Directiesalarissen. Opnieuw.

Directiesalarissen. Opnieuw.
Directiesalarissen. Opnieuw.
15 november 2012
Opinie | | Governance & Finance

Dezer dagen ook tweets of Facebook-berichten ontvangen met een lijstje ‘schandalige salarissen van goede doelen-directeuren’? Dat lijstje was een hoax, maar er ging weer een huivering door de social media, met reacties als “daarom geef ik niet meer aan goede doelen”.Koepel VFI reageerde door direct actieve (re)twitteraars te wijzen op de juiste informatie. Ook individuele doelen als Unicef en Kinderpostzegels kwamen in actie, maar de vergelijking met Hansje Brinkers dringt zich hier op. Hoeveel vingers moet je hebben om al die gaten in de dijk te stoppen? Er bestaat klaarblijkelijk nog steeds voldoende voeding voor de gedachte dat goede doelendirecteuren zich verrijken over de ruggen van de donateurs. Is dat de schuld van die domme gevers? Moet je wel aandacht geven aan deze onderbuikgevoelens?
Alert reageren op aantoonbaar onjuiste informatie is één ding, maar erkennen dat de goede doelensector klaarblijkelijk nog steeds worstelt met een onopgelost collectief probleem is een tweede. De kwestie van de directeurssalarissen ettert al jaren door groot achterstallig onderhoud in de publieksperceptie. Want er waren problemen in het nog lang niet zo verre verleden. En er was aanleiding voor cynisme.
Te denken dat de kwestie is opgelost met codes, lijstjes en websites getuigt van net zoveel communicatie-gogme als gedemonstreerd door het kabinet in de afgelopen week rond de zorgpremie-kwestie. Er is een collectieve, duurzame en langdurige inspanning nodig om het beeld van de graaiende directeuren bij te stellen. En onder duurzaamheid versta ik: de salariskwestie onderdeel te maken van een bredere discussie over de impact van goede doelen en de focusverlegging van kosten naar maatschappelijke investeringen en dito rendement.
Mijn hartelijke aanbeveling: stop liever geld in een collectieve ‘goede doelen reality check’ voor consumenten, dan in een Nalaten-campagne. Om na je dood aan een goed doel te willen geven, moet je tijdens je leven toch wel overtuigd zijn van de goedheid van dat doel. Geven met de koude hand, volgt na voelend warm hart.