Houdt de toezichthouder wel voldoende toezicht?

Houdt de toezichthouder wel voldoende toezicht?
Houdt de toezichthouder wel voldoende toezicht?
6 oktober 2011
Opinie | | Governance & Finance

De gemeente Schiedam, de hogeschool Codarts en het Centraal orgaan Opvang Asielzoekers COA waren afgelopen maand alle drie negatief in het nieuws dankzij hun vrouwelijke bestuurders. Het is niet moeilijk ook zo'n rijtje met mannelijke directieleden, voorzitters en burgemeesters samen te stellen waarbij angstcultuur en ‘verdeel en heers' de sleutelwoorden bij de probleembeschrijving blijken te zijn.

Het gaat niet zozeer over de testosteronspiegel of over de laatste managementstijl. Het gaat eerder om een veel simpelere constatering. Veel eindverantwoordelijken in Nederlandse organisaties staan onder toezicht. Bij stichtingen is dat tegenwoordig steeds vaker de Raad van Toezicht. Die Raad van Toezicht heeft vaak alleen contact met de bestuurder of bestuurders en heel zelden met leden van een management team. In die ‘trechter' zit het probleem.

De bestuurder is het smalle deel van de trechter. Alle informatie van de organisatie naar de toezichthouders en terug gaat langs de bestuurder. Hoe vangt een toezichthouder dan de eerste signalen op dat er iets niet goed gaat als de bestuurder, om welke reden dan ook, baat heeft bij het niet doorgeven van die informatie?

De Autoriteit Financiële Markten is nu eindelijk door de bocht. De techniek van de ‘mystery shopper' is deze zomer ingezet. Feitelijk is een ‘mystery shopper' niets meer of minder dan een stel ogen en oren voor een toezichthouder die niet incognito of onaangekondigd zelf de ‘werkvloer' kan bezoeken. Een Raad van Toezicht zal niet snel een mystery shopper inzetten. Maar ze kan wel een werkbezoek afleggen. Bij zo'n werkbezoek moet de mogelijkheid bestaan om vragen te stellen aan medewerkers en teamleiders, een dossier uit een kast te halen en daar eens over verder te praten al of niet tijdens een vervolgbezoek met de student of cliënt er bij.

Maar toezichthouders hebben geen tijd (dankzij al die andere nevenfuncties...) en veel bestuurders houden niet van werkbezoeken in de eigen organisatie. Dus laten toezichthouders het bij de bestaande praktijk: iedere twee maanden vergaderen met dezelfde agenda en bijlagen die nog even snel doorgebladerd wordt bij het inschenken van de koffie.


Ligt de oplossing in nieuwe wetgeving, of aangescherpte governance codes? Nee. Nog meer woorden helpen niet. Daden wel:

  • Besteed meer aandacht aan uw toezichthoudende rol (en beperk dus het aantal nevenfuncties).

  • Breng 1 tot 2 werkbezoeken per jaar aan de organisatie waarop u toezicht houdt.

  • Voer zelf voortgangs- en functioneringsgesprekken met de bestuursvoorzitter aan de hand van een heldere managementovereenkomst die u jaarlijks actualiseert en houd vast aan het actuele beloningskader in de betrokken sector.

Onze ervaring leert ons dat dit resulteert in een goede onderlinge werkverhouding, een sterke informatiepositie en het voorkomt verrassingen die u via de media moet vernemen.

♦ Peter van Eijk is partner bij PBF innovatie. Hij was tot begin 2011 voorzitter van de Raad van Toezichthouder van stichting AVOO in Apeldoorn.