Jonge gezinnen zijn nog geen zwaluw die filantropiezomer maken

25 mei 2017
Nieuws | | Wetenschap & Onderzoek

Veel media melden naar aanleiding van de laatste meting van het Nederlands Donateurspanel dat met name jonge gezinnen meer vertrouwen hebben gekregen in goede doelen en ook bereid zijn meer te doneren. Dat goede nieuws lijkt welkom na jaren van slechte berichten van het vertrouwensfront: jonge gezinnen die het individualisme doorbreken en afrekenen met de langetermijntrend van verminderde geefbereidheid (Geven in Nederland 2017)? Het is echter nog veel te vroeg om van een trend te spreken.
 
Duizend respondenten
Het ‘donateursvertrouwen’ wordt, in opdracht van WWAV en CBF, ieder kwartaal gemeten door Kien onderzoek onder ruim 1.000 respondenten. Deze index als geheel volgt het consumentenvertrouwen en probeert aan te geven hoe het staat met het vertrouwen in goede doelen, waarbij een beeld wordt geschetst van het geefklimaat, de geefbereidheid en het imago van goede doelen.
 
Een echte barometer
Opzet en doelstelling maken van het NDP een echte ‘barometer’. Anders dan het wetenschappelijke, longitudinale onderzoek Geven in Nederland, meet het NDP niet het feitelijke geefgedrag maar het actuele sentiment daarover. Het vormt daarom al meer dan twaalf jaar een goede aanvulling op de empirie van GIN, dat geen actuele meting is: Geven in Nederland 2017 geeft de resultaten over het geefjaar 2015.
Managing partner Wieb van de Donk van WWAV: ‘Ons onderzoek is niet te vergelijken met dat van de VU. Wij zijn op zoek naar opvallende uitkomsten tijdens een NDP-meting en vergelijken deze met voorgaande momenten. Soms herkennen we trends (in bijv. het Donateursvertrouwen), maar op andere momenten zijn het sec uitkomsten voor die periode. We benoemen al twaalf jaar wat wij terugkrijgen uit de markt en rapporteren dat in onder andere een nieuwsbrief, onderzoeksrapport en een persbericht.’
 
Fors gat met consumentenvertrouwen
Positief is het nieuws dat opnieuw een verhoging wordt genoteerd voor het algemene indexcijfer van het donateursvertrouwen op basis van indicatoren voor geefklimaat, geefbereidheid en het imago: plus 7 punten. Daarbij moet direct aangetekend worden dat de donateursindex in Q1 2017 met -9 nog steeds fors onder het nulpunt staat en ver achterloopt bij de CBS-index van het consumentenvertrouwen: +16. Beide indexen komen van ver in de crisis, maar het gat tussen consumentenvertrouwen en donateursvertrouwen blijft in vergelijking met Q1 2016 even groot: -25 (!) donateursvertrouwen tegenover -2 consumentenvertrouwen.
 
Jonge gezinnen springen eruit
Een van de uitkomsten waar NDP in zijn laatste meting nadruk op legt is het goede rapportcijfer op vertrouwen dat jonge gezinnen (‘ouders met kinderen t/m 12 jaar’) hebben in goede doelen. Het gemiddelde rapportcijfer steeg van 6,8 naar 6,9: de jonge gezinnen scoorden hoger dan het gemiddelde: een 7,1.
Wieb van de Donk vindt het stijgend vertrouwen onder ouders met jonge kinderen ‘een positieve, maar op zich ook een logische trend.’ Van de Donk: ‘Zij zijn steeds meer bezig met de wereld die zij achterlaten voor volgende generaties, waaronder die voor hun eigen kinderen. Dit kan ook een resultaat zijn van de steeds verdergaande integratie van duurzaamheid in lesprogramma’s op lagere scholen. Het lijkt erop dat juist deze generatie het individualisme in de samenleving niet wil laten doorschieten. Zij krijgen inspiratie om zelf maatschappelijk betrokken bezig te zijn. Dit leidt tot een toename aan donaties en meer bereidheid tot vrijwilligerswerk onder deze doelgroep.’

Bitter pil verzachten
Of hier sprake is van een echte trend is op basis van de NDP-meting niet te zeggen. De optimistische toonzetting van het persbericht zou allicht die indruk kunnen wekken. En ook de in de sector gevoelde behoefte om de wat bittere pil over de dalende trend van algemene geefbereidheid in Nederland uit het laatste onderzoek Geven in Nederland 2017 wat te verzachten. Van de Donk nuanceert daarom: ‘We willen hiermee niet de lange termijntrend van procentuele daling van giften in twijfel te trekken, of beweren dat het allemaal weer in de lift zit.  We zien in ons panel wel een trend bij deze groep jonge gezinnen in positieve zin. We gebruiken de term ‘trend’ anders dan in het wetenschappelijke GIN-onderzoek.’
 
‘Geefbereidheid’ achterhaald?
Misschien zit de term ‘geefbereidheid’ intussen iedereen wel in de weg. Dit begrip is immers stevig verbonden met de ‘klassieke filantropie’ waarin betrokkenheid vooral wordt uitgedrukt in geldgiften. Geven in Nederland 2017 laat zien dat de sector voor grote uitdagingen staat om nieuwe vormen van betrokkenheid en draagvlak te creëeren, nieuwe proposities te ontwikkelen. Van de Donk is het daar helemaal mee eens: ‘Wellicht is het ook zo dat wij geefbereidheid te veel aan geld relateren en wellicht te weinig aan andere manier van goed doen, zoals betere producten kopen, energiezuiniger zijn, acties van vrienden ondersteunen en dergelijke. Allemaal nieuwe invullingen, die we in een volgende meting wellicht mee kunnen nemen.’
 
Donateurs zeer kritisch
Ondanks een hogere geefbereidheid blijven donateurs in elk geval ‘heel kritisch’ op goede doelen, zo stelt het NDP. Ruim 75% van de respondenten wil pas doneren als zij ‘zeker weet dat de donatie goed besteed wordt’. Ook ‘de ernst van het probleem waar het goede doel zich mee bezighoudt’ is voor bijna 70% randvoorwaarde om te doneren. Daarnaast geeft 65% van de ondervraagden aan te doneren als ‘het goede doel zich onafhankelijk laat toetsen op een effectieve besteding’. ‘Verantwoording afleggen, transparantie en effectiviteit: daar draait het bij de huidige donateur terecht om’, aldus Van de Donk. 
 
Transparantie en impact
‘Verantwoording’, ‘transparantie’ en ‘effectiviteit’ zijn echter containerbegrippen die voor donateurs mogelijk en waarschijnlijk wat anders betekenen dan de vaak technisch-administratieve invulling die eraan wordt gegeven door de goede doelen en de sector zelf. Dat blijkt alleen al uit het feit dat tweederde een effectieve bestedingstoets door een onafhankelijke instantie als geefvoorwaarde ziet. Klaarblijkelijk is het onbekend dat zo’n instantie (nog) niet bestaat of wordt gesuggereerd dat zo’n onafhankelijke instantie er al wel is. Het is evident dat het CBF, als belangrijkste toezichthouder, niet de effectiviteit van bestedingen als zodanig toetst, al is er in de nieuwe Erkenningsregeling evident meer ruimte voor impactrapportage gekomen. De idee dat een instantie de maatschappelijke ‘return on investment’ op alle geefeuro’s kan toetsen is op zijn minst verwarrend.
Van de Donk: ‘We hebben deze vraag gesteld om te kijken of ‘impact’, in plaats van alleen ‘transparantie’, van belang is. Uiteindelijk hebben we gemerkt dat transparantie alléén niet het verschil maakt. Mensen willen natuurlijk dat hun bijdrage ook echt iets betekent. En eens, de toetsing daarvan is er (nog) niet genoeg, al heeft dat wel de aandacht van het CBF.'
 
Opwaartse trend
Jonge gezinnen met kinderen zijn de zwaluw die nog geen filantropische zomer maken, maar ze kunnen een bemoedigende indicatie zijn voor een nieuwe generatie gevers: in geld, tijd en kennis. Dat positieve effect is dan hopelijk over enige jaren terug te vinden in de empirie van Geven in Nederland. Over langere tijd kunnen we zien of de algehele geefbereidheid ook daadwerkelijk weer een opwaartse trend vertoont. Ook in het Land van Goed Doen is het ‘put your money where your mouth is’.
 
Taak voor goede doelen
Van de Donk tot slot: ‘We zien in dat onderzoek dat de donaties in Nederland procentueel duidelijk teruglopen.  Aan de nadere kant zien we dat mensen wel aangeven positief te zijn in onze metingen. Het is duidelijk dat dat niet direct betekent dat de donaties weer omhooggaan, maar wel dat mensen bij willen dragen aan een betere wereld en positief zijn over de rol van goede doelen. Aan de goede doelen de taak hier een antwoord op te formuleren hoe we deze bij elkaar kunnen brengen.’
 
►Meer informatie over NDP: klik hier
2/2