Studiedag over impact

22 september 2010
Nieuws | | Vermogensfondsen

AMSTELVEEN (22 september) - "Waar doen we het allemaal voor?": dat was kort door de bocht de repeterende kernvraag die de deelnemers afgelopen dinsdag nog eens ingepeperd kregen tijdens de speciale studiedag over impact van Start Foundation op de Erasmus Universiteit. Of, zoals kersvers ECSP-hoogleraar Dinand Webbink het formuleerde: "Maatschappelijke impact is waar alles om draait in de goede doelensector." Er waren echter ook kritische geluiden te horen: er is niet één methode en "je kunt niet alles monetariseren."

De groeiende belangstelling voor impact en impactmeting bleek dinsdag uit de rond 150 deelnemers, die waren afgekomen op de jaarlijkse studiedag van vermogensfonds Start Foundation, dat zelf investeert in experimentele projecten en in ondernemingen die een bijzondere bijdrage leveren aan het verbeteren van de positie van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De dag - georganiseerd met medewerking van het Erasmus Centre for Strategic Philanthropy en Lenthe Publishers - was feitelijk een reprise van die van 2005 toen op Universiteit Nyenrode de nog nieuwe Social Return On Investment-methode centraal stond. De vraag deze week was dus ook: wat is er de afgelopen vijf jaar eigenlijk gebeurd?

Pionierstadium
Het werd dinsdag op de Erasmus Universiteit wel duidelijk dat er op het gebied van meetmethoden en wetenschappelijke studie veel progressie is geboekt. Tijdens de parallelsessies werd bovendien duidelijk dat er al fondsen zijn die serieus sturen op het rendement van hun maatschappelijke investeringen en gebruikmaken van intussen doorontwikkelde meetmethoden. Tegelijkertijd maakte de studiedag wel duidelijk dat "impact" in de filantropiesector zich beslist nog in het pionierstadium bevindt. Dat bleek wel uit de vele vragen en ook kritische geluiden.

Tegenaanval
SROI-wegbereider Peter Scholten kent alle tegenwerpingen en voorbehouden over het onderwerp maar al te goed, zo bleek uit het door dagvoorzitter Richard Engelfriet vlot gepresenteerde plenaire programma. Scholten maaide al veel gras weg voor de voeten van sceptici, die menen dat maatschappelijke inspanningen maar moeilijk of zelfs helemaal niet meetbaar zijn. Fijntjes wees Scholten op de zogenoemde "harde" financiële criteria uit de for profit-wereld: die zijn de afgelopen jaren toch ook maar "boterzacht" gebleken. "Ik ben geen voorstander van een verplichte maatschappelijke effectenrapportage, maar eerder nog voor afschaffing van de financiële rapportage door charitatieve fondsen", koos hij de tegenaanval.

Waarom impactmeting?
Karen Maas, die onlangs promoveerde op onderzoek naar de maatschappelijke effecten van de Hartstichting, benadrukte nog eens dat er niet één gouden methode is die de impact van filantropie kan meten, laat staan in euro's tot achter de komma. Gevraagd naar haar visie op het onderwerp voor de komende jaren: "Er zijn al heel veel bruikbare methoden voorhanden. Liever zou ik willen focussen op de vraag ‘wat doe je eigenlijk met de resultaten van impactmeting?' Scholten voegde daaraan toe: "En waarom doe je impactmeting?' Duidelijk is dat ‘meten om het meten' een zinloze exercitie is.

Subjectiviteit is a fact of life
In een van de negen sessies uit het zeer gevarieerde parallelprogramma daagde Scholten zijn gehoor opnieuw uit om na te denken over de waarde van diensten en producten aan de hand van een "value game". Scholten: "Velen menen dat je geen objectieve waarde kunt toekennen aan maatschappelijke producten of diensten. Iedereen gaat op zoek naar objectieve waarden, maar die bestaan helemaal niet. Stop dus met spastisch te doen over subjectiviteit. Subjectiviteit is a fact of life: live with it!"

Verschil tussen prijs en waarde
Scholten: "Iedereen weet dat er een enorm verschil zit tussen de kostprijs en de verkoopprijs van Nike-schoenen. Dat wordt geaccepteerd omdat Nike geen schoenen verkoopt, maar een zelfbeeld. Daarmee toont deze for profit aan dat er een groot verschil is tussen prijs en waarde: prijs is wat je betaalt, waarde is wat je krijgt. Dat spel beheerst Nike tot in de perfectie door continu onderzoek onder haar stakeholders. En als Nike het kan, waarom zouden wij het dan niet kunnen?"

Waardevol voor de gebruikers
De "value game" (dat als online tool in oktober betaalbaar beschikbaar komt, www.valuegame.org) toonde dit principe vervolgens haarfijn aan: de deelnemers werd gevraagd in drie groepen een rangorde te bepalen in voor consumenten belangrijke producten en diensten (auto's, eten, kleding), met als speciale opdracht om de waarde van de studiedag zelf ook te bepalen. Onafhankelijk van elkaar kwamen de groepen allemaal uit op een waarde van ongeveer €300. Scholten: "En dan is dit maar een snel onderzoekje in een weinig homogene onderzoeksgroep. Het demonstreert dat de waarde niet wordt bepaald door de kosten (in dit geval €125, red.), maar door de urgentie die de gebruikers eraan hechten. En dit betekent dat maatschappelijke effecten niet altijd tot kostenreductie leiden, maar wel degelijk een (grote) maatschappelijke waarde hebben. Ergo: niet alle kostenreducties zijn belangrijk of waardevol voor de gebruikers."

Verschillende meetmethoden
In andere parallelsessies werd verder ingegaan op bestaande meetmethoden als SROI (Jan Olde Loohuis, Matthijs Blokhuis/Noaber), "Evidence Based" (Peter Dankmeijer) maar ook in aangepaste tools als de EffectenArena en EffectenCalculator, mede ontwikkeld door Jochum Deuten voor het woondomein. Zo bracht Deuten onlangs de maatschappelijke effecten van het omstreden project ss Rotterdam in kaart

Geen ‘Impact Prijs'
In het afsluitende plenaire programma legde ECSP-directeur Charles Erkelens uit dat voor een "Impact Prijs", als aanvulling op of opvolging van de huidige "Transparant Prijs", voorlopig weinig pleit. Het objectief vaststellen van de maatschappelijke impact op organisatieniveau zou te veel tijd vergen en bovendien wetenschappelijk (nog) te weinig fundament hebben in de uiterst heterogene filantropie-sector. "Het onderwerp ‘impact' houden we daarom liever levend door bijeenkomsten als deze", concludeerde Erkelens, die daarvoor veel bijval kreeg, al waren er ook dissidente geluiden.

Geen Prinsjesdag van de Civil Society
"Gastcolumnist" en observator-van-dienst prof. Lucas Meijs (o.a. deeltijdhoogleraar van het ECSP) maakte vervolgens geen moordkuil van zijn voor impactmeting niet overdreven kloppende hart. De private gestuurde diversiteit die onze civil society is, komt mogelijk in gevaar zodra wij er de universele meetlat langs houden, zo betoogde Meijs: "We moeten niet op de overheid gaan lijken. Dus geen ‘Prinsjesdag van de civil society' alsjeblieft!"

Eloquente tirade
Slotspreker prof. Arnold Heertje, duidelijk ingehuurd voor de a-politieke afsluiting van de dag, kweet zich met verve van zijn taak en gooide nog een extra schep relativisme op het reeds door Meijs geplaveide pad. De emeritus hoogleraar hield een vermakelijk gastcollege over het economische "ruime welvaartsbegrip". "Waar doet u het allemaal voor?", vroeg Heertje zijn publiek. "Voor de mensen van nu, van straks en overal ter wereld", luidde het antwoord als een eloquente tirade tegen de trend om alles in de samenleving te monetariseren. Niet dat de inleiders van de studiedag dit ook maar een seconde beweerd hadden, maar Heertjes waarschuwing ging erin als Gods woord in een ouderling. "Het cijfermatige is nooit het hele verhaal. Monetariseren leidt tot dehumaniseren."

Conclusie
Conclusie van de meeste deelnemers: een waardevolle, goed georganiseerde dag met veel nog openstaande vragen, maar ook veel inspiratie en het besef: "we staan nog maar aan het begin." Maar ook: voor €125 geïnvesteerd in een waarde van €300!

Lees het commentaar van 5 over de verkenning naar een Impact prijs: klik hier. 

Vanaf 1 okotber ligt de nieuwe gedrukte FM in de bus van onze abonnees: dit nummer is voor een belangrijk deel gewijd aan het thema "Impact."