De tranen van Laurentius

Foto: Brocken Inaglory - Own work, CC BY-SA 3.0
Foto: Brocken Inaglory - Own work, CC BY-SA 3.0
25 augustus 2021

Hoe kan een idyllisch vakantietafereel met een vallende sterrenregen leiden tot gemijmer over martelaren van het Romeinse Rijk en een demissionair kabinet dat blijft zitten waar het zit? Je leest het in de column van DDB-Expert Johan van de Gronden.

Ieder jaar in augustus zoeft onze planeet door een wolk stof als het sterrenbeeld van Perseus aan de noordoostelijke hemel staat. De zogenaamde Perseïdenregen bereikte dit jaar zijn hoogtepunt in de nacht van 12 op 13 augustus. Niet alleen was er lekker veel meteorengruis, dat in contact met de aardse dampkring vurige strepen trekt, ook waren dankzij de vrijwel nieuwe maan de vallende sterren opvallend goed te zien. De piek van de Perseïdenregen kan in de loop der eeuwen wat verschillen. In het jaar 258 viel het hoogtepunt kennelijk op 10 augustus. In die nacht is Laurentius van Rome in de tempel van Antonius en Faustina op het Forum Romanum boven een vuur geroosterd, tot de dood er op volgde. De sterrenregen symboliseert sindsdien de hete tranen die hij overvloedig moet hebben geschreid.

Ik lag ditmaal samen met mijn dochter op een kleedje in het gras ergens in de campagne van de Bourgogne waar het ’s nachts nog stikdonker is. We zagen Jupiter aan de westelijke hemel verschijnen – voor het eerst zag ik met mijn kijker zijn vier Galileïsche manen – en ik bedacht mij dat het een prima idee is om deze planeet te vereren. Deze reusachtige gasbol houdt met zijn enorme massa het evenwicht in ons zonnestelsel in stand. Zonder Jupiter waren wij al lang onder een lelijke meteorenregen bedolven. En ik dacht aan die arme Laurentius, nu een heilige natuurlijk. Het leek mij wel een aardige kerel, niet alleen omdat hij de schutspatroon is der bibliothecarissen – ik ben verzot op boeken – maar ook omdat hij alle bezittingen van de vroege kerk uitdeelde aan de armen en daarmee een gebod van keizer Valerianus trotseerde.

Terwijl wij genoten van het vuurwerk in het uitspansel boven ons en onwillekeurig mijmerden over ons aardse bestaan, reikte de roep van de bosuil wijd en ver. Een verrukkelijk geluid. Het territoriale paartje moet nog één of twee jongen in hun nabijheid hebben gehad, want zodra ik de roep van de volwassen bosuil nabootste met mijn beide handen als een onvolkomen toeter gevouwen om mijn mond, hoorde ik de opdringerige bedelroep van een uilskuiken. Eten! Hier met die buit! Ik kon hem niet zien, maar hoorde hem scharrelen in het lover van de hoge Plataan achter ons. De Heilige Laurentius vergeve het mij, maar mijn nacht kon niet meer stuk.

De terugkeer op aarde – of liever in Nederland – was wat hard. Vergeefs probeerde ik enige “measure in the madness” te ontdekken om een massaal, lawaaierig en uiterst vervuilend racefestijn in de kwetsbare duinen bij Zandvoort doorgang te laten vinden en kleinschalige, meerdaagse evenementen te verbieden. Ambitieus klimaatbeleid vermoedelijk. Het schaamrood stond mij tevens op de kaken na de volkomen chaotische terugtrekking van het Westen uit Afghanistan, met Nederland als een sufferdje gevangen in het lamplicht van de grote mogendheden. En in Den Haag drinkt een vermoeide cast van slechte acteurs nog steeds kopjes koffie over een mogelijke opzet van een eventueel regeerakkoord met, ja, met wie eigenlijk? Ik moet toch mijn roestige kennis van onze constitutie eens afstoffen. Hoe kom je in een constitutionele monarchie eigenlijk af van een demissionair kabinet, dat maar stoïcijns blijft zitten en vrijwel dagelijks de democratische schuld aan de bevolking verhoogt? Zullen we eens een bepaling overwegen in de grondwet om de vorst automatisch nieuwe verkiezingen uit te laten schrijven als 100 dagen na de eerdere uitslag nog geen regering is gevormd? We hebben met spoed een legitiem kabinet nodig dat de urgente uitdagingen van onze tijd met visie en ambitie tegemoet treedt.
---

Filosoof, bestuurder, toezichthouder en auteur Johan van de Gronden is sinds kort  toegetreden tot het corps columnisten en experts van De Dikke Blauwe, het onafhankelijke platform voor nieuws en opinie over filantropie. Van de Gronden is in de sector bekend als bestuurlijke zwaargewicht, onder andere als voormalig directeur van WNF en tegenwoordig als directievoorzitter van KWF Kankerbestrijding. Hij zal op persoonlijke titel regelmatig bespiegelingen leveren met een brede maatschappelijke insteek, zoals over de fysieke Leefomgeving, natuur, gezondheid, civil society, burgerparticipatie en Filosofie & Samenleving. Meer info: klik hier.

►Ga naar Johans eigen pagina op deze website, waarop zijn columns en berichten over hem zelf staan verzameld: klik hier.