An inconvenient truth

An inconvenient truth
An inconvenient truth
12 april 2018
Opinie | | Filantropie

Het is lente en tijd voor schoonmaak. En om de dingen eens bij de naam te noemen. Het is nu een jaar geleden dat de laatste cijfers werden gepresenteerd in de jubileumspecial van Geven in Nederland 2017. GIN is een (internationaal) gerespecteerd en langlopend onderzoek naar het geefgedrag van ons Nederlanders. Elke twee jaar gaat de peilstok diep in alle geefbronnen. Na twintig jaar is nu een vrij solide beeld ontstaan en worden langetermijntrends blootgelegd.
Het jubileumfeestje op de VU was geen goed-nieuws-show. Sterker nog: onderzoeksleider prof. René Bekkers kwam met alarmerende bevindingen. Misschien lag het aan de onderkoelde academische toonzetting, maar dit was de onontkoombare constatering: de filantropie in Nederland is met bijna een derde geslonken in de afgelopen twintig jaar. Say what?
 
Precies: wie gedacht had dat deze steen in de filantropische vijver tot schokgolven zou leiden, had het mis. In de slipstream van de lancering van GIN haastten veel bestuurders zich om een grote wollen branddeken over deze uitkomst te gooien. Was er niet juist méér gegeven (van ruim vier naar zes miljard)? En was dit niet paniekvoetbal van de VU om de urgentie van hun onderzoek wat op te krikken? Tuttut Bekkers c.s.: de soep wordt toch niet zo heet gegeten hoor, want wij zien dat de filantropie in Nederland volop bloeit!
 Toegegeven de jubileumeditie van GIN had een dubbele en voor sommigen verwarrende boodschap. Aan de ene kant een stijging van giften aan het algemeen nut in absolute zin, maar de langetermijntrend zou een ‘wake up call’ voor met name het fondsenwervend deel van de sector moeten zijn: onze vrijgevigheid neemt juist af.
 
De zaak doet denken aan het klimaatprobleem. Op een winterse vriesdag is het moeilijk je voor te stellen dat de poolkappen smelten. Er is geen acuut gevaar. De zeespiegel stijgt niet opeens twee meter. Het is een langetermijnding. Maar het is er wel. Daarover bestaat voldoende wetenschappelijke consensus.
Met de Nederlandse filantropie gaat het niet niet-goed, maar er is wel wat aan de hand. Daarvoor is voldoende wetenschappelijk bewijs op basis van longitudinaal onderzoek.
 
Misschien moeten we beginnen met dit te erkennen en niet in een paniek- of ontkenningsmodus te schieten. Die reflex is vooral aanwezig bij bestuurders die er geen belang bij denken te hebben dat het beeld van een bloeiend en vrijgevig Nederland wordt aangetast. Dat zou ‘het vertrouwen’ in goede doelen maar ondermijnen. De ironie wil echter dat ‘het vertrouwen’ - dat fundament onder onze vrijgevigheid - over de afgelopen twintig jaar over een breed front juist sluipenderwijs is geslonken. De tragiek wil dat dit een collectief probleem is in een extreem individualistische sector.
 
Kant-en-klare oplossingen voor collectieve langetermijnproblemen zijn er niet, maar de eerste stap lijkt toch die van erkenning en analyse. Te denken dat maatschappelijk draagvlak voor goede doelen een PR-dingetje is, lijkt geen productieve start. Waarom slinkt het draagvlak over de breedte? Wat zijn de dieperliggende oorzaken? Op welke factoren hebben organisaties wel en niet invloed? Wat kunnen ze individueel en collectief doen? Heiligt het goede doel ook alle middelen?
 
De Dikke Blauwe gaat het bestuurders in de sector de komende maanden vragen. Graag stellen wij onze kolommen open voor uw inzichten en meningen hierover. Is slinkend draagvlak ‘an incovenient truth’, bangmakerij of…
 
►ps: wat waren ook alweer de bevindingen van Geven in Nederland 2017? klik hier