Optimisme

Optimisme
Optimisme
17 april 2014
Opinie | | Politiek en overheid

Nooit gedacht dat ik dat nog ’s zou zeggen, maar na de SBF-debatbijeenkomst ‘Filantropiepoort’ van vorige week woensdag, bekroop mij zowaar een onstuitbaar optimisme over de filantropiesector. Dat is wel eens anders geweest: de spreekwoordelijke kruiwagen met kikkers, ook wel ‘circus met honderd ongehoorzame zeehonden’ (copyright Edwin Venema), geeft veel vaker aanleiding tot lichte somberheid.
Samenwerking? Nou neuh, liever zo min mogelijk, anders kannibaliseren we elkaar misschien.
Reflectie over ons eigen voortbestaan als organisatie? Nou neuh, liever niet, want we zijn inmiddels een flinke bedrijfstak met overal belangen, banden en barters.
Het gevende publiek werkelijk geven waar ze om vragen? Nou neuh, eerst maar ’s verder gaan met ze door de strot duwen wat wíj graag kwijt willen.
Maar vorige week woensdag, tijdens het debat in Nieuwspoort, leek elke geleding van de grillige en chaotische sector het eens over een paar cruciale zaken: de overheid moet zich alleen op zinnige punten bemoeien met het diep menselijke verlangen tot geven en helpen. Belastingaftrek voor giften? Graag handhaven, anders werken we die diepe behoefte alleen maar tegen.
Transparantie? Niet per definitie tot honderd cijfers achter de komma, maar passend bij missie en type filantropie.
Ook de voorspelde trends kwamen opmerkelijk overeen: meer nu nog ongebruikelijke vormen van samenwerking, meer aandacht voor goed doen dichtbij, minder strakke grenzen tussen ondernemen en helpen, meer initiatief en lef, op weg naar een cultuur van vertrouwen.
Mooi om te zien hoe de fiscalist en de dominee elkaar op al deze punten ontmoetten.
Je houdt wel je hart vast voor de harde en trage werkelijkheid búiten Nieuwspoort. Waar overheidsinstellingen nog steeds een vijftigjarige werkloze verbieden om vrijwilligerswerk te doen (‘u moet beschikbaar zijn voor regulier werk’). Waar een winkeltje met tweedehands spullen van een stichting voor Keniase kinderen wordt belast met omzetbelasting, terwijl datzelfde winkeltje ten bate van een carnavalsvereniging wél zou zijn vrijgesteld van belasting.
Er is nog heel wat werk aan de winkel om alle gedeelde dromen en verwachtingen waar te maken!
(En politici: om te beginnen nóóit meer het woord ‘participatiesamenleving’ in de mond nemen.)