Zorg dat je geen spijt krijgt van de Postcode Loterij

Zorg dat je geen spijt krijgt van de Postcode Loterij
Zorg dat je geen spijt krijgt van de Postcode Loterij
8 maart 2018
Opinie | | Loterijen

Deze column is voor alle mensen die spijt hebben van de Postcode Loterij. U weet wel, de loterij die vorige maand 357 miljoen verdeelde tijdens het Goed Geld Gala in Carré. Met gastspreker Leonardo di Caprio én natuurlijk uw eigen hoofdredacteur Edwin Venema.
De Spijtloterij is hij wel eens genoemd – want als de PostcodeKanjer in jouw straat valt en je hebt als enige géén lot, dan heb je spijt. Maar elk jaar hebben heel wat lotenkopers andere spijt: spijt dat ze wél meedoen – terwijl hun straat alwéér niet heeft gewonnen. En dan bellen ze de opzeglijn. Tenminste, dat denken ze.

Dankzij een goede vriendin weet ik intussen beter. In december kreeg haar zoon een leuke klus bij een telemarketingbureau: drie dagen training, drie dagen klanten te woord staan, en goed betaald ook nog. Dat verbaasde mij: welk bedrijf geeft mensen drie dagen training om slechts drie dagen te werken? Dan moet die investering heel wat opleveren.

Belgesprek
De Postcode Loterij dus. Precies na de kerstdagen – als de kanjer wéér niet in Zwiggelte of Zuiddorpe is gevallen - grijpen spijtoptanten massaal de telefoon. ‘De seconden van het gesprek zijn cruciaal’, had haar zoon geleerd. ‘Je moet zo enthousiast mogelijk opnemen.’ Aan tafel thuis had hij zo’n ingestudeerd belgesprek nagebootst: ‘Goedemiddaaag! …. Waarmee kan ik u van dienst zijn? U wilt opzeggen? Maar natuurlijk mevrouw, dan gaan we dat even regelen.’
Eerst met de spijtoptant meegaan, was de instructie. Dan pas de trukendoos openen. ‘Wist u dat er in februari een speciale trekking is? … Het zou toch jammer zijn als u die kans laat schieten…. Januari heeft u immers al betaald…. U moet het natuurlijk helemaal zelf weten, maar als ik u advies mag geven…. En dan belt u ons na februari gewoon even terug’.

Save-lijn
Zo zat haar zoon met zijn headphone drie dagen lang in een zaal vol met ompraters. Per klant mochten ze twee keer een truc proberen. Op een bord werd bijgehouden hoeveel mensen iedereen had ‘gered’. Zo heette dat, vertelde de zoon: ‘Voor de bellers is het de opzeglijn. Voor ons is het de save-lijn.’ En iedere ‘geredde’ donateur betekende kassa. Want uiteraard belden die spijtoptanten in februari niet terug. Gemiddeld, zo hoorde de zoon, bleef zo’n mislukte opzegger nog 15 maanden hangen, à 12,50 euro per maand. Doorgewinterde ‘redders’ in het team hielden elke dag tientallen spijtoptanten binnenboord. Allemaal voor het Goed Geld Gala van volgend jaar.
De zoon had talent. De tweede dag stond hij al in de top 5 van meest succesvolle redders. De derde dag sloeg de twijfel toe. ‘Ik geef ze zogenaamd goed advies’, had hij gezegd. ‘Maar dat is onzin natuurlijk.’ Wat zou je doen, vroeg mijn vriendin, als je merkt dat je je oma aan de lijn hebt? ‘Meteen haar lot opzeggen natuurlijk!’ De vierde dag kreeg de zoon een contract aangeboden: het telemarketingbedrijf wilde deze goede doelenredder graag houden. Maar hij kon de motivatie niet meer opbrengen. De vijfde dag stopte hij ermee. En daar heeft hij tot op de dag van vandaag geen spijt van.