Het Global Health Membership

Het Global Health Membership
Het Global Health Membership
21 augustus 2014
Opinie | | Ontwikkelings samenwerking

Samenwerking tussen ontwikkelingshulp en bedrijfsleven wordt door de overheid gestimuleerd. Dat is niet van vandaag of gisteren. In 2006 presenteerde toenmalig minister Van Ardenne (Ontwikkelingssamenwerking, CDA) samen met oud-Aegon topman Kees Storm een bijzonder project. Afrikaanse zorgverzekeraars zouden 100 miljoen euro ontvangen om gedurende zes jaar 230.000 arme Afrikanen te helpen een zorgpremie te betalen.[1]  Stichting PharmAccess stond samen met kopstukken uit het Nederlandse bedrijfsleven aan de basis van dit plan en men begon in Nigeria. In 2007 werd van de 100 miljoen belastinggeld een ‘Public Private Partnership’ gemaakt. Daarbij stortten Achmea, SNS Reaal en AEGON elk ook  €500.000 in de pot: het Health Insurance Fund was geboren.[2] We zijn acht jaar verder en de samenwerking bevalt kennelijk goed. Uit een bericht van Achmea blijkt dat men opnieuw de samenwerking aangaat met het Health Insurance Fund. Opmerkelijk is dat de doelen niet veranderd zijn. Er is wel een nieuwe naam: ‘Global Health Membership’, maar het gaat nog steeds voornamelijk om Kwara in Nigeria. Daar zijn kennelijk inmiddels 70.000 mensen verzekerd.[3] Het doel is dat aantal omhoog te brengen naar 600.000 in 2017. In het ontwikkelingsblad Vice Versa werd in 2013 een totaal aantal verzekerden in de projecten van PharmAccess van 121.000 genoemd – maar dat zou ook in Tanzania en Kenia kunnen zijn. In de gezondheidsspecial van Vice Versa was kritiek te vinden op het plan, dat gebaseerd is op gesubsidieerde premies. Ook was er kritiek op de ondoorzichtigheid van de bestedingen.[4]

Moeten we nu constateren dat het niet is gelukt het oorspronkelijke doel uit 2006 - 230.000 mensen bereiken in 2012 - te halen ? Geen idee.

Er was – en is – nogal wat kritiek op de plannen. De zorgverzekeraars hadden bijvoorbeeld nooit aangetoond dat hun Nederlandse kennis toepasbaar en relevant zou zijn voor Afrika. Geen van de betrokken verzekeraars opereert daar tenslotte. Het bedrag dat ermee gemoeid was, is erg hoog: €435 per hoofd. Ook in zes jaar tijd nog steeds meer dan €70 per hoofd per jaar – voor dat soort bedragen zijn veel mooie dingen te doen. Een rekensommetje geeft aan dat wanneer slechts 70.000 verzekerden bereikt zouden zijn, voor elk van hen zes jaar lang €238 per jaar betaald zou zijn. Dat lijkt haast onmogelijk, met een Nigeriaans BNP per capita van €770.

Is er wellicht toch iets anders aan de hand? De 100 miljoen lijken niet besteed te zijn. Op de websites van de partijen is daarover namelijk niets te vinden. Ook niet op de BuZa website overigens.

Heeft Achmea, dat nu weer een stap lijkt te zetten, dan zelf wel vertrouwen in een en ander? Dat valt misschien ook wel mee. De kosten van de ‘bijdrage van Achmea’ lijken namelijk aan anderen te worden ‘toevertrouwd’.
De samenwerking met het Health Insurance Fund uit zich namelijk in de vorm van een mailing aan 100.000 verzekerden van Zilveren Kruis. Ook (oud-)medewerkers van Achmea die verzekerd zijn via het Achmea collectief bij Zilveren Kruis, ontvangen een mailing, met daarin een brief en een folder. Deelnemen aan het Global Health Membership “kan al voor 3 euro per maand”.

Dus zo krijgen de verzekeringsnemers, die zich misschien eerder opwinden over de 100 euro per persoon/jaar die we teveel aan de gezondheidsverzekering betalen, de kans om met een paar euro bij te dragen.[5] Maar waaraan? En waarom die verzekeringnemers er nou aan bij moeten dragen als het met ACHMEA prima gaat en waarom ze het dus niet uit eigen winst willen betalen is een raadsel…..

Achmea  behaalde over 2013 een winst van 321 miljoen euro op de basisverzekering en de aanvullende zorgverzekering samen. De winst op de basiszorg alléén was 259 miljoen.[6]