Manifest mist urgentie

Manifest mist urgentie
Manifest mist urgentie
6 mei 2014
Nieuws | | Wetenschap & Onderzoek

Geen banieren of barricades. Wel een gezelschap excellente wetenschappers met opvattingen, denkrichtingen en voorzetten over het belang van ‘het maatschappelijk initiatief’. Maar helaas geen politici en beleidsmakers die dat belang zouden moeten inzien. Wie op 24 april was gekomen voor actie en vuurwerk, zal teleurgesteld huiswaarts gekeerd zijn. Van een prangend manifest dat vol overtuiging binnenkort op de deuren van het parlement zal worden gespijkerd was geen sprake. Gelukkig was er voor de fijnproevers uit de sector zelf nog troost in de academische nuance.

Een denktank van negen wetenschappers en vier maatschappelijke experts met het manifest Er waart een golf van idealisme door Nederland breken op de VU een lans voor particuliere initiatieven. Daarmee verlenen ze vanuit hun onafhankelijk positie steun aan de maatschappelijke organisaties. Dát stond aanjager Theo Schuyt, hoogleraar Filantropische Studies aan de VU, voor ogen. In de uitwerking ontbrak het echter aan publiciteitsgogme om de golf van idealisme de urgentie mee te geven die het verdient. En het ontbrak Schuyt ook aan geluk: dagvoorzitter Felix Rottenberg liet verstek gaan. Schuyt nam daarom de honneurs zelf zeer verdienstelijk waar, maar de gedroomde brug tussen de kennis en het idealisme van de wetenschappers enerzijds en de rauwe Haagse politiek anderszijds ontbrak daardoor. Het resultaat was een lange, en overigens lang niet altijd oninteressante, preek voor eigen parochie: de ruim 200 aanwezigen kwamen vooral uit de sector zelf en hoefden allang niet meer overtuigd te worden van het belang van ‘privaat initiatief’.

Erkenning
Voorafgaand aan een zaaldiscussie hielden vijf ondertekenaars van het manifest een korte inleiding. Socioloog prof. Gabriel van de Brink hield zijn gehoor voor dat de civil society uit de tijd van de verzuiling zich nu opnieuw aan het uitvinden is. Hij riep de beleidsmakers op om de ‘modernisering van het broederschap’ voldoende ruimte te geven. 'Je inzetten voor de publieke zaak mag en moet erkend worden.'

Giftenaftrek
Dezelfde oproep tot distantie kwam van prof. Sigrid Hemels, maar dan vanuit fiscaal perspectief: 'Bescherm de sector, maar durf haar ook los te laten.' Volgens Hemels bemoeilijkt de politieke Haagse bemoeizucht het private initiatief alleen maar. De alsmaar wijzigende regelgeving en focus op wat Hemels ‘klein bier’ noemde – zoals de verplichting om gegevens openbaar te maken op portals – ontnemen het zicht op wat werkelijk belangrijk is: controleren of het geld wel op de goede plaats terechtkomt.
Ook het voorstel van de Commissie Van Dijkhuizen om de giftenaftrek af te schaffen kende geen genade in de ogen van Hemels: 'Juist die giftenaftrek kan ervoor zorgen dat mensen betrokken zijn bij filantropie.' Volgens Hemels is vervanging van de giftenaftrek door subsidie geen goede oplossing: 'Giftenaftrek stimuleert particulieren omdat het initiatief niet bij de overheid ligt; met subsidie kun je nooit waarachtige betrokkenheid entameren.'

Stoomstrijkijzer
Lucas Meijs schetste daarna een prikkelend beeld van ‘civil power’, die verschuift van overheid, naar lokale overheden en vervolgens naar ‘gemeenschappen’. Daar zit volgens Meijs de werkelijke burgerkracht en daar is de natuurlijke habitat van het ‘PI’, al heeft die uiteraard ook zijn duidelijke beperkingen. Meijs: 'In onze civil society spelen patricularisme, paternalisme en amateurisme een rol. Het gaat dus om de samenhang van sterkten tussen overheid, markt en civil society. Gemeenschappen sluiten zelf ook weer op een andere manier uit dan de overheid; zorgen voor een andere inrichting van het publieke domein en hebben een andere legitimiteit.'
De hamvraag waarmee Meijs zijn betoog afsloot: 'Kan Nederland omgaan met deze diversiteit en de eigenheid van ‘het rondje voor de publieke zaak’? Of gaat alles onder het stoomstrijkijzer van de overheid?'

Pluralisme
VU-wetenschapper Elly Mariani legde in haar bijdrage nadruk op de belangrijke rol van het private initiatief voor een plurale samenleving met vrijheid door de markt, gelijkheid door de overheid en broederschap door de civil society. Mariani: ‘Pluralisme is een uiting van directe democratie.’ En slotspreker Theo Camps, noemde het private initiatief daarna ‘het cement van de samenleving’, al is die samenleving volgens hem wel op zoek naar andere vormen van verbondenheid. Camps: ‘Wij zijn de architecten van een nieuw huis dat we nog niet helemaal kennen.’

Vervolgstappen
De vragenronde die aansloot op de presentaties bracht helaas noch nieuwe inzichten, noch enig vuur in de manifestatie. Daarvoor bood de hiervoor geschetste setting onvoldoende aanknopingspunten. Gevraagd naar de concrete vervolgstappen van het manifest laat Theo Schuyt na afloop weten: ‘Laat iedereen het gebruiken in de gesprekken en/of onderhandelingen tussen particuliere initiatieven en overheden: als pressiemiddel of als verdedigingsmateriaal. De praktische uitwerkingen van de WMO en decentralisatie zal de thematiek van het Manifest en de twaalf stellingen naar mijn mening een enorme boost geven.’

De 12 stellingen van het manifest luiden als volgt: 

 

  1. Er is in de participatiesamenleving meer tussen overheid en de individueel verantwoordelijke burger.

  2. Er waart een golf van idealisme door Nederland; een golf van particuliere, maatschappelijke initiatieven.

  3. Dit idealisme past in de Nederlandse traditie van particulier initiatief; het vrijwillig ter beschikking stellen van tijd, kennis en geld voor de goede zaak.

  4. Dit particulier initiatief kent eigen organisatie- en governancevormen.

  5. De individueel verantwoordelijke burger in de participatiesamenleving aanprijzen, miskent dit maatschappelijk betrokken middenveld.

  6. De verantwoordelijkheid van particulier initiatief raakt aan de maatschappelijke verantwoordelijkheden van overheid en markt.

  7. De Nederlandse democratie en de Nederlandse verzorgingsstaat berusten op drie pijlers: vrijheid (burgerrechten, een vrije markt), gelijkheid (voor wet en overheid) en broederschap (betrokkenheid bij elkaar en bij de maatschappij).

  8. Particuliere, maatschappelijke initiatieven belichamen broederschap, betrokkenheid en directe democratie (dit te onderscheiden van politieke democratie).

  9. Particulier initiatief wordt niet op de juiste wijze gekend en laat zich niet kennen.

  10. De balans tussen overheid, markt en particulier initiatief is scheefgetrokken.

  11. Een heroriëntatie van particulier initiatief is noodzakelijk om deze balans te herstellen.

  12. Een stap is dat partijen elkaar kennen, ontmoeten en – waar mogelijk – elkaar versterken.





  13.  
  14.  
  15.  
  16.