Nalatenschapswerving: de lessen uit de zaak Broekhuis

De casus Broekhuis bevat veel leerstof over nalatenschapswerving voor goede doelen
De casus Broekhuis bevat veel leerstof over nalatenschapswerving voor goede doelen
11 april 2017
Nieuws | | Tax & Legal

Er zijn steeds meer vermogende oudere particulieren, die bovendien langer leven en vaker in een schemergebied verkeren van mentale (on)helderheid. Fondswervende instellingen die erfstellingen en legaten werven, moeten leren van het drama waarin Rechtbank Midden-Nederland op 8 maart jongstleden uitspraak heeft gedaan. Het betreft de zaak van de familie van de heer Broekhuis (echtgenote en haar dochters) tegen de stichting Leger des Heils en de Nationale Vereniging De Zonnebloem. De casus is breed uitgemeten in de pers en op televisie.
 
The best portion of a good man's life: his little, nameless unremembered acts of kindness and love – William Wordsworth

De rechtbank buigt zich over de erfrechtelijke vraag of de heer Broekhuis wilsonbekwaam was ten tijde van het opmaken van het laatste testament, wat zou leiden tot nietigheid van het testament. In Nederland is het buitengewoon lastig voor familieleden om de nietigheid van een testament te bewerkstelligen, nu daarvoor bewijs moet worden aangedragen dat de erflater niet in staat was de gevolgen van het testeren te overzien en derhalve deze gevolgen te willen.
 
Notaris velt geen oordeel
Ons rechtssysteem vertrouwt in hoge mate op de functie van het notariaat, die op basis van een z.g. ‘Stappenplan Beoordeling Wilsbekwaamheid’ handelt. Dit stappenplan laat aan de notaris een grote beoordelingsbevoegdheid, maar noopt deze indien aanleiding bestaat te twijfelen aan de wilsbekwaamheid van een testateur, de geestesgesteldheid nader te (doen) onderzoeken. Overigens wordt breed aangenomen dat de notaris, ook bij aanhoudende twijfel, een testament dient te passeren. Het is derhalve niet aan de notaris om een sluitend oordeel te vellen over de capaciteiten van de testateur.
 
Treurig epos
De feiten in deze procedure lezen als een treurig epos over wijlen Arend Broekhuis[1], waarbij zijn filantropisch karakter op de achtergrond raakt. Ik vat het zakelijk samen:
In het voorlaatste testament van de heer Broekhuis uit 2006 verdeelde hij zijn vermogen ruwweg tussen zijn vrouw en stiefdochters (30%) en goede doelen (70%). Bij het laatste testament uit 2012 werden de goede doelen erfgenaam van zijn gehele vermogen, waarbij zijn vrouw een vruchtgebruik van het huis en van een geldsom bij wijze van legaat krijgt toebedeeld. De stiefkinderen krijgen elk een legaat tot het maximaal vrijgestelde bedrag van € 20.000. De nalatenschap heeft een waarde van ca. € 26 miljoen. Gezien de leeftijd van de vrouw van Broekhuis (zij is 88 jaar ten tijde van het openvallen van de nalatenschap), verkrijgen de goede doelen in feite de gehele nalatenschap. Als gevolg van dit laatste testament zal er in het geheel geen erfbelasting verschuldigd zijn over de nalatenschap van de heer Broekhuis.
 
Wilsbekwaam
Op advies van de notaris wordt een onderzoek gedaan naar de wilsbekwaamheid van de erflater. De psychiater die hem daartoe ziet verklaart hem wilsbekwaam. Daarbij is geen overleg geweest met behandelende specialisten of met familieleden, noch met de goede doelen.
 
Spanning in thuissituatie
In een eerder geding, dat handelde over overlegging medische gegevens door deze psychiater, is vastgesteld door Hof Arnhem-Leeuwarden dat de familie aan de hand van gegevens van huisarts, longarts en GGZ heeft onderbouwd dat de heer Broekhuis leed aan dementie. De familie had gedurende al enige jaren een aanzienlijke karakterverandering geconstateerd en bij herhaling de zorg daarover gecommuniceerd met artsen. Dit leidde tot spanningen in de thuissituatie.
 
[1] Rechtbank Midden-Nederland, 08-03-2017 / C/16/404001 / HL ZA 15-344, ECLI:NL:RBMNE:2017:1324
 

Relatieproblemen vs medische mankementen
De rest van het relaas is een brei aan medische verklaringen van behandelend specialisten tijdens leven (die uiteraard niet gevraagd werden te toetsen op wilsbekwaamheid) en van hoogleraren die achteraf gevraagd zijn te oordelen over de wilsbekwaamheid van de heer Broekhuis ten tijde van testeren, als verklaringen van derden zoals bridgevrienden en de accountant van Arend Broekhuis. Namens de goede doelen wordt veel nadruk gelegd op het feit dat er ‘relatieproblemen’ waren met zijn vrouw, terwijl de familie juist de nadruk legt op het feit dat Arend last had van zijn medische mankementen, waaronder dementie, en hoe zij daar allemaal last van hadden gehad.
 
Moeizame relatie met Belastingdienst
Verder komt bij de feiten naar voren dat de heer Broekhuis een moeizame relatie had met de Belastingdienst. Hij was ‘inkeerder’ geweest van niet-gerapporteerd vermogen in het buitenland en de (obsessieve) wens om erfbelasting te besparen zou een rol hebben gespeeld bij de wijziging van het testament.
 
Hoger beroep
Inmiddels is ook gepubliceerd dat de familie in hoger beroep gaat, nu het onderzoek van de psychiater inmiddels als onvoldoende is bestempeld door het Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam. De psychiater kreeg hiervoor een waarschuwing[1]. De woorden van Prof. Scheltens, directeur van het Alzheimercentrum, die Broekhuis postuum wél als dement kwalificeerde, zouden volgens de familie in hoger beroep zwaarder moeten wegen[2]. Het staat daarmee vast dat het getouwtrek om 30% van de nalatenschap van Arend Broekhuis de gemoederen nog enige tijd zal bezighouden.
 
Positie goede doelen
Het is bekend dat de familie geprobeerd heeft met de goede doelen te praten. Daarbij was het hun wens om het huis voor de familie te behouden, waarmee aanzienlijk méér dan 70% van het vermogen bij de goede doelen zou blijven. Toen daar geen positieve reactie op kwam, besloot men te gaan procederen met als inzet de nietigheid van het laatste testament. Indien men dit wint, gaat er blijkens het voorlaatste testament nog steeds 70% van de nalatenschap naar de goede doelen. De inzet van de strijd gaat derhalve om ca. € 7,8 miljoen.
 
Relatie met goede doelen
Uit de feiten blijkt dat de heer Broekhuis tijdens leven al vaker grotere schenkingen heeft gedaan aan beide bedachte goede doelen. Voor het Leger des Heils en de Zonnebloem was de heer Broekhuis dus geen onbekende. Het mag dan ook waarschijnlijk heten, dat de heer Broekhuis op de lijst stond van ‘prospects’ voor nalatenschappen of een legaat en dat men een relatie onderhield met de heer Broekhuis. De houding die de goede doelen na het openvallen van de nalatenschap van de heer Broekhuis hebben aangenomen is tweeledig:
Het testament was een grote verrassing voor hen; men was niet betrokken bij het vernieuwde testament. 
De wil van de erflater dient te worden gerespecteerd. Het is niet mogelijk voor het goede doel om af te wijken van het testament; dan zou geen enkele erflater ons nog geloven.
Naar mijn idee is deze houding onjuist en onwenselijk, om verschillende redenen.
Allereerst getuigt deze niet van respect voor de belangen van de erflater (wat niet per se hetzelfde is als de tekst van het testament). Goede doelen dienen respectvol om te gaan met hun begunstigers. De waardigheid van die begunstigers dient m.i. dan ook voorop te staan. De liefde en genegenheid van de erflater binnen zijn familie dient gerespecteerd te worden, nu dat uiteindelijk ‘the best portion of a good man’s life’ is. Het postuum wroeten in die relaties omwille van het eigen belang, is in strijd met het belang van de erflater. In beginsel zal men bij dreigende conflicten met de familie een waardige grondhouding moeten aannemen.

Façadegedrag
Het is van algemene bekendheid dat mensen met dementie of Alzheimer een beperkt ziektebesef hebben en façadegedrag vertonen, waardoor het voor omstanders niet direct duidelijk hoeft te zijn wat er aan de hand is. Het bepalen van de wil ten aanzien van complexe beslissingen als het onterven van je familie ten gunste van het goede doel is aanzienlijk lastiger dan het bepalen van de wil ten aanzien van dagelijkse beslissingen voor mensen met dementie, nu juist het vermogen tot het eerste soort beslissingen wordt aangetast.
 
Verschuilen achter het recht
In zijn algemeen zal het voor de uitstraling van goede doelen richting ‘de markt’ van vermogende particulieren van groot belang zijn hoe met de familie wordt omgegaan van overleden kwetsbare ouderen. Door in rechte door advocaten te laten betogen dat er sprake was van ‘relatieproblematiek’ als verklaring van het onterven van de directe familie, zullen families in de toekomst voorzichtiger worden met het begunstigen van goede doelen. Men ziet niet graag een goed doel als de vertolker van de wens van de erflater om de familie te onterven.
Maar ook als erfrechtdeskundige meen ik dat deze houding onterecht is. In feite verschuilt het goede doel zich achter het recht en gaat er zonder meer van uit dat het gelijk heeft. Dat is echter een misvatting, nu het aloude principe dat een testament niet voor interpretatie vatbaar is, als achterhaald moet worden beschouwd. Ook in de jurisprudentie wordt steeds vaker wilsonbekwaamheid aangenomen in gevallen waarin dementie speelt. In de praktijk worden emotionele conflicten over nalatenschappen dan ook het beste opgelost door deze in goed overleg te beslechten, met respect voor de erflater.
 
Ontwikkeling erfrecht
Maar de goede doelen krijgen toch gelijk van de rechter? Ja, de rechtbank heeft het voordeel van de twijfel gegeven aan de goede doelen, omdat de familie niet het vereiste bewijs kon leveren voor wilsonbekwaamheid ten tijde van het testeren. Het verschil tussen gelijk hebben en gelijk krijgen wordt in de praktijk vaak bepaald door de verdeling en appreciatie van de bewijslast. In de praktijk waarderen rechtbanken en hoven het aangeleverde bewijs niet altijd identiek, waarbij in dit geval speelt dat de rechtbank de eisende partij niet in de gelegenheid heeft gesteld nader bewijs te leveren.
 
Regels van redelijkheid en billijkheid
Er zijn echter ook andere routes dan de ‘totale eis van nietigheid’ van het testament. Waar vroeger een testament niet voor interpretatie vatbaar was, worden door rechters in toenemende mate algemene regels van ‘redelijkheid en billijkheid’ toegepast langs de lijnen van artikel 4:46 BW: ‘bij de uitlegging van een uiterste wilsbeschikking dient te worden gelet op de verhoudingen die de uiterste wil kennelijk wenst te regelen, en op de omstandigheden waaronder de uiterste wil is gemaakt’. Deze bepaling geeft ruimte voor meer nuance. 
 

Duiden in context
Ook kan artikel 4:43 lid 2 BW een rol spelen, indien althans de notaris in het testament de overwegingen die de testateur heeft bij de wijziging van het testament heeft toegevoegd aan de ‘overwegingen’ voor het testament. Dat gebeurt helaas nog veel te weinig. Indien een testament is gemaakt onder invloed van een onjuiste beweegreden, is deze alleen vernietigbaar indien de ten onrechte veronderstelde omstandigheid die zijn beweegreden tot de beschikking is geweest, in de uiterste wil zelf is aangeduid.
Juist waar fiscale overwegingen een dominante rol spelen, is het van groot belang deze te duiden in een context en deze af te zetten tegen de andere overwegingen, zoals de gevolgen van het de facto onterven van familieleden.
 
Internationale ontwikkelingen
We zien in een internationale context meer ontwikkelingen tot interpretatie van testamenten, wat gevoed wordt door grotere vermogens en complexere familieverhoudingen. Zo wordt in de UK (bij twijfel) vereist dat een erflater ‘knowledge and approval’ heeft van de inhoud en gevolgen van zijn testament. Indien er omstandigheden zijn die daaraan twijfel verlenen, wordt de bewijslast omgedraaid; in dat geval dient de partij die ‘vertrouwt’ op de tekst van het testament te bewijzen dat de erflater inderdaad de gevolgen van het testament heeft gewild.
In de VS ziet men bijv. ‘insane delusion’ en misbruik van omstandigheden als aanwijzing van afwezigheid van wilsbekwaamheid (‘incapacity’). Mentaal gezonde mensen laten zich niet misbruiken en gaan ook niet uit van onjuiste of ‘biased’ veronderstellingen. In het Nederlandse erfrecht bepaalt artikel 4:43 lid 1 BW dat een testament niet kan worden vernietigd op grond van misbruik van omstandigheden. De reden hiervoor is dat de wetgever hecht aan ‘rechtszekerheid’ en procedures over testamenten wenst te beperken. Ook in andere landen is het traditioneel lastig om misbruik van omstandigheden aan te tonen; niet zelden wordt een bewijs verlangd wat eerder vergelijkbaar is met verzwaard bewijs in strafrechtzaken. Recente uitspraken van de Supreme Court in Australia maakten echter de bewijspositie voor diegenen die een testament wensen te bestrijden op basis van undue influence aanzienlijk lichter[1].
In de toekomst zullen meer geschillen over testamenten worden voorgelegd aan de rechter, die meer ruimte zal creëren om ‘maatwerk’ te leveren waarbij recht wordt gedaan aan de complexere verhoudingen die door een testament worden bestreken.
 
Lessons learned
Juist in de Angelsaksische landen is er al veel ervaring opgedaan met het werven van nalatenschappen en de ethische kwesties daaromtrent. The Institute of Fundraising[2] geeft in haar Code of Fundraising Practice aan dat een fondswervende instelling aan haar begunstigers dient te vragen om schriftelijk vast te leggen (in een brief aan de instelling én als een annex bij het testament) wat de overwegingen zijn om het goede doel te bevoordelen bóven de familie. Juist die overwegingen maken dat het voor familieleden beter geaccepteerd kan worden, of juist andersom: indien die overwegingen niet rationeel zijn, waarom dit verworpen dient te worden.
 
Idealiter wordt derhalve door goede doelen in de relatie met major donors/prospects voor nalatenschappen over deze onderwerpen rijkelijk gecommuniceerd, omdat het niet in het belang van een testateur geacht kan worden dat er procedures worden gevoerd over zijn nalatenschap. Goede doelen dienen proactief op de relatie te zijn en ook dergelijke instructies aan het notariaat te geven.
 
Poortwachtersrol notariaat
Het notariaat in Nederland heeft ook een poortwachtersrol. Indien een erflater bijvoorbeeld zou aangeven dat hij zijn volledige vermogen aan het goede doel wenst na te laten om daarmee erfbelasting te besparen ten koste van zijn directe familieleden, is het mijns inziens een taak van de notaris om hier op te reageren, al dan niet door te verwijzen voor een nalatenschapsadvies. De fiscale aspecten zouden niet leidend moeten zijn bij het bepalen van een nalatenschap. De erfbelasting met betrekking tot een nalatenschap komt bovendien voor rekening van de erfgenamen. Eventuele angsten voor fiscale strafrechtelijke consequenties (bij ongeregistreerd vermogen) zijn ook meestal irrationeel omdat deze juist niet vererven naar erfgenamen.
 
Afwijken van het testament
Het zonder morren passeren én afwikkelen van een testament waarbij de gehele familie wordt onterfd, verdient een buitengewone zorgvuldigheid om disputen zoals de Broekhuis casus te voorkómen. Er zal nog lang worden gesteggeld over de vraag of de heer Broekhuis nu wel of niet de gevolgen kon overzien van zijn laatste wil ten tijde van testeren, of zijn karakterverandering nu de oorzaak of het gevolg was van de onenigheid thuis. In het grijze gebied tussen juridisch en medisch domein, waar de waarheid zich maar moeilijk laat detecteren, liggen mensonterende conflicten op de loer.
Het is voor goede doelen raadzaam zich hiervan te distantiëren en om in goed overleg met de familie tot een geschikte oplossing te komen tot beëindiging van de onzekerheid, die inherent is aan deze situatie. Men geeft zichzelf als het ware een bindend advies, die wordt vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst. Een vaststellingsovereenkomst die op die manier wordt bereikt werkt tussen belanghebbenden translatief. Dat wil zeggen dat zij een nieuwe rechtstoestand schept die vervolgens op normale wijze moet worden afgewikkeld.
Als een opengevallen nalatenschap tot onzekerheid leidt, zal in familiale geschillen het belang van de erflater gediend zijn bij een minnelijke oplossing. Het procederen over de grijstinten in zijn belevingswereld doet geen recht aan hetgeen de man heeft nagelaten en als hij deze gevolgen had overzien, moet hij geacht worden ze niet te hebben gewild.
 
[1] Sally Bruce, Clear Conscience, STEP Journal, March 2016.
[2] http://www.institute-of-fundraising.org.uk/code-of-fundraising-practice/
 
►Wilt u voortaan elke donderdagochtend het laatste nieuws, opinies en achtergronden over de wereld van doneren & sociaal investeren? Voor een geheel kosteloos abonnement op DDB Journaal: klik hier
 
4/4