Winteren

Brrr. Foto: Joakim Hontasalo/Unsplash.
Brrr. Foto: Joakim Hontasalo/Unsplash.
18 november 2021

Verlies, verval en tegenslag horen bij het leven. Volgens DDB Expert Johan van de Gronden moeten we weer leren 'winteren'. 

Enkele Jaren geleden vierde ik met een goede vriend de Dag van de Doden in een klein dorpje aan het Pátzcuaromeer diep in de Mexicaanse deelstaat Michoacán. De dagen van de Mexicaanse griep lagen achter ons en Corona verwees nog naar een biermerk. Ik genoot van de processies, de bloemenzee en de kleurrijke feestelijkheden rond de verloren zielen. Het was een prachtige overgang naar de winter en het seizoen waarin de monarchvlinders terugkeren naar de geboorteplaatsen van hun voorouders. Het melancholieke volksfeest voelde even oud als de wisseling van de seizoenen. Oude wijsheden werden hier gecelebreerd: opgang, bloei en neergang horen bij het leven. Het kwam mij allemaal wat rauwer en realistischer voor dan de omfloerste rituelen in eigen land, waar optimisme, succes en een eeuwige jeugd verlies en verval om het hardst naar de achtergrond drukken.
             
Toch barst het soms door het vrolijke vlies van onze beschaving: zoveel slecht nieuws in één keer dat het je bang te moede wordt. Een slap klimaatakkoord in Glasgow, dat ons verder het pad op leidt naar gevaarlijke klimaatsverandering. Duizenden tot op het bot verkilde migranten aan de oostgrenzen van Europa, ingezet als menselijk schild door een gewetenloze dictator. Een struikelend en hinkelend demissionair kabinet dat telkens achter de coronafeiten aanhobbelt. Wéér je collega’s moeten verzoeken om alsjeblieft van huis te werken om met kunst- en vliegwerk de boel draaiende te houden. En niet bij name te noemen parlementariërs die de kunst van het beledigen tot een nieuw triest hoogtepunt weten te brengen. We naderen de winter.
             
Misschien was het wel daarom dat ik in de boekhandel spontaan greep naar een prikkelende titel: Winteren van de Britse schrijfster Katherine May. Winteren als werkwoord. Dat kende ik nog niet. In een reeks goed vertelde verhalen omhelst de schrijfster de komst van de winter, waarin wij ons kunnen oefenen in de kunst van omgang met tegenslag en verlies. Niet het zoveelste zelfhulpboek, maar een lofzang op rust en retraite. Dat je in je individuele leven, naast perioden van geluk en voorspoed ook te maken zult krijgen met bittere tegenslag en verlies, zoveel is zeker. Maar ons vermogen om daar in alle gekrakeel van succes en vooruitgang adequaat mee om te gaan lijkt afgenomen. De slagen van het lot heb je niet in de hand, wel jouw reactie daarop. We moeten weer leren winteren.
             
May situeert haar verhalen tegen de achtergrond van een klein kustdorpje aan de Noordzee in het Engelse graafschap Kent. Dat maakt de atmosfeer Hollands herkenbaar. De gure, natte dagen, de modderkleurige zee, de eenzelvigheid van de inwoners, diep weggedoken in hun kragen, haastig op weg naar hun individuele bestemming. Tot lichte ontsteltenis van de dorpsgenoten adopteert de hoofdpersoon de Scandinavische gewoonte om in het holst van de winter te baden in zee. Wat begint als een angstig avontuur van twee vrouwen, groeit uit tot een heel cultgroepje van koude trotserende badgasten. Een koud bad dat je als een zweepslag treft, de brute sensatie van tintelende overlevingsdrift, het gloeiend triomfantelijke lijf nadien. Je zou er bijna naar gaan verlangen.
           
Ik heb vooralsnog de gewoonte van een ijskoud natuurbad niet overgenomen. Wel heb ik de reis- en filetijden vervangen door dagelijkse boswandelingen. De Duitse filosoof Friedrich Nietzsche wantrouwde elke gedachte die niet tijdens fysieke beweging, bij voorkeur een straffe wandeling, was ontstaan. Van een sedentair bestaan komen niet alleen veel gezondheidsklachten, het leidt ook tot onbedaarlijke onzin, meende hij. Het beïnvloedt natuurlijk ook je stijl. Nietzsche hamerde het liefst korte aforismen de wereld in, als een woedend roffelende specht op een holle bast. Deze man wist ook wel wat winteren was. Helse hoofdpijnen kwelden hem zijn gehele leven. Toch is er amper een vitaler wijsgerig oeuvre denkbaar dan het zijne. De ironie van de tegendelen. De kale, koude winter als levensbron.


Filosoof, bestuurder, toezichthouder en auteur Johan van de Gronden is sinds kort  toegetreden tot het corps columnisten en experts van De Dikke Blauwe, het onafhankelijke platform voor nieuws en opinie over filantropie. Van de Gronden is in de sector bekend als bestuurlijke zwaargewicht, onder andere als voormalig directeur van WNF en tegenwoordig als directievoorzitter van KWF Kankerbestrijding. Hij zal op persoonlijke titel regelmatig bespiegelingen leveren met een brede maatschappelijke insteek, zoals over de fysieke Leefomgeving, natuur, gezondheid, civil society, burgerparticipatie en Filosofie & Samenleving. Meer info: klik hier.

►Ga naar Johans eigen pagina op deze website, waarop zijn columns en berichten over hem zelf staan verzameld: klik hier.