Vermogensfondsen kom nou eens helemaal uit de kast!

Vermogensfondsen kom nou eens helemaal uit de kast!
Vermogensfondsen kom nou eens helemaal uit de kast!
9 april 2018
Opinie | | Vermogensfondsen

Onlangs stonden de Nederlandse vermogensfondsen even in de schijnwerpers. Alhoewel, schijnwerpers… Het onderzoek ‘Filantropische Fondsen in Kaart’, het magnum opus van het inmiddels ter ziele zijnde Erasmus Centre for Strategic Philantropy, roept bij mij meer vragen op dan dat het een duidelijk beeld geeft van het opereren van de naar schatting 2.150 vermogensfondsen in Nederland.
 
Edwin Venema schreef dat de vermogensfondsen langzaam uit de black box komen, maar waarom kan het niet wat sneller? Waarom blijft deze voor de filantropie zo belangrijke bron zo in mysteriën gehuld? Dit doet het algehele beeld van de filantropie geen goed. Als we het belangrijk vinden dat er meer gegeven wordt aan maatschappelijke doelen en cultuur, is het van groot belang dat ook de vermogensfondsen meer openheid van zaken geven. Want alleen goed voorbeeld doet goed volgen. Een manier? Door online zichtbaarheid te vergroten en bijvoorbeeld nieuwe instrumenten als crowdfunding te omarmen. Hier volgen drie belangrijke redenen:
 
  1. Meer openheid stimuleert ondernemerschap bij aanvragers
De meeste vermogensfondsen zijn voor makers en initiatieven totaal onzichtbaar. Anno 2018 biedt het Fondsenboek (jawel, een boek...) het beste overzicht. Online zijn de meeste fondsen vrijwel niet vindbaar. Er wordt vaak nauwelijks gestimuleerd aan te vragen en de richtlijnen en beoordelingscriteria zijn ronduit vaag. Op zich vreemd wanneer je bedenkt dat de meeste (zo’n 89 procent) van de fondsen een ANBI-status heeft en pretendeert het Algemeen Nut te dienen. Door online meer zichtbaarheid te genereren, het beoordelingsproces helder te omschrijven en duidelijke richtlijnen aan te geven, maak je voor (potentiële) aanvragers duidelijker wat je doelen zijn. Hiermee stimuleer je het ondernemerschap bij je aanvragers. Wanneer je dit goed doet, zal dit echt niet tot veel meer aanvragen leiden, waarschijnlijk wel tot kwalitatief betere. Nu opereren veel vermogensfondsen nog als een ‘Old Boys’ network en wordt innovatie nauwelijks gestimuleerd.
 
  1. Maak gebruik van bestaande instrumenten
Het duidelijk communiceren van doelstellingen, missie en procedure is eigenlijk iets wat in 2018 iedere professionele organisatie zou moeten doen. Helemaal wanneer je pretendeert een algemeen nut na te streven en ook gebruikmaakt van de bijbehorende fiscale voordelen. Een volgende stap zou zijn het omarmen van een instrument als crowdfunding. Dit zorgt voor maximale transparantie. Via crowdfunding kun je als fonds laten zien welke projecten je ondersteunt, waarom je dit doet en je doet tevens een beroep op andere burgers (de crowd) om ook een steentje bij te dragen. Bovendien, door het publiek een rol te geven in de beoordeling weet je zeker dat er draagvlak is én de sociale controle is groot. De kans op fraude is hierdoor klein.
 
  1. De impact is groot
Er zijn in Nederland inmiddels verschillende crowdfunding-platforms die reeds samenwerken met vermogensfondsen. Zo werkt Stichting voordekunst samen met verschillende private fondsen als Fonds1818, VSB Fonds, Prins Bernhard Cultuurfonds en BankGiro Loterij Fonds. Deze fondsen ondersteunen, net als particuliere donateurs, campagnes op voordekunst, ook wel matchfunding genoemd.  Het effect is groot. Matchfunding werkt als vliegwiel, zorgt voor extra vertrouwen bij het publiek en voor een extra gemotiveerde initiatiefnemers. Op voordekunst.nl slaagde in 2017 ruim 96 procent (!) van de campagnes waar een fonds aan bijgedragen heeft en de er gaat ook een multipliereffect vanuit. Iedere euro aan matchfunding leverde in 2017 € 3,80 uit de markt op. Internationaal onderzoek toont eveneens de positieve effecten van deze vorm van cofinanciering aan.
 
Dus vermogensfondsen, kom uit de kast en laat je zien! Met een klein beetje moeite kan er veel meer resultaat behaald worden, kunnen budgetten effectiever besteed worden en is de impact vele malen groter dan de nu al opzienbarende € 1,3 miljard!