IF: ‘Positief, maar we hebben nog wel wat te bevechten’

IF: ‘Positief, maar we hebben nog wel wat te bevechten’
IF: ‘Positief, maar we hebben nog wel wat te bevechten’
28 januari 2014
Nieuws | | Tax & Legal

Het IF is positief over de lijn die het rapport van de commissie de Jong beschrijft. ‘Maar we hebben nog wel wat te bevechten in de uitvoering van het advies en het ‘zekeren’ van onze positie als sector… de autonomie van de sector en de instellingen ten aanzien van de besteding van middelen mag natuurlijk nooit, zoals Kees Vendrik tijdens de NY receptie van SBF naar voren bracht, in het geding komen …’, aldus IF in een reactie.

‘Goed, zoals wij nu naar het advies kijken biedt het een kans om een goedkoop, betekenisvol en toegankelijk keurmerk voor alle fondsenwervende instellingen af te spreken. Dat hebben wij onze leden ook beloofd. Goed voor de sector, goed voor onze fondsenwervende leden. En begrijpelijk voor het publiek. Het geeft de sterkst mogelijke bescherming van fiscale faciliteiten, want de uitvoering wordt robuust en dekkend voor alle ANBI’s. Het risico dat de giftenaftrek verloren zal gaan is hiermee wellicht voor komende jaren  van de baan. En, mede gezien het bereik, draagt het bij aan het versterken van het publieksvertrouwen (wat uiteraard ook vanuit andere invalshoeken de volle aandacht van het IF blijft houden!). In het advies is de voor het IF belangrijke scheiding van rollen (plus het vaststellen dan de norm door de sector zelf) en onafhankelijk toezicht meegenomen … we blijven daarin – zoals gezegd - kritisch en alert op de uitvoering.’

‘De koppeling met de ANBI toets, die het rapport beschrijft en een bagatelregeling voor de allerkleinsten, is met name voor onze leden van belang. Daarmee voorziet het ook in de haalbaarheid van het systeem voor de kleinere fondsenwervende instellingen (die overigens het hebben van de ANBI status zelf al vaak tot keurmerk verheffen). Haalbaarheid hadden we onze leden ook beloofd. Wanneer de controle wordt aangescherpt (waarmee de waarde van de ANBI status wordt vergroot) en de sector maximaal betrokken is bij het voorafgaand stellen van de norm dan geeft dat de meest optimale zeggenschap in de wereld van vandaag. Dat de overheid – in het licht van het belastingvoordeel wat de ANBI status met zich meebrengt – betrokken is lijkt ons niet meer dan logisch.’

‘Het alternatief van (doorgaan met) volledige zelfregulering kan fiscaal riskant zijn en leidt niet tot een dekkend systeem. We weten ons als sector helaas nog onvoldoende breed te organiseren. De rol van de overheid is nog noodzakelijk voor die brede werking. Het IF heeft de afgelopen jaren als een roepende in de woestijn een sterk appèl aan het  verenigen van de sector gedaan ; als daar massaal gehoor aan was gegeven dan had het rapport van de commissie er – denk ik - anders uitgezien … Mocht dat komende jaren veranderen dan zullen we opnieuw moeten bekijken in hoeverre e.e.a. nog steeds van toepassing is. Die dynamiek is voorwaardelijk en moet voorafgaand dan ook helder zijn.’