. En ten tweede is het essentieel dat fondsen en donoren de gemeenschappen die ze willen dienen centraal stellen. Alleen zo kan de gewenste impact behaald worden.’ 

Lees het hele interview in het DDB-magazine dat eind mei verschijnt.