Geven en/of nemen; dat is de vraag

Geven en/of nemen; dat is de vraag
Geven en/of nemen; dat is de vraag
14 oktober 2021

In Nederland praten we niet over hoeveel we doneren aan een goed doel. Daar moet verandering in komen, vindt DDB-huiscolumnist Marc van den Tweel, want 'zien geven, doet geven'.
 
Het was in Nederland usance dat als je, als bedrijf of vermogende particulier, substantiële donaties geeft aan goede doelen je dat niet (of in ieder geval nauwelijks) kenbaar maakt aan de buitenwacht. Het moe(s)t een ‘goed bewaard geheim’ blijven tussen gever en ontvanger. Waar dat vandaan komt? Dat is klip en klaar, het vindt zijn oorsprong in onze calvinistische volksaard. Staat in de Bijbel immers niet: ‘Maar als je aalmoezen geeft, laat dan je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet. Zo blijft je aalmoes in het verborgene, en jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen’ (Mattheüs 6: 2-4).’ Geven moet voortkomen uit onbaatzuchtigheid, je moet er geen voordeel aan ontlenen.
 
De realiteit is dat ‘zien geven, doet geven.’ Met jouw gift kun je anderen inspireren om datzelfde te doen. Dat dit werkt blijkt vooral uit Angelsaksische voorbeelden (die ook hier inmiddels opgang doen) zoals Giving Circles (particulieren die samen een project adopteren), Giving Tuesday (de nieuwe ‘geefbeweging’) of het initiatief van ’s werelds superrijken: The Giving Pledge. Om in Bijbelse termen te blijven (Mattheüs 25: 14-30) ‘woeker je wel voldoende met je talenten als je niet laat zien dat je geeft?’. Voor de niet Bijbel-vasten: etymologisch is woekeren een onschuldig woord; de crux van het gezegde is dat je ‘moet doen wat je kunt’.
 
Nog een slagje filosofischer. Moet geven eigenlijk wel voortkomen uit onbaatzuchtigheid? Adam Smith liet immers in zijn studie naar de werking van de economie (The Wealth of Nations) met het concept The Invisible Hand, zien dat handelen uit welbegrepen eigenbelang (onbedoeld) ook het algemeen belang ten goede komt. En tegenwoordig weten we ook nog eens dat geven een vorm van zelfexpressie is. Amerikaanse vakbroeders, zoals Fundraising Guru Geoff Peters, zeggen het al jaren: ‘fundraising is not begging, but giving people the ability to express themselves’. Het is zelfs méér dan dat: een bijdrage aan het geluk van de gever!
 
Kortom. Vertel vooral dat je geeft. Dat is goed voor iedereen. Toch zijn daar óók wat kanttekeningen bij te zetten. Als het uitdragen borstklopperij wordt komt er, vroeg of laat, een tegenreactie. En pas helemaal op als je bijdrage niet in verhouding staat tot de omvang van je bedrijf of omzet (of je er nu over vertelt of niet). Ik las bijvoorbeeld laatst over een multinational die een boomplantprogramma sponsorde. Bij nadere beschouwing was de omvang daarvan vergelijkbaar, met een soortgelijk programma van een regionale scholengemeenschap. Kijk, dat is vragen om gedoe.
 
Maar het gaat ook om moraliteit en respect. Gever en ontvanger moeten in een volwassen relatie ten opzichte van elkaar staan. Het-steeds-maar-weer (moeten?) uitspreken van dankbaarheid behoort niet bij een partnership, waarbij vertrouwen de basis hoort te zijn. In haar boek Verdrink geen dooie eend beschrijft topbestuurder Marry de Gaay Fortman beeldend hoe zij (in haar tijd als voorzitter van AMREF Flying Doctors) geconfronteerd werd met soortgelijke dilemma’s: ‘als je een miljoen krijgt om te investeren, laat je AMREF in Kenia dat geld ter plekke besteden, of regel je het zelf en mag Afrika toekijken?’ Het gaat dus ook om vertrouwen geven. Een herkenbaar issue voor internationale Ngo’s die bijna allen worstelen met de balans tussen control en accountability versus partnership.
 
De les van dit alles? Geven is soms ook nemen. En soms ook nadrukkelijk niet. Maar eenvoudig is het nooit. Maar dat wisten we eigenlijk al.

  

Meer over fondsenwerving, ethiek en de publieke zaak is te lezen in het boek Marktgericht, missiegedreven dat Marc van den Tweel schreef. Marktgericht, missiegedreven kost €19,99 en is verkrijgbaar via de boekhandel of in de webshop van Walburg Pers

Tweels Tweak wordt op persoonlijke titel geschreven door Marc van den Tweel. Van den Tweel is algemeen directeur van sportkoepel NOC*NSF en toezichthouder bij het Rijksmuseum van Oudheden. Voorheen was hij algemeen directeur bij Natuurmonumenten en Ronald McDonald Kinderfonds en marketingdirecteur bij het Wereld Natuur Fonds.