Week vd Filantropie: platform moresprudentie start nog voor de zomer

Marc Petit: 'Voor de zomer wordt een tweetal cases uit het verleden ingebracht.'
Marc Petit: 'Voor de zomer wordt een tweetal cases uit het verleden ingebracht.'
24 april 2018
Nieuws | | Validatie & Toezicht

Volgende week is het de Week van de Filantropie. Reden voor Goede Doelen Nederland (GDN), het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF) en Nederland Filantropieland (NLFL) om aan te kondigen dat ze nog voor de zomer gaan starten met een moresprudentieplatform. Het platform wordt een orgaan waar de toezichthouder, het normstellend orgaan, de brancheorganisaties, goededoelenorganisaties, begunstigden en donateurs cases in kunnen brengen voor bespreking.

Sinds de start van de Erkenningsregeling hebben meer dan vijfhonderd goede doelen zich bij het CBF gemeld voor een erkenning en deze ook gekregen. Het toezicht op goede doelen lijkt nu goed georganiseerd. Maar binnen het ontwikkelde normenkader blijven er altijd grijze gebieden, menen de initiatiefnemers. Marc Petit (bestuurslid NLFL): ‘Soms voldoen organisaties aan alle regels, maar is er toch een ‘niet pluis gevoel’. Lastig voor de toezichthouder. Soms bewegen organisaties zich op terreinen waar geen regels voor zijn met mogelijke risico’s voor het publieksvertrouwen. Lastig voor deze organisaties. En soms ontstaan door maatschappelijke ontwikkelingen nieuwe normen of situaties die om een gedegen verkenning vragen. Lastig voor de toezichthouder. Daarom zijn we blij met de start van het moresprudentieplatform.’
 
Filantropisch moraal
Petit: ‘Het woord moresprudentie in de naam knipoogt naar het woord ‘jurisprudentie’. Jurisprudentie betreft rechterlijke uitspraken in zaken die vergelijkbaar zijn met een zaak waarover een rechtbank moet oordelen; deze vergelijkbare zaken kunnen een precedent vormen in nieuwe zaken. Het gaat dus niet om het formuleren van nieuwe wetten, maar om het formuleren van een juist en rechtvaardig oordeel in, dan wel kader voor een specifieke situatie. En dat is precies wat ook bij moresprudentie beoogd wordt, alleen dan niet op juridisch gebied, maar met betrekking tot de filantropische moraal.’
 
Verzamelen van inzichten
Bij het inrichten van een moresprudentieplatform wordt vooral de nadruk gelegd op het verzamelen van inzichten. Petit: ‘Het gaat niet zozeer om het formuleren van uitspraken over ‘hoe het moet’ die uit die inzichten zouden kunnen voortvloeien. De verzamelde inzichten vormen een referentiepunt voor het handelen van sector in toekomstige, vergelijkbare situaties; ze dragen bij aan de ontwikkeling van praktische wijsheid en een deugdelijke praktijk. Individuele goede doelen kunnen hun voordeel doen met deze inzichten ten behoeve van hun eigen professionalisering. De sector - en daarmee ook de toezichthouder - kunnen deze inzichten gebruiken voor het beheer en onderhoud van het normenstelsel.’
 
De cases die in het moresprudentieplatform worden ingebracht dienen aan een aantal criteria te worden getoetst. Zo moet de kwestie specifiek zijn voor de filantropie in Nederland en het publieksvertrouwen of een gezond filantropieklimaat kunnen aantasten. Ook wordt getoetst of de kwestie gaat over de interpretatie van bestaande normen. Daarnaast wordt gevraagd of het een kwestie is die door een directbetrokkenen kan worden ingebracht zodat alle informatie beschikbaar is. ‘Voor de zomer van 2018 zal een tweetal cases uit het verleden worden ingebracht’, vertelt Petit. ‘Op basis van twee proefcases wordt een goede werkvorm gekozen en volgen meer bijeenkomsten. De leden van NLFL, CBF-keurmerkhouders en leden van GDN worden in het najaar uitgenodigd casuïstiek in te brengen. Tevens wordt een onafhankelijke en deskundige gespreksleider aangesteld. Onderwerpen die zich aandienen zijn bijvoorbeeld: privacy van donateurs, vrijwilligers en leden, buitenlandse financiering, nieuwe technieken van fondsenwerving, mogelijke belangenverstrengelingen, maatschappelijk ondernemerschap en risicovol beleggen.’
 
Voor meer informatie:
Nederland Filantropieland, Goede Doelen Nederland en Centraal Bureau Fondsenweving
Meer informatie bij Marc Petit (NLFL): 06 46 38 38 52