Wetenschap (deel 2): Science for more generous societies

Wetenschap (deel 2): Science for more generous societies
Wetenschap (deel 2): Science for more generous societies
5 april 2018
Nieuws | | Wetenschap & Onderzoek

De Dikke Blauwe besteedt dit voorjaar aandacht aan de samenwerking tussen wetenschappers en filantropiesector. Of samenwerking? Nou, daar valt nog wel een wereld te winnen. Tweewegverkeer tussen onderzoekers en beleidsmakers, filantropieprofessionals en journalisten is cruciaal om de juiste (onderzoeks)vragen te stellen. Voeding vanuit de praktijk voorkomt dat de academie een ivoren toren wordt. Tegelijkertijd kunnen impulsen vanuit de wetenschap de filantropie ook verrassende inzichten geven en innovatie stimuleren. In onze nieuwe serie ‘De wetenschap komt naar u toe’ vandaag de eerste bijdrage van Pamala Wiepking.
 
Wat is mijn werk mooi. Ik mag elke dag nadenken over waarom mensen goede dingen doen, in plaats van slechte dingen. Ik ben een socioloog en sociologen bestuderen typisch onderwerpen zoals criminaliteit, armoede en ongelijkheid. Maar ik niet: ik bestudeer waarom mensen bereid zijn bij te dragen aan het algemeen nut en aan het welzijn van anderen, deels ten koste van zichzelf. Dit is mijn droombaan. Ik mag ingewikkelde vraagstukken proberen op te lossen en ik mag daar geruime tijd over doen.
 
Het is mijn missie om het beste wetenschappelijke onderzoek te doen dat ik kan doen, met de beste mensen wereldwijd, om zo te helpen samenlevingen te creëren waar mensen willen bijdragen aan het publieke goed en aan het welzijn van anderen, in plaats daar misbruik van te willen maken. Om deze missie te verwezenlijken werk ik nadrukkelijk ook samen met mensen buiten de wetenschap, waaronder beleidsmakers, filantropie professionals en journalisten. Want ik geloof dat we alleen door samenwerking tussen praktijk en wetenschap verder kunnen komen. Ik geloof niet dat wetenschap klaar is wanneer er een artikel in een gezaghebbend tijdschrift is gepubliceerd. Ik denk dat het werk dan pas echt begint: Hoe kunnen we de kennis toepasbaar maken en daarmee een positieve bijdrage leveren aan onze samenleving? Dat is wat mij betreft de vraag waar het echt om gaat. En het antwoord op die vraag heb ik vaak niet alleen. Want ik ben toch voornamelijk wetenschapper en weet -denk ik- heel veel van het doen van onderzoek. Maar daarvoor is het zo geweldig om samen te werken met al die gepassioneerde professionals, beleidsmakers en journalisten. Samen kunnen we wel het verschil maken.
 
Zoals vorige week werd aangekondigd, zal een aantal wetenschappers de komende weken in De Dikke Blauwe toelichten hoe zij denken dat samenwerking tussen wetenschap en praktijk kan leiden tot maatschappelijke meerwaarde. Ik mag vandaag het spits afbijten met drie projecten:
 
Het ontwikkelen van een vragenlijst om donateursmotieven te meten
Samen met Mindwize ben ik bezig om de wetenschappelijke kennis over donateursmotivatie te vertalen naar de praktijk. Het uiteindelijke doel is om de relatie tussen donateurs en goededoelenorganisaties te verbeteren en zo het vertrouwen van donateurs te vergroten. De aanname is dat wanneer een goededoelenorganisatie (beter) begrijpt waarom een donateur geld geeft aan haar organisatie, deze informatie gebruikt kan worden om de relatie met de donateur te verbeteren. Dit is in het belang van zowel de goededoelenorganisatie als de donateur. Een van de tools die we ontwikkelen om de donateursmotieven te achterhalen, is een vragenlijst die de motivatie van donateurs om geld te geven aan een bepaald doel meet. Deze vragenlijst zal uiteindelijk publiekelijk beschikbaar komen. Mijn werk met René Bekkers over motieven voor geefgedrag vormt een belangrijke basis voor dit project.
 
Naast samenwerking denk ik ook dat het van groot belang is dat wetenschappers, beleidsmakers, filantropie professionals en journalisten feedback geven op elkaars werk. Dit kan ervoor zorgen dat wetenschap relevanter wordt voor de praktijk en dat de praktijk kennis meeneemt die is opgedaan in de wetenschap. In twee recente projecten heb ik veel gehad aan medewerking en feedback van verschillende mensen uit het filantropische veld en beleidsmedewerkers.
 
Hoe kunnen we filantropie in Nederland bevorderen?
Op verzoek van de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid (WRR) heb ik het hoofdstuk “Nederland in vergelijkend perspectief” geschreven voor de te verschijnen “Verkenning Filantropie”. Hierin onderzoek ik hoe de acht factoren die filantropie bevorderen, zoals geconcludeerd in het Palgrave Handbook on Global Philanthropy (geredigeerd door mij en Femida Handy), kunnen worden ingezet om filantropie in Nederland te bevorderen. Juist dankzij de zeer relevante feedback vanuit de WRR, vanuit het filantropische veld, waaronder collega’s uit het bestuur van Nederland Filantropieland, en vanuit andere wetenschappers hoop ik dat dit hoofdstuk zal bijdragen aan een beter filantropie klimaat in Nederland. De WRR Verkenning Filantropie verschijnt naar verwachting in juni 2018.
 
De staat van de civil society in Nederland
In opdracht van het EU Russia Civil Society Forum heb ik samen met stagiair Fengjing Zhang een hoofdstuk geschreven over de staat van de civil society in Nederland, voor het EU Russia Civil Society Report 2017. Voor dit rapport hebben we verschillende professionals mogen interviewen en ingevulde vragenlijsten mogen ontvangen. Dankzij deze informatie konden we enkele uitgadingen en oplossingen voor de civil society in Nederland beschrijven. Het volledige rapport laat zien dat de civil society in delen van Europa zeker onder (politieke) druk staat. Gelukkig ervaren de geïnterviewden in Nederland dit niet zo sterk. Maar ze ervaren wel dat diverse vormen van financiering teruglopen, dat het lastig is nieuwe donateurs en vrijwilligers te vinden én vast te houden en dat het lastig is goed getrainde en professionele medewerkers te vinden. De geïnterviewden kwamen met verschillende ideeën voor hoe organisaties met deze bedreigingen kunnen omgaan. Eén van de mooiste en relevantste quotes uit het Nederlandse hoofdstuk is wat mij betreft deze opmerking van een medewerker van een groot Nederlands gezondheidsfonds over het belang van samenwerking tussen organisaties:
 

‘I think it starts with mentality. […] It is a dilemma of choosing what is the best for your organisation versus what is the best for society. You might have more funds and better financial income if you keep ideas and knowledge for yourself but it might be better for society if you share the information. […] If you have three NGOs fighting, no, fighting is a strange word, being after donations of a certain rich person, then it is somehow logical and understandable that they go for this donation as a short-term goal. The bigger goal, the higher dream should be what is the best for the patients. So sometimes you'd better not see other NGOs working in the same field as competitors but try to work together as much as possible because that is the best for the patients.’

 
►Lees ook: Nieuwe DDB-serie: de wetenschap komt naar u toe…