Van Gendt: 'Nieuwe Successiewet gaat tot problemen leiden'

4 november 2009
Nieuws | | Tax & Legal


AMSTELVEEN (4 november) - De nieuwe Successiewet die afgelopen dinsdag door de Tweede Kamer is aangenomen, gaat volgens Rien van Gendt, voorzitter van de samenwerkende brancheorganisaties filantropie (SBF), in de uitvoering tot problemen leiden.


Volgens Van Gendt heeft het veel te maken met het feit dat er amper overleg is geweest met de goededoelensector zelf. "Er staan veel dingen in de wet die niet altijd goed zijn, en een aantal andere die vaak zijn gebaseerd op onkunde", zegt hij.



Onmogelijke spagaat

Van Gendt ziet nog een aantal feilen. Zo voorziet hij dat bijvoorbeeld dat culturele en maatschappelijke instellingen, die enerzijds eigen inkomsten moeten genereren anderzijds onvoldoende garanties hebben dat zij hun ANBI-status niet verliezen. Ook als het om vermogensfondsen gaat, voorziet de SBF-voorzitter de mogelijkheid van verlies van ANBI-status. "Als je aan de bestedende kant zit van een fonds, gaat het meestal om schenkingen", zegt hij. "Maar het kan echter ook gaan om garanties of leningen om de ontvangende partij juist onafhankelijker te maken. Als de belastingdienst dat echter ziet als een commerciële activiteit, kan zo’n fonds zijn ANBI-status verliezen."


Integriteitstoets

Ook de geëiste integriteitstoets vindt Van Gendt onzorgvuldig. De clausule dat een organisatie zijn ANBI-status kan verliezen als een bestuurder betrokken is bij criminele activiteiten vindt hij onterecht. Hij meent dat het individu moet worden aangepakt in plaats van de organisatie. "Een organisatie zou zijn status juist moeten verliezen als hij niet werkt ten behoeve van het algemeen nut. De vraag is bovendien: wat is criminaliteit? Ik denk dat die clausule met name bedoeld is om imams die bepaalde stichtingen hebben de mond te snoeren."


Nieuwe toetreders

Een vierde punt van kritiek betreft de eis dat ANBI’s zich voor minimaal negentig procent op het algemene nut moeten richten. Zeventig procent, zoals in Duitsland gebruikelijk is, acht hij wenselijker. Dit met het oog op nieuwe toetreders. "Iemand die zelf een fonds op wil zetten, zal dat eerder doen als de lat lager ligt", aldus de SBF-voorzitter.


ANBI versus SBBI

Dan is er nog de kwestie ‘ANBI of SBBI?’ waar Van Gendt ongelukkig over is. "De verschillen tussen beide begrippen zijn vaag", stelt hij. "De staatssecretaris schrijft dat probleem voor zich uit door het later pas te toetsen. Nu is het criterium dat je het over SBBI’s hebt op het moment dat het om een particulier belang gaat. Maar wat als een zangvereniging optreedt in een tehuis voor oude van dagen? Is dat dan particulier belang of gaat het om openbaar nut? Dit soort vragen geldt ook voor bijvoorbeeld scoutingclubs en voetbalclubs. Dat schept rechtsonzekerheid.

 


Politieke druk om SBBI's te creëren

Op de vraag of hij de nieuwe wet een verbetering vindt, antwoordt Van Gendt: "Op het punt van de ANBI’s had de wet helemaal niet behandeld hoeven worden. Dat liep eigenlijk heel goed. Overigens is de Belastingdienst er niet eens aan toegekomen om de verschillende ANBI-beschikkingen te toetsen. Verder denk ik dat de politieke druk is geweest om SBBI’s te creëren. Het voordeel daarvan is dat organisaties zoals voetbalclubs een fiscale faciliteit krijgen, waardoor ze onbelast erfenissen kunnen ontvangen. De wetgever had echter voor instanties die sociaal belang behartigen beter een aparte convenant met de fiscus kunnen afsluiten. Dat is nu niet gebeurd. Ik denk dat al die losse eindjes uiteindelijk voor problemen zullen gaan zorgen."