Venture Philanthropy: DDB-Expert Jamy Goewie

Goewie: 'Ik word blij van iedereen die zich inzet voor een oplossing.'
Goewie: 'Ik word blij van iedereen die zich inzet voor een oplossing.'
15 februari 2018
Nieuws | | De Dikke Blauwe

In DDB100 staat ze al jarenlang hoog genoteerd. De jury voegde haar dit jaar toe aan De Generatie Eigenwijs: wereldburgers die verbondenheid zoeken in concrete projecten en niet in geharnaste ideologieën of politiek. Aan haar indrukwekkende cv mag ze nu DDB Expert Venture philanthropy toevoegen, want Jamy Goewie is onze nieuwe columnist.
 
Goewie begon in de jeugdzorg in Amsterdam waar ze een team van maatschappelijke werkers aanvulde met een groep consultants. Met deze groep bood zij een ondernemersopleiding en startkapitaal aan schoolverlaters met een moeilijke achtergrond om ze vanuit eigen kracht verder te helpen. Dankzij het succes van dit programma richtte ze in 2005 Child at Venture op, dat jongeren in Afrika en Azië steunt met zelfstandig ondernemerschap. In 2014 gaf ze leiding aan de Nederlandse vestiging van Ashoka en was zij een van de initiatiefnemers van hybride financieringsplatform FASE (Financing Agency for Social Entrepreneurship.
 
Ze kan bogen op een breed scala aan ervaring op gebieden variërend van fondsenwerving, CSR, media, jeugdondernemerschap en bedrijfsontwikkeling. Ze was consultant voor bedrijven zoals NYSE Euronext, Madurodam en BCD Travel. Ze heeft ook verschillende prijzen gewonnen, waaronder Best Young Non Profit Leader 2009. In DDB100 staat ze op de 21e plaats.
 
Je bent toegetreden als DDB-Expert ‘Venture philanthropy’: wat versta je daar precies onder?
‘Dat is meteen de million dollar question. De term Venture philanthropy dekt volgens sommigen niet meer de lading en het is ook niet altijd duidelijk wat daaronder wordt verstaan. Is het op een duurzame manier ‘doneren’ gecombineerd met bijvoorbeeld een ‘zachte lening’, of is het meer dan dat? Venture philantropy gaat in beginsel ook over het aanvullen van financiële ondersteuning met kennis en netwerk van de gever en impactmeting. Maar kort gezegd komt het altijd neer op het hart van filantropie combineren met de esprit van investeren.’
 
Welke grote trends of ontwikkelingen zie je op dit moment in de filantropie, zowel voor de grantmakers als voor de grantees?
‘Er zijn een heleboel trends gaande op verschillende niveaus. Om er een aantal te noemen:
  1. Steeds minder impact-makers zijn nog louter goede doelen of vragen enkel om donaties, er komen meer sociaal ondernemers bij dan nieuwe stichtingen.
  2. Samenwerking tussen zowel social start-ups, stichtingen en fondsen zien we steeds vaker, de zogenaamde eco-systeemaanpak waarbij alle betrokkenen rondom een sociaal probleem samen werken om een probleem ook bij de wortel te kunnen aanpakken.
  3. De rol van bedrijven en dan met name de sociale ‘vehicles’ van bedrijven wordt steeds belangrijker. Niet alleen zetten bedrijven naast een corporate foundation ook steeds vaker een impact fonds op, investeren ze steeds socialer of lanceren ze een incubator programma, de ogen zijn steeds meer gericht op bedrijven om mee te doen aan het oplossen van problemen die zijn ontstaan in de sector waar ze actief zijn. Dan heb ik het specifiek over het betrekken van alle corporate assests als hefboom voor impact. Met die corporate assets bedoel ik dan niet alleen geld, maar vooral het senior executive talent, de schaalvoordelen, de toegang tot de supply-chain en het netwerk van het bedrijf. C&A is een uitstekend voorbeeld van het inzetten van meerdere bedrijfsmiddelen om bijvoorbeeld de kledingindustrie systemisch te verbeteren.’
 
Waar erger je je het meest aan in je praktijk als adviseur en waar word je blij van?
‘Het gaat er uiteindelijk om sociale problemen op te lossen. We slagen er als mensheid niet in de aarde schoon te houden, veilig te houden en eerlijk te houden. Daar erger ik me aan. Voorts word ik blij van iedereen die zich inzet voor een oplossing. Of dat nou mijn eigen dochter van zeven is, die elke week plastic in het plantsoen opruimt of een miljardair die een deel van zijn vermogen inzet voor het financieren van sociale impact, dat maakt mij niet zoveel uit. Ik heb geen waardeoordeel over hóe mensen bijdragen tot sociale impact. Vanuit mijn rol bij Ashoka, FASE en nu EVPA zie ik duidelijk dat er niet zoiets bestaat als één goede oplossing.’
 
Wat is het beste advies dat je kunt geven aan starters in filantropie, die (een deel van) hun vermogen maatschappelijk willen inzetten?
‘Voel geen druk om de beste manier van geven te vinden voor de meeste impact. Uiteindelijk is en blijft een groot deel van filantropie de verbinding die je voelt met het probleem en/of de oplossing. Ik adviseer altijd om een probleem, aanpak of oplossing te kiezen waar je heel veel affiniteit mee hebt en waar je je bij betrokken voelt. Dit geldt overigens niet alleen voor geldgevers, maar ook voor de sociale impact-makers. Het helpt elke donatie, en de bijkomende strategie van het doneren, in perspectief te plaatsen en vergroot de kans dat je blijft focussen op waar het om gaat: positieve impact realiseren.’