De risico’s van poor governance

Goed functionerend bestuur en toezicht zijn belangrijk om fraude en misstanden te voorkomen...
Goed functionerend bestuur en toezicht zijn belangrijk om fraude en misstanden te voorkomen...
12 september 2018
Opinie | | Governance & Finance

De afgelopen weken konden we in verschillende media lezen over de gevolgen van ‘bad governance’ of, vrij vertaald, het ontbreken van goed bestuur en toezicht in de filantropische sector. De Dikke Blauwe kopte op 5 september jl.: ‘OM eist ongekend zware straffen tegen ANBI-bestuurders’. In de besproken zaak worden twee bestuurders verdacht van het misbruiken van de stichtingsvermogens door het indienen van miljoenen aan valse facturen. Nu wil ik het hier niet verder over deze zaak hebben, die even ernstig als - gelukkig - uitzonderlijk lijkt. Dit en andere incidenten rond ANBI’s onderstrepen echter de cruciale rol van goed bestuur en toezicht (hierna: goed bestuur) bij ANBI’s. Naast dat goed bestuur een ANBI voor rampen en schandalen kan behoeden, is het ook cruciaal voor het optimaal functioneren van de organisatie. Dit onderwerp behoeft meer aandacht. 
Het bovenstaande voorbeeld laat zien dat het dus heel erg fout kan gaan bij het besturen van een ANBI. Een slecht of matig functionerend bestuur en gebrekkig toezicht kan echter ook resulteren in een verlies aan effectiviteit en maatschappelijke impact. Dit leidt uiteindelijk tot een verlies van vertrouwen in het functioneren van goededoelenorganisaties in de samenleving. Dat kan zich zo maar vertalen in een verminderde bereidheid van het publiek de sector te financieel te blijven steunen. Niet best voor een sector die zo afhankelijk is van de geefbereidheid onder het grote publiek.
Maar wat is goed bestuur? Zonder hierin te gaan op de verschillende bestuursmodellen gaat het wat mij betreft vooral over het functioneren van bestuurders en toezichthouders. Zij dienen deskundig te zijn in de uitvoering van hun taken en hun rol op integere en onafhankelijk wijze te vervullen. Een voorwaarde daarvoor is dat besturingsmodellen duidelijk zijn, evenals de daarbij behorende taken en verantwoordelijkheden van individuen. In zijn algemeenheid kun je zeggen dat de verdere professionalisering van de sector zich niet beperkt tot uitvoeringsorganisaties, maar ook besturen en toezichthoudende instellingen betreft. Bestuursposities worden niet langer verdeeld onder ‘vrienden uit het eigen netwerk’, maar steeds vaker op basis van functieprofielen en vereiste competenties ingevuld. Kijk maar naar het toenemend aantal advertenties voor dit soort posities. Dit komt voort uit de wens van de sector effectieve, strategische filantropie te bedrijven met als oogmerk de publieke opbrengsten van maatschappelijke inspanningen te maximaliseren. Daarbij is goed bestuur van fundamenteel belang. 
Waar gaat het vaak mis en waar kan het beter? Gelukkig gaat het niet vaak zo grondig mis als bij het hier boven genoemde voorbeeld. Te vaak hoor je echter dat het bij de besturen van goede doelen misgaat. Dit komt doordat zij zich richten op de verdeling van middelen, de projectfinanciering en daarbij in micro-management vervallen. Hierdoor blijft er voor de grote strategische vragen als ‘wat willen wij als organisatie in zijn algemeenheid bereiken en hoe doen we dat’ geen tijd meer over. Dat is echt een gemiste kans. Goed functionerend bestuur en toezicht zijn belangrijk om fraude en misstanden te voorkomen, maar vooral om het beste uit mensen en de hen toevertrouwde middelen te halen. Is dit moeilijk te organiseren? Volgens mij niet. Geef de uitvoeringsorganisatie de ruimte en een helder mandaat met een hogere financiële verantwoordelijkheid (drempel) voor de goedkeuring van projecten. Dan blijft het bestuur weg van de details en kan zij zich focussen op de grote lijn en lange termijn. En, niet te vergeten, de zo belangrijke, kritische klankbordfunctie en toezichtrol vervullen.