Het verschil tussen waarde en toegevoegde waarde

DDB-hoofdredacteur 'Social impact' Peter Scholten legt het nog 1x uit.
DDB-hoofdredacteur 'Social impact' Peter Scholten legt het nog 1x uit.
20 juli 2016
Opinie | | (Social) Impact

Onze investeringen en activiteiten creëren waarde. Bij voorkeur waarde voor de eindgebruiker, de beneficiant, of welk woord je voor de doelgroep van je interventie ook wilt gebruiken. Om die waarde in beeld te brengen, doen we impactonderzoek. En in sommige gevallen kwantificeren we die impact ook in euro’s, zoals bij Social Return on Investment of (maatschappelijke) kosten-batenanalyses. Het kwantificeren in euro’s is altijd een beetje omstreden. Volgens sommigen kan het niet ('de waarde van geluk kun je niet in geld uitdrukken'), volgens anderen is het juist een belangrijke voorwaarde om te beoordelen of een investering wel meerwaarde oplevert.
 
Natuurlijk kun je niet zomaar een geldwaarde plakken op ‘geluk’. Maar niemand investeert ook zomaar in ‘geluk’. Je investeert in het verbeteren van een ongewenste situatie, in een verandering. Met andere woorden: iemand heeft vandaag (op een schaal van 1-10) een geluksgevoel van 5, en je wilt investeren om tot een 7 te komen. Je kunt best uitrekenen wat daarvan de kosten zullen zijn: in tijd en in geld. En je kunt ook best onderzoeken of die stijging van 5 naar 7 voor de betrokkene ook daadwerkelijk waardevol is geweest, of dat hij het bedrag van de noodzakelijke investering misschien liever aan iets anders had besteed. Of, als hij het zelf had moeten betalen, het nog steeds zo belangrijk was geweest.
 
En daar doen de geluksgoeroe’s vaak hetzelfde als veel investeerders in het sociaal domein en de filantropie: ze zetten de investering niet af tegen de verandering die ze realiseren, maar het totaal van de waarde na een interventie. ‘Jan is nu zo gelukkig…dat is onbetaalbaar!’. Maar de investering bedroeg niet Jans totale geluk, maar slechts de verandering die de investering teweeg bracht.
Zo ook met de echte euro-cijferaars: je doet een investering van een ton en meet vervolgens de totale waarde voor de doelgroep in plaats van de meerwaarde: de verandering. Of: het verschil met de next-best-alternative.
 
Het is opvallend dat veel maatschappelijke kosten-batenanalyses of SROI-analyses komen met ratio’s van 1:3, of 1:10. In gewoon Nederlands wil dat zeggen: rendementen van 300 of 1.000 procent! Lekker realistisch allemaal! Maar dat krijg je als je de waarde van een investering bepaalt aan de hand van verkeerde gegevens.
 
Social Impact Bond bespaart 1,2 miljoen, stond er dit voorjaar in het AD. Na aftrek van kosten (7,5 ton) een ‘winst’ van 450.000 euro. Maar dit bedrag zegt niets over wat het resultaat zou zijn geweest zonder deze investering (‘deadweight’), of als er gebruik gemaakt zou zijn van andere projecten en methoden.
Kortom: als iedereen zo graag wil bewijzen hoe goed men is (en vaak is dat ook best zo!), reken dan wel realistisch. Zet de investering af tegen (alleen!) de meerwaarde. Tegen het verschil dat je maakt ten opzichte van anderen (collega’s/concurrenten). Over de waarde van de verandering die je toevoegt.