Van vermogensfonds tot maatschappelijk ontwikkelaar

Start Foundation is in ons land een schoolvoorbeeld van transformatie geworden van ‘oude’ naar ‘nieuwe’ filantropie.
Start Foundation is in ons land een schoolvoorbeeld van transformatie geworden van ‘oude’ naar ‘nieuwe’ filantropie.
21 juni 2018
Opinie | | Vermogensfondsen

De redactie van De Dikke Blauwe krijgt zeer regelmatig jaarverslagen toegestuurd. Vaak lezen ze als de niet zo heel spannende jaarringen van een zich langzaam ontwikkelende chari-eik, maar soms zit er ook een bijzondere snelgroeier tussen. Die snelle groei heeft niet altijd betrekking op de getallen (omzet, besteding, fte’s), zoals we lezen uit het jaarverslag van Start Foundation. We hebben in deze kolommen al vaker de loftrompet gestoken over deze in Eindhoven gevestigde organisatie en daar is ook alle reden toe. Start Foundation is in ons land een schoolvoorbeeld van transformatie geworden van ‘oude’ naar ‘nieuwe’ filantropie. Het is ook niet toevallig dat de kleurrijke directeur van het Eindhovense fonds, Jos Verhoeven, eerder al de eerste plaats op De Dikke Blauwe 100 innam. Zijn credo: Alleen het doel telt. Duidelijk?
Maar kritiek was er ook: Start Foundation haalde regelmatig de media met opzienbarende projecten om de arbeidsmarkt voor kwetsbare werkzoekenden werkelijk inclusief te maken. Was dat niet meer effectbejag dan werkelijk maatschappelijke impact realiseren?
Die vraag durfde de organisatie zichzelf ook hardop te stellen. Verhoeven schetst in zijn jaarverslag die reflectie en het daaropvolgende inzicht: ‘We werden bewierookt om onze acties, waarmee we vaak de publiciteit haalden. Tegelijk leefden er gevoelens van onvrede bij ons. In de discussies dook regelmatig het begrip impact op. Hadden we op een andere manier niet veel meer resultaat kunnen boeken voor de groepen waar we ons op richten? Zo kwamen we uit op het concept van de maatschappelijk ontwikkelaar.’
Dus: ooit begonnen als filantropisch fonds; organisch gegroeid naar de rol van maatschappelijk investeerder en nu kiezen voor de positie van maatschappelijk ontwikkelaar. Dat betekent volgens Verhoeven meer focus op een aantal doelen, meer beleid en programma’s voor de langere termijn, minder losse projecten: ‘Het systeem moet op de helling, want het brengt onze doelgroepen in moeilijkheden. Die manco’s definiëren we nader. Hoe worden die aangepakt, wat moet er veranderen, welke ruimte voor verbetering zien we, en waar kan Start Foundation een verschil maken? De arbeidsmarkt draait om vraag, aanbod en matching. Op alle drie de dimensies willen we actief zijn.’
Ruilt Start Foundation daarvoor haar Pietje Bell-gedrag in? Nee. Verhoeven: ‘We blijven doeners natuurlijk, activisten, rebels op zijn tijd. Dat hoort bij het DNA van Start Foundation. Maar we zeggen nooit alleen maar nee. Als we vaststellen dat iets niet werkt, is de vervolgvraag altijd: en hoe dan wel? En we blijven onafhankelijk, ongebonden en vrij. Dat zijn óók kernwaarden.’

Leiderschap. Je eigen prestaties kritisch durven beoordelen. Steeds nieuwe manieren vinden om je missie te vervullen. Niet bang zijn om te kiezen. En tegelijk trouw blijven aan je kernwaarden… Dat transformatieproces is nooit af, maar kan wel zo in het bestuurlijke boekje als voorbeeld.
Betekent het dat elk vermogensfonds een maatschappelijke ontwikkelaar moet worden? Nee. Die rol moet passen bij de genoemde kernwaarden. Er moet ook capaciteit zijn om die rol te kunnen vervullen. Soms is de financieringsrol het hoogst haalbare. Maar ook in die rol is innovatie mogelijk. Bijvoorbeeld door het thematisch poolen van goed geld. Of door het intern ter discussie stellen van de ‘projectencaroussel’, waaruit veel vermogensfondsen proberen te ontsnappen. Op al deze manieren kan ook ‘oude filantropie’ goed geld een nieuwe betekenis geven.