Goed bezig zijn

Het professionele goede doel lijkt in het verdomhoekje terecht gekomen te zijn of te komen.
Het professionele goede doel lijkt in het verdomhoekje terecht gekomen te zijn of te komen.
25 oktober 2006

De verleiding is groot om na de deconfiture van Esther Jacobs nog enige woorden daaraan te wijden. Maar dat zou lijkt me te veel eer zijn voor iemand die het eigenbelang nogal voorop stelde. Belangrijker lijkt het me naar voren te kijken, en wel vanuit het perspectief van de twee groepen die ongewild en hopelijk ook onbedoeld wel enigszins het slachtoffer zijn geworden van dit hele gedoe: het goede doel en de Nederlandse gever.

Goede-doelenorganisaties moeten gezien worden als makelaar. Makelaar tussen enerzijds maatschappelijke problemen en anderzijds individuele mensen die daaraan iets willen doen. Met dat makelen zijn letterlijk mensenlevens gemoeid. Het is daarom een buitengewoon serieuze aangelegenheid. Een school hier en een ziekenhuis daar is zeer zinvol, maar verre van voldoende. De wereld echt verbeteren kan alleen maar door structurele en langdurige verandering.

Dat vraagt dus vooral om deskundigheid: vermogen om te kunnen vertalen- van de maatschappelijke behoefte/noodzaak naar de behoefte van de gever, en omgekeerd. Dat is verre van gemakkelijk, gezien de grote afstanden. Geografisch, maar ook psychologisch. Dat door de omstandigheden in een derde-wereldland na een enorme ramp niet al het geld op de goede plek terecht komt, vraagt zeker om veel aandacht. Maar is daarmee de goede doelenorganisatie een oplichter, zakkenvuller, strijkstokliefhebber, zelfverrijker, of informatieachterhouder?

Sinds een aantal jaren wordt er gelukkig veel aandacht besteed aan het presteren van goede-doelenorganisaties. Transparantie, kwaliteit van bestedingen en kostenbewustzijn zijn de belangrijkste onderwerpen waar de wat in zichzelf gekeerde goede doelenwereld mee aan de slag is gegaan. Mede onder invloed van de Donateursvereniging, maar vooral ook omdat bij die organisaties geen goedwillende amateurs op pro-deo basis werken, maar bevlogen professionals, die hun verantwoordelijkheid kennen (en daar ook voor worden beloond), en die door hun gedrevenheid tegelijkertijd bereid zijn zich meer, veel meer in te zetten dan de gemiddelde Nederlandse werknemer of diens baas.

Het professionele goede doel lijkt in het verdomhoekje terecht gekomen te zijn of te komen. Dat doet geen recht aan de hiervoor genoemde professionals. Maar het doet nog minder recht aan mijn donerende buurvrouw, die eerst en vooral goed wil doen, maar daartoe onnodig sterk wordt ontmoedigd. En het doet -last but not least- al helemaal geen recht aan al die hulpbehoevenden die -waar ter wereld ook- geholpen zouden zijn door de inzet van Nederlandse donateurs en goede doelenorganisaties, maar door geschade reputatie de dupe zijn.

Het is daarom tijd voor het bouwen van een nieuwe relatie tussen het goede doel, de donateurs, en de organisaties die daartussen makelen. Een relatie die niet uitgaat van belangen, maar die uitsluitend gericht is op een zo'n hoog mogelijk maatschappelijk resultaat. Zowel kwantitatief als kwalitatief! Dan zijn we weer goed bezig.