Onafhankelijk

8 mei 2008
Opinie | | Validatie & Toezicht

Een zeer prominent opinieartikel van Irene Mol - directeur van het kleine vermogensfonds Pequeno - in NRC van afgelopen zaterdag heeft de discussie over het CBF binnen vakkringen nu ook meer in de publieke arena gebracht. Mols kritiek komt er in essentie op neer dat het CBF niet onafhankelijk kan optreden door de bestuurlijke invloed van de keurmerkhouders. Dat is voor de toekenning van het Keur de facto geen valide argument: daarover hebben de twee afgevaardigden van de bij de VFI aangesloten goede doelen namelijk niets te zeggen. Ook het door Mol gesuggereerde onderzoek naar belangenverstrengeling bij het CBF door de Raad van Accreditatie zal niet voor haar stelling pleiten. Sterker nog: de Raad stelt zelfs als verplichting dat de stakeholders (in dit geval de goede doelen) bestuurlijk gerepresenteerd worden. Dat zij daarbij een minderheidsbelang hebben - zoals in het CBF-bestuur ook het geval is - is uiteraard een voorwaarde voor de vereiste onafhankelijkheid. En die is een voorwaarde voor publieksvertrouwen, zoals ook de VFI goed weet. Veel meer hout snijdt de kritiek van Mol e.a. op het punt van de bestedingscontrole: zolang het gevende publiek in de veronderstelling is dat CBF-controleurs over de wereld uitzwermen om bij alle projecten over de schouders van de Keurmerkhouders mee te kijken naar de rechtmatigheid van bestedingen, heeft het CBF de dure plicht om nog veel perceptiemanagement te doen of daadwerkelijk de genoemde controleurs aan te stellen. Daarmee is de achilleshiel van het CBF dus niet zozeer haar vermeende afhankelijkheid, maar veel eerder haar beperkte slagkracht als controlerend orgaan.


Luister naar het NRC-interview met Irene Mol op: www.nrc.nl/podcast