Concurrentie is goed

Venema&Groenhuijsen: beetje concurrentie in de filantropiehut kan geen kwaad.
Venema&Groenhuijsen: beetje concurrentie in de filantropiehut kan geen kwaad.
12 november 2015
Opinie | | Koepels

Twee goede doelen-brancheverenigingen met groeiplannen: het werd een keer tijd. U kunt in deze Journaal-editie een uitgebreid verhaal lezen over de niet geringe ambities van Instituut Fondsenwerving. Tegelijkertijd maakte VFI deze week bekend verder te gaan als 'Goede Doelen Nederland': een weidse naam die een voorschot neemt op meer (kleinere) leden dan de huidige 120 (grootste goede doelen van ons land). 'In onze nieuwe naam schuilt ook de ambitie om het ‘huis’ te zijn van alle erkende goede doelen in Nederland. Een uitdaging die wij graag aangaan', aldus directeur Gosse Bosma.

Blijven de expansieplannen van Goede Doelen Nederland nu nog wat algemeen, die van IF worden door de nieuwe voorzitter Fons van Rooij, met steun van directeur Hanneke Lenkens, vandaag een stuk concreter uitgeserveerd. Ondernemer-marketeer Van Rooij hanteert daarbij alle tactieken van de klassieke disruptor: het nieuwe IF kapt alle bekende bestuurlijke trossen los en probeert daarmee fondsenwervende organisaties een compleet nieuw alternatief te bieden voor het gangbare branchemodel. Anders dan bij een volkomen gesloten ledenmodel, gaat IF-nova uit van een open source-filosofie met inzet van een IT-platform, lage instapkosten en bottom up-governance. IF profileert zich verder door een duidelijk standpunt over de veel bekritiseerde 25%-norm kosten fondsenwerving (afschaffen!), financiering van het CBF (te regelen met 40 telefoontjes) en de nieuwe erkenninsgregeling (Geen erkenning? dan geen ANBI!).

Zijn we met de onverholen proclamatie van IF getuige van een heuse concurrentieslag? Zeker, maar laten we niet té opgewonden worden: nog geen 5%* van onze sector is aangesloten bij een brancheorganisatie. Dat betekent dat zowel GDN als IF meer te winnen, dan te verliezen hebben. Het is een beetje een aangekondigde bokswedstrijd in een ring ter grootte van een sporthal...

Voor de 95% niet-aangeslotenen is er in elk geval wel duidelijke winst: ze kunnen kiezen uit twee fundamenteel verschillende brancheorganisatie-vormen en -filosofieën.

En er is trouwens nóg een keuze: lid worden van alletwee en dan zien wie de meeste toegevoegde waarde levert in de praktijk. Put your money where their mouth is. Wat concurrentie al niet vermag.

* Zie de berekening in onze gids De Dikke Blauwe.2 (p.26).