Belangenbestuurders doen klemmend beroep op overheid voor ‘regelpauze’

Beeld: Unsplash/Jeremy Bishop.
Beeld: Unsplash/Jeremy Bishop.
15 juni 2021
Nieuws | | Toezicht en wetgeving

Erik Boerrigter (Partin), Joost van Alkemade (Vereniging NOV), Jaap Broekhuizen (CIO) en Siep Wijsenbeek (FIN) doen in een gezamenlijk ingestuurd opiniestuk naar het Financieele Dagblad (FD) een ‘klemmend beroep’ op de overheid om een ‘regelpauze’ in te lassen. De filantropie-prominenten stellen dat vrijwillige bestuurders ‘verdrinken in regelgeving’ en een periode zonder nieuwe wetgeving gedurende vijf jaar nodig is om op adem te komen.

Pleidooi voor adempauze

‘Het lijkt wel of de overheid maar één manier kent om risico’s te bestrijden: meer wetten en meer regels. Het gaat ten koste van tijd en geld en maakt dat vrijwilligers er de brui aan geven’, opent het stuk in het FD. Volgens de schrijvers is de balans tussen administratie en maatschappelijk werk zoek en zijn vrijwillige bestuurders ‘meer tijd kwijt aan het implementeren en volgen van wetten en regels dan aan het maatschappelijke doel’. Vrijwilligersuren zouden daarmee opgaan aan bureaucratie en er zouden zelfs vrijwilligers afhaken. ‘Wie wil zijn spaarzame vrije uren nou inzetten als onbetaalde papierschuiver?’

Regels, regels, regels

Het opiniestuk schetst een web van regel- en wetgeving, waar vrijwillige bestuurders van maatschappelijke organisaties in zouden ‘verdrinken’: wetten omtrent privacy voorvloeiend uit de AVG, de Wet op het financieel toezicht (Wft), de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft), het UBO – register, de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (Wbtr) en de diverse publicatieplichten van de Belastingdienst door de recent aangescherpte ANBI-regels. De initiatiefnemers vinden dat er te vaak nieuwe, ingewikkelde regels worden ingevoerd die niet aansluiten op reeds bestaande wetten en regels. Bovendien zouden de regels moeilijk uit te voeren zijn voor vrijwilligersorganisaties. De schrijvers noemen het beleid van de overheid omtrent filantropie, dat is ondergebracht bij het Ministerie van Justitie, ‘een beleid op basis van wantrouwen’, waarbij iedereen – ook de mensen die zich vrijwillig inzetten voor de maatschappij- een ‘potentiële verdachte’ is. Daarbij wordt wel benadrukt dat ‘niemand tegen de bestrijding van terrorisme en witwassen is of tegen goed bestuur of tegen transparantie’. De grote administratieve taken zouden alleen juist voor minder transparantie zorgen en bovendien ‘de mensen met kwade intenties’ niet tegenhouden. Ook zou ‘de papierwinkel’ ontzettend veel werkuren, juridische en notariële kosten met zich mee brengen: ‘miljoenen vrijwilligersuren en miljoenen euro’s die en het goede doel misloopt’. Daarom vinden de schrijvers dat de huidige aanpak van de overheid faalt.

Win-win-situatie

De schrijvers van het opiniestuk pleitten daarom voor een adempauze van vijf jaar zonder nieuwe wet- en regelgeving. Dat zou de vrijwilligers de tijd geven om de huidige wetgeving te implementeren en de overheid de kans geven om ‘de doelmatigheid van de bestaande wetgeving te verbeteren, en de controle daarop’. Daarbij zou er een win-win-situatie ontstaan: ‘de vrijwilligersorganisaties leven de regels beter na en de diensten sporen fraude en criminaliteit gerichter op. En onze samenleving profiteert optimaal van de inzet van miljoenen vrijwilligers.’
 
Bron: NOV, Het Financieele Dagblad
Lees hier het volledige opiniestuk.
Lees ook: ‘Computer says no: datapornografische compliance is géén governance’ door Edwin Venema en Roderik Bolle

Lees hier over de recent gewijzigde ANBI-regels.
 
 

Wist u dat?
Het opiniestuk in het FD werd ingestuurd door Erik Boerrigter, directeur van Partin (Branchevereniging voor het Particuliere Initiatief in Ontwikkelingssamenwerking), Joost van Alkemade, directeur NOV (Platform Vrijwillige Inzet), Jaap Broekhuizen, waarnemend secretaris CIO (Interkerkelijk Contact in Overheidszaken) en Siep Wijsenbeek, directeur van de FIN (Branchevereniging voor Fondsen en Foundations).